Charissa de Bekker
Universitair hoofddocent departement Biologie

Niet de massa volgen, dat is voor mij altijd een drijfveer geweest, zowel in mijn professionele als persoonlijke leven. Ik raak geprikkeld als heilige huisjes de status quo zijn. Die wil ik graag veranderen, gebaseerd op kennis en eigen ervaringen. Daarom spreekt punk- en hardcoremuziek me zo aan. Het is een kritische stem tegen de gevestigde orde, met de krachtige boodschap: 'wees jezelf'. Dat past bij me en heeft me gevormd tot wie ik nu ben.
Dat ik de kans krijg om dit diepgaande vernieuwende onderzoek binnen de faculteit Bètawetenschappen te doen is echt super.
Ik ben opgeleid als microbioloog en ben nu Principal Investigator van het Parasitic Behavioural Manipulation Lab. Wij bestuderen schimmels die het gedrag van hun gastheer veranderen of zelfs manipuleren. Een gastheer, in ons onderzoek een mier, doet precies wat de schimmel nodig heeft om zich weer naar andere gastheren te kunnen verspreiden. Het onderzoeken van gedrag is heel complex. De organismen die interessante manipulatieve interacties aangaan, zowel parasieten als gastheren, zijn namelijk over het algemeen moeilijk om mee te werken. Niet zoveel mensen wagen zich aan dit interdisciplinaire onderzoek, waarvoor ik mensen van verschillende vakgebieden zoals gedragsbiologie, ecologie, biotechnologie, micro- en moleculaire biologie bij elkaar breng. Dat ik de kans krijg om dit diepgaande vernieuwende onderzoek binnen de faculteit Bètawetenschappen te doen is echt super.
Het fundament van ons werk is ons te verbazen over de natuur en onderzoeken hoe alles werkt. Ik geloof dat de ontdekkingen die wij doen, zullen leiden tot nieuwe toepassingen en dat vind ik echt tof. Denk aan nieuwe medicatie, enzymen in de industrie en betere en duurzamere bestrijding van insectenplagen. Eén van mijn PhD kandidaten richt zich bijvoorbeeld in zijn Science 4 Sustainability onderzoek op infectiestrategieën van schimmels. Als we begrijpen hoe een schimmel een insect overneemt, kunnen we deze moleculaire kennis toepassen en pesticiden vervangen door effectievere bestrijdingsmiddelen. Dit soort werk motiveert mij enorm, omdat het een directe bijdrage levert aan duurzame oplossingen.
Om dit te bereiken wil ik heel graag ieders mening en ideeën horen om out of the box te denken. Er bestaan geen domme vragen; het is juist goed om bijvoorbeeld tijdens lab meetings discussies over elkaars onderzoek te voeren en nieuwe projecten vanuit een open en gelijkwaardige grondslag op te zetten. Dat heb ik tijdens mijn eigen academische ontwikkeling in bepaalde fases gemist. Vaak zijn het dezelfde mensen die het woord nemen. Dit wil ik veranderen door iedereen aan te moedigen zich uit te spreken en vragen te stellen.

Bij de UU word ik enorm gesteund in mijn ambities. De ondersteuning die ik krijg van onder andere Human Resources, secretariaten, het Research Support Office en financiële experts is echt geweldig. Zowel in het aanvraagtraject van de ERC-subsidie voor fundamenteel onderzoek als in mijn eerste jaar als leidinggevende. Beide zijn best moeilijk: je moet dingen doen waar je niet in getraind bent. Hoe begeleid je bijvoorbeeld de postdocs en PhD kandidaten die ineens jouw onderzoek doen? Door hen specifieke technieken te laten zien, data te analyseren en samen papers te schrijven, blijf ik wel actief betrokken en meedenken. Zo help en leer ik hen om zelfstandig goed onderzoek te kunnen doen. Hoewel ik het jammer vind dat ik nu zelf weinig in het lab werk, vind ik het begeleiden van studenten en jonge onderzoekers echt mooi werk. Het is gaaf om eerstejaars enthousiast te maken voor microbiologie en hun fascinatie te zien opbloeien. Dat geldt ook voor de begeleiding in het lab. Dat gaat van ‘waar ben ik nou mee bezig’ naar ‘ik kan het wél zelf’ tot het zelf aandragen van nieuwe ideeën. De laatste jaren leerde ik beter omgaan met een volle agenda, en ben ik als manager efficiënter geworden. Daardoor kan ik me nu ook richten op andere onderwerpen die ik belangrijk vind.
Ik voel me serieus genomen, of het nu gaat om spannende onderzoeksideeën of andere belangrijke zaken, zoals ons EDI beleid.
Ik voel me serieus genomen, of het nu gaat om spannende onderzoeksideeën of andere belangrijke zaken. Zo krijg ik bijvoorbeeld alle ruimte om onze facultaire Equalilty, Diversiteit & Inclusiviteit commissie en samenwerking met haar werkgroepen te versterken. We willen onze faculteit echt voor iedereen beter en eerlijker maken, meer open en welcoming. Mijn leidinggevende zei letterlijk: ‘Ik zie aan jou dat je dit belangrijk vindt, dus ga ervoor.’ Er is op veel gebieden nog winst te behalen, want diversiteit gaat veel verder dan alleen Women in Science. De academische wereld, niet alleen de Universiteit Utrecht, moet veel opener worden en stimuleren dat mensen met verschillende achtergronden zich welkom voelen. Dat geldt ook voor neurodiversiteit en mensen die meer flexibiliteit nodig hebben door bijvoorbeeld een handicap, iets wat je misschien niet ziet als je neurotypisch en valide bent.
Ik doe de dingen die ik leuk vind. Lol in mijn werk heeft me gebracht waar ik nu ben. Het zou mooi zijn om mijn visie uit te breiden naar een leerstoel met meerdere groepen die ook interdisciplinair aan organismische interacties werken. Misschien kunnen we ‘Moleculaire ecologie’ noemen.
Kwaliteit van ons werk wordt steeds belangrijker dan de kwantiteit.
De kwaliteit van ons werk wordt steeds belangrijker dan de kwantiteit. We zijn in de academische wereld opgevoed met presteren, maar het gedachtengoed om dat los te laten waardeer ik enorm. En dat Universiteit Utrecht daad bij het woord voegt door geen input voor rankings meer te verstrekken vind ik super!
dr. A.M. (Charissa) de Bekker
Universitair hoofddocent