In de huidige samenleving wordt een steeds groter gewicht op bedrijven gelegd om zich verantwoordelijk te gedragen. Dat houdt in dat zij niet alleen goed voor hun werknemers moeten zorgen, maar ook netjes belasting moeten betalen en actief aan de slag moeten met hun impact op het klimaat of de biodiversiteit (responsible corporate citizenship). Het bestuur van de onderneming draagt zorg voor de ondernemingsstrategie van het bedrijf en draagt er zorg voor dat de vennootschap zich verantwoordelijk gedraagt. Tegelijkertijd wordt het bestuur van de onderneming benoemd door de aandeelhouders, die hen ook kunnen ontslaan. Tussen deze twee groepen kan zich een belangentegenstelling voordoen: aandeelhouders hebben veelal een primaire focus op het behalen van (korte termijn) winst, terwijl het bestuur zich moet richten op het lange termijn succes van de onderneming en zich geconfronteerd ziet met steeds meer belangen die tegen elkaar moeten worden afgewogen. Te veel druk van aandeelhouders (bijvoorbeeld vanuit de kapitaalmarkten) kan zorgen voor een te sterke kortetermijngerichtheid in de bestuurskamer. In het huidige tijdsgewricht wordt dit in toenemende mate als zeer onwenselijk ervaren, omdat dit bijvoorbeeld investeringen in innovatie of duurzaamheid kan tegenwerken. In dit licht worden aandeelhouders door regelgevers op nationaal niveau en vanuit de EU aangespoord om zich 'betrokken' op te stellen bij de bedrijven waarin zij investeren. Het promotieonderzoek van Joyce Devilee ziet op deze aandeelhoudersbetrokkenheid.  

 

Om te onderzoeken wat deze aandeelhoudersbetrokkenheid inhoudt, wordt gekeken naar wat de betrokkenheid van aandeelhouders in het verleden behelsde en hoe deze betrokkenheid in de afgelopen eeuw is veranderd. Hiervoor worden bedrijfshistorische bronnen bestudeerd. In het tweede deel van het proefschrift wordt onderzocht welke factoren een groep ertoe aanzetten zich betrokken op te stellen en welke factoren deze betrokken houding juist doen afzwakken. De wet ziet aandeelhouders namelijk als een groep die gezamenlijke besluiten neemt, maar in hoeverre kan de algemene vergadering van aandeelhouders van de grote, open vennootschap nu werkelijk worden beschouwd als groep? Om hier achter te komen, worden bronnen uit de sociale psychologie bestudeerd. Met behulp van deze inzichten kan worden geanalyseerd in hoeverre het huidige kader van wet- en regelgeving aandeelhoudersbetrokkenheid stimuleert, en kunnen suggesties ter verbetering worden gedaan.