Elf Higher Education Research-projecten toegekend

De Onderwijs voor Professionals-leergang (OvP) ‘Leiderschap in Cultuur’ is in 2013 gestart als een innovatief landelijk programma en bestaat inmiddels in verschillende thematische, sectorale en regionale varianten. Het programma is gericht op professionals in het culturele veld die een actieve rol spelen in de programmering. LinC is binnen de UU één van de meest succesvolle OvP-trajecten qua aantallen deelnemers, impact en exploitatie. Na ruim 20 edities wordt binnen dit project van Paul Adriaanse, Mirko Noordegraaf en Iris van der Tuin systematisch evaluatieonderzoek gedaan, met lessen voor andere OvP-programma’s. De hoofdvraag is: Op welke wijzen heeft LinC bijgedragen aan de professionalisering van het culturele veld?

Met het Engagement in UniCity-project gaan Sanne Akkerman, Ivar Troost en Jeroen Vermeulen de eerste pilotprojecten in een UU-breed transdiciplinair, op de stad gericht programma genaamd UniCity onderzoeken. Het programma is bedoeld om een plek te creëren waar universiteit en stad elkaar ontmoeten en waar studenten eenheid kunnen ontdekken in samenwerking met divers publiek rond relevante thema’s in het stadleven. De bedoeling is om de iteratieve ontwikkeling van het beoogde programma en onderwijsmodel te ondersteunen door systematisch onderzoek naar de betrokkenheid van de betrokken partijen te doen.

Onderzoek en het creëren van leermogelijkheden in het hoger onderwijs gebeurt vaak in samenwerking met externe partners. Het ontbreekt echter aan een systematisch overzicht van de meest relevante barrières en facilitatoren voor dergelijke samenwerkingen. Binnen hun project wordt door Gerda Andringa, Hans de Bresser, Marie-Jet Fennema, Lotte Henrichs, Willemijn Schot en Jan van Tartwijk op basis van literatuur verkend wat de barrières en facilitatoren binnen de samenwerkingsverbanden zijn, om een reeks aanbevelingen te formuleren die toekomstige samenwerkingsverbanden kunnen verbeteren.

(Bio)medische studenten zijn niet optimaal voorbereid op de overgang van formeel leren in de bachelor naar informeel werkplekleren in de master en het beroepsleven. Dit heeft een negatieve invloed op het leren in de laatste twee contexten. Om deze kloof te helpen overbruggen, zal dit project van Marije Hennus, Renske de Kleijn, Marije Lesterhuis en Marieke van der Schaaf de transfer van leren van studenten onderzoeken (gericht op zelfregulerend leren en feedbackgeletterdheid) vanuit een nieuw interprofessioneel trainingsprogramma dat erop gericht is studenten te voorzien van de essentiële kennis, vaardigheden en attitudes die nodig zijn om informeel werkplekleren te herkennen en te optimaliseren naar de dagelijkse praktijk in stages. Overdracht van leren is namelijk het kenmerk van echt leren en indicatief voor een effectief trainingsprogramma.

Met hun project beogen Claudy Oomen, Frans Prins en Paul Drijvers met een mixed-method van literatuur en data van docenten en studenten te evalueren hoe incremental grading het beste kan worden toegepast in het onderwijs bij de Graduate School of Teaching.

Frank van Rijnsoever en Annet van Royen-Kerkhof onderzoeken, onder andere met gebruik van GPT4.0, hoe adaptive expertise bij studenten het best gemeten kan worden.

In zijn onderzoek zal Christian Köppe onder begeleiding van Wouter van Joolingen en Johen Jeuring aan de hand van een systematische review nagaan wat de technologische elementen zijn van effectieve interventies met betrekking tot Student Self-Assessment en aan de hand hiervan een model ontwikkelen.

In de context van Community Engaged Learning (CEL) gaan Rahul Pandit en Helena Pennings in dit  onderzoek de invloed van informele interacties op het leren van studenten in CEL-context onderzoeken.

Gisela van der Velden, Christine Fox, Marije Lesterhuis en Janine Geerling gaan zich verdiepen in het effect van het programma Life Sciences & Society bij de Graduate School of Life Sciences op de attitude van studenten ten opzichte van hun rol als wetenschapper binnen de maatschappij en de leermechanismen die bijdragen aan de vorming van de professionele identiteit van de studenten.

Bo van Leeuwen zal zich met dit project verder verdiepen in de effecten van virtuele 3D-modellen in augmented reality (AR) als dier-loos alternatief voor het leren van de ruimtelijke anatomie door studenten van diergeneeskunde.

Met dit project gaan Marie Steffens en Rozanne Versendaal de effectiviteit van Content and Language Integrated Learning (CLIL) en Task-Based Language Teaching (TBLT) evalueren. Aan de hand hiervan zullen factoren die perceptie beïnvloeden geïdentificeerd worden en strategieën ontwikkeld om motivatie bij studenten een boost te geven.