Teun Jaspers was van 1987 tot 2008 hoogleraar sociaal recht en als
zodanig verbonden aan de afdeling IER (Universiteit Utrecht). Sinds oktober 2008 is hij emeritus hoogleraar Arbeidsrecht verbonden aan het Europa Instituut. Tot die datum was hij bestuurslid van het instituut.
Sinds 2014 is hij als senior research fellow verbonden aan het Hugo Sinzheimer Instituut van de Universiteit van Amsterdam
Teun Jaspers studeerde rechten aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij studeerde af in 1970 in de rechtstheoretische studierichting. Hij was nadien werkzaam bij de Raad van Beroep en het Ambtenarengerecht te Arnhem. In 1980 promoveerde hij aan de Radboud Universiteit Nijmegen op het onderwerp: ‘Rechtspreken in de maatschappij. Een onderzoek naar opvattingen over plaats en functie van de rechtspraak in het Nederlandse economische, sociale en politieke bestel van het einde van de achttiende tot het begin van de twintigste eeuw.' Hij was universitair docent en vervolgens hoofddocent Sociaal recht aan de Universiteit Utrecht. In 1987 hield hij zijn inaugurale rede over Collectieve onderhandelingen met de titel: "De macht in juridische banen of het recht in de ban van de macht", waarin hij na analyse van de ontwikkelingen in Nederland en de Verenigde Staten een aanpassing van het stelsel van collectieve onderhandelingen voorstelde.
Eind jaren tachtig/begin jaren negentig was hij decaan van de toenmalige faculteit Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Utrecht en vervolgens directeur van het facultair onderzoeksinstituut NISER (Nederlands Instituut voor Sociaal en Economisch Recht (nadien het Wiarda Instituut).
In 1993 stond hij met sociaal-wetenschappers, juristen en economen aan de wieg van de multidisciplinaire onderzoekschool Arbeid, Welzijn en Sociaal-economisch Beleid waarvan hij tot 2001 voorzitter van het bestuur was. Hij was van 1987 tot 1995 kroonlid van de commissie Sociale Zekerheid van de SER en werkte mee met de eerste grote(re) wijzigingen van het Nederlandse stelsel van sociale zekerheid.
Van 1990 tot 1996 was hij (als opvolger van W. de Gaay Fortmann) lid van het European Committee of Social Rights (voorheen Committee of Independent Experts of the European Social Charter) van de Raad van Europa dat de naleving van het Europees Sociaal Handvest door de staten die lid zijn van de Raad van Europa, controleert.
Hij is mede oprichter van de European Working Group of Labour Law, een samenwerkingsverband van een aantal Europese hoogleraren Labour Law van verschillende lidstaten dat activiteiten ontplooit op onderwijs- en onderzoeksgebied. In het kader van de European Working Group of Labour Law en in samenwerking met het Institut du Travail in Straatsburg heeft hij deelgenomen aan een groot onderzoeksproject (van de Europese Commissie) waarin de richtlijn Posting of workers wordt geëvalueerd. Het is een multidisciplinair project. In maart volgend jaar vindt er een groot congres plaats in Straatsburg.
Hij is van 2000 - 200 voorzitter geweest van de Veni, Vidi, Vici commissies van NWO.
In 2008 heeft hij samen met de Duitse collega Wolhard Kohte (Universiteit ) het Young researchers seminar (European) Labour Law opgericht. Jaarlijks wordt een wetenschappelijk seminar georganiseerd voor PhDs Labour and Social Law uit een groot aantal Europese landen.
Hij is frequent onafhankelijk voorzitter van reorganisatiecommissies van bedrijven en instellingen.
Tot 2013 was hij raadsheer plaatsvervanger bij het gerechtshof van 's Hertogenbosch.
Sinds 2007 is hij commissaris bij Koninklijke MOSA te Maastricht