![]() |
Home | Thema | Programma | Spelregels | Forum | Bijsluiter | Sprekers | Etalage | Organisatie |
Wie is wie?
Derrida |
Ludwig Wittgenstein (1889 - 1951)
De Tractatus is een poging van de jonge Wittgenstein om de logische structuur van de taal middels de rede ondubbelzinnig te leren kennen: alles wat gezegd kan worden kan ook duidelijk gezegd worden. Maar redelijke kennis is talig, ook redelijke kennis over taal. En zo kwam Wittgenstein in een vicieuze cirkel terecht. Daarom geeft de oudere Wittgenstein na langdurig filosofisch zwijgen in het voorwoord van zijn Filosofische onderzoekingen zijn vergissing volmondig toe en benadert hij hetzelfde probleem nogmaals, maar nu vanaf de andere kant, door van binnenuit te onderzoeken hoe verschillende taalspelen in de praktijk tot stand komen en functioneren. Dan blijkt dat de taal - en dus de wetenschap - geen strikt logisch systeem is, maar een ingewikkelde organische structuur van 'taalspelen'. Dat brengt Wittgenstein op de vergelijking met 'een oude stad, met een wirwar van steegjes en pleintjes, oude en nieuwe huizen, en huizen waarin verschillende tijden stukken zijn aangebouwd; en dit alles omgeven door een groot aantal nieuwe buitenwijken met rechte en regelmatige straten en met gelijkvormige huizen'. Of sterker nog: 'De taal is een labyrint van wegen. Je komt van de ene kant en je weet de weg; je komt vam een andere kant op dezelfde plaats en je weet de weg niet meer.' Literatuur en links:
Delfgaauw, B., Peperstraten, F. van. Beknopte geschiedenis van de wijsbegeerte, Kampen/Kapelle, 1994. |