De zeespiegel stijgt - en dat in een toenemend tempo. Wereldwijd zal blijken dat veel van de huidige dijken, zeeweringen en waterkeringen niet voldoende zijn om het water in de toekomst tegen te houden, met name in de landen die niet over de middelen beschikken om omvangrijke technische installaties te financieren en te onderhouden waarmee ze hun burgers kunnen beschermen. In het kader van het stijgende water kunnen we veel leren van de alternatieve, meer betaalbare en flexibelere oplossingen die overal ter wereld ontstaan. Bij deze meer natuurlijke oplossingen ligt de focus niet op het buiten houden van de steeds verder stijgende zeeën, maar op het helpen opbouwen van land tot boven de zeespiegel. Utrechtse onderzoekers testen welke strategieën in welke regio ingezet kunnen worden om het tij te keren. En de wetenschappers denken ook vooruit: hoe kunnen we de schade beperken en ervoor zorgen dat mensen een veilige plek hebben om naartoe te gaan als het water toch komt?

Boven het water uitstijgen

Geschatte leestijd: 14 minuten

Painting of a seascape

Oktober 2021. Het water stroomt met bakken uit de hemel, zoals dat wel vaker gebeurt in Nederland. Jana Cox, promovenda fysische geografie aan de Universiteit Utrecht, stond op het punt om voor Rijkswaterstaat een presentatie te geven over de gevolgen van klimaatverandering voor de rivieren, toen het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) een rapport uitbracht dat haar pas op de plaats deed maken. "Volgens dit rapport zijn alle scenario's omtrent de stijging van het zeeniveau waar wetenschappers sinds 2014 aan hebben gewerkt, gebaseerd op onderschattingen. Het nieuwe worstcasescenario gaat van het dubbele van de eerdere verwachtingen uit", herinnert Cox zich.

Dat alleen hogere en bredere dijken ons kunnen redden, is een gevaarlijk standpunt.

"Ik schrapte mijn hele presentatie, stelde mijn doelen bij en zei: Alles wat we in Nederland hebben gedaan voor de bescherming tegen overstromingen, inclusief mijn eigen onderzoek - het bouwen en versterken van de dijken plus het aanleggen van de Deltawerken - is gebaseerd op zeespiegelprojecties die nu veel te laag blijken om mensen in de toekomst te beschermen", herinnert Cox zich. En als de zeespiegel stijgt, waarschuwt ze, moeten we ons niet alleen zorgen maken over de dreiging van het overtollige water, maar ook over het gebrek aan water: "Als de zeespiegel met één meter stijgt (waarschijnlijk tegen 2100), kan de grootste bron van drinkwater voor miljoenen mensen in Nederland vermengd raken met zout water. Dit is een bedreiging die vaak over het hoofd wordt gezien, maar even erg is."

Waardoor stijgt de zeespiegel?

"De belangrijkste oorzaken van de zeespiegelstijging houden verband met de klimaatverandering. Een van de oorzaken is de thermische uitzetting door de opwarming van de oceanen, die meer dan 90 procent van de extra warmte absorberen die het gevolg is van de toegenomen uitstoot van broeikasgassen. Als het zeewater opwarmt, zet het uit en als gevolg daarvan stijgt de zeespiegel. Een andere oorzaak is dat er meer landijs smelt, waardoor meer water in de oceanen terechtkomt. Het verlies van ijs van Groenland en Antarctica en van de gletsjers in de bergen is samen verantwoordelijk voor ongeveer de helft van de huidige stijging van de zeespiegel. Daar komt nog bij dat naarmate de temperaturen van de lucht en van de oceanen stijgen, de kuststormen intenser en frequenter zullen worden, waardoor op korte termijn grote stormvloeden ontstaan die nog eens bovenop de zeespiegelstijging komen”, legt Roderik van de Wal, hoogleraar op het gebied van de zeespiegel en de invloeden die dit op de kust heeft, uit.

Als de zeespiegel blijft stijgen, is de eeuwenoude strategie van het aanleggen en onderhouden van dijken, dammen en stormvloedkeringen zoals Nederland die tot nu toe gevolgd en beschermd heeft, niet meer toekomstbestendig, zegt Cox. "Denken dat alleen het hoger en breder maken van de dijken ons zal redden, is een gevaarlijk standpunt. Je kunt het op deze manier niet opnemen tegen een oceaan en als winnaar uit de bus komen."

De harde kunstwerken van beton absorberen niet alle rivier- en getijdenenergie, legt Cox uit. Ze kunnen die energie afbuigen, maar ook onder diezelfde overdaad aan kracht te lijden hebben, waardoor de constructies schade oplopen en het probleem zich kan verplaatsen naar aangrenzende kustzones en -gebieden. Omdat het sedimenttransport vanaf de kust verstoord is, zal na verloop van tijd het land achter de dijken wegzakken. En dat is zorgwekkend, volgens Cox, omdat sediment - en de beschikbaarheid ervan - bepalend is voor het vermogen van een regio om te reageren op de stijging van de zeespiegel.

Te weinig sediment kan onze internettoegang in gevaar brengen.

Sediment is belangrijk

"Het lijkt misschien een intuïtieve gedachte, maar we moeten niet vergeten dat de stijging van de zeespiegel altijd relatief is ten opzichte van de hoogte van het land. Het sediment dat door de rivieren en zeeën wordt afgezet, is van cruciaal belang om de hoogte van het land te handhaven en om de stijging van de zeespiegel en de daling van de bodem te compenseren", legt Cox uit. "Daarom is het zo'n probleem dat door menselijk ingrijpen in delta’s over de hele wereld het sediment drastisch afneemt", zegt Cox. Zij heeft berekend dat door overmatig baggeren in de riviermonding ten behoeve van de scheepvaart het Nederlandse deltagebied elk jaar twee miljard kilo sediment verliest, een hoeveelheid die volgens haar onderzoek zal toenemen tot twaalf miljard kilo in 2085. Dit sediment wordt in veel gevallen ook geërodeerd uit de rivieroevers en -beddingen verder stroomopwaarts, die hierdoor zeer snel achteruitgaan.

"Als er te weinig sediment is, gaan intergetijdengebieden - die zeer belangrijk zijn voor de wateropvang bij overstromingen - verloren. Ook kunnen in rivierbeddingen overstromingsinfrastructuur en pijpen, tunnels en kabels bloot komen te liggen en beschadigd raken. Zelfs diensten die we als vanzelfsprekend beschouwen, zoals internettoegang, kunnen hierdoor in gevaar komen," zegt Cox.

Het goede nieuws? Er zijn oplossingen die natuurlijke processen stimuleren om het gebied dat boven de zeespiegel ligt weer op te bouwen. Collega's van de hub Water, Climate and Future Deltas hebben een eerste wereldwijde dataset opgesteld die de efficiëntie en duurzaamheid documenteert van de 21 strategieën die in de verschillende delta's toegepast worden om de opbouw van het sediment te bevorderen. Cox: "We hebben ontdekt dat 84 procent van deze sedimentverhogende strategieën in staat is om zelfs de meest extreme scenario's ten gevolge van de zeespiegelstijging te compenseren. Hierbij moet wel de kanttekening geplaatst worden dat het tijd kost voordat deze methodes ook daadwerkelijk effectief zijn. Hoogtijd dus om deze processen nu in gang te zetten."

Painting of a seascape

Dubbele dijken met wisselpolders

Een veelbelovend voorbeeld zijn de dubbeldijken, waarbij gebruik gemaakt wordt van de natuurlijke sedimentatieprocessen om het land tussen twee dijken op te hogen en extra bescherming te bieden in geval van overstromingen. Het concept ontstond toen Utrechtse wetenschappers keken naar de historische dijkdoorbraken in Nederland tijdens de Kerstvloed van 1717 en de Noordzeestorm van 1953. "We toonden aan dat kwelders een dubbele functie hadden in de veiligheid tegen overstromingen: dijken die achter kwelders lagen, braken minder vaak door, en als ze doorbraken, beperkten de kwelders de maximale diepte van zo'n doorbraak. Berekeningen toonden aan dat dit effect zich vertaalt in meer tijd om te evacueren en minder doden bij een dijkdoorbraak", vertelt Tjeerd Bouma, hoogleraar biogeomorfologische ecologie van estuaria, delta's en kusten aan de Universiteit Utrecht, en een van de auteurs van het onderzoek.

Op basis daarvan bedachten Bouma en zijn collega's het concept van dubbele dijken met daartussen een wisselpolder die meegroeit met de zeespiegelstijging. "In de meest zeewaartse dijk wordt een tijdelijke opening - een getijdeninlaat - gemaakt, zodat zeewater tijdens hoogwater de polder kan overstromen, waardoor het land geleidelijk dichtslibt", legt Bouma uit. "Het nieuwe land dat in de polder ontstaat, kan worden gebruikt voor zoutwatercultuur/landbouw, natuur en/of recreatie”, aldus Bouma. "En als de bodem voldoende opgehoogd is, kan de inlaat worden gesloten en kan de overgangspolder weer voor agrarische doeleinden worden gebruikt." Omdat de grond dan een stuk opgehoogd is, zal de voedselproductie minder te lijden hebben van de infiltratie van zout water. En het landschap als geheel zal veel veiliger zijn!"

Wisselpolders zijn een no-regret investering voor kustbescherming.

"De transitie naar overgangspolders is een conceptuele verandering, in die zin dat we van één enkele kering naar een overstromingsveilig landschap gaan. Als je alle kosten en baten meerekent, bieden dubbele dijken met overgangspolders een betaalbaarder alternatief voor de conventionele dijkversterking. En dit voordeel zal in de loop van de tijd alleen maar toenemen", zegt Bouma, nadat hij de kosten en baten van de implementatie van dubbele dijken in de Zuidwestelijke Delta heeft vergeleken met de ‘traditionele aanpak van dijkverhoging'. "Als de buitenste, meest zeewaartse dijk tijdens een storm door zou breken, zou het hoge opgespoten gebied in de overgangspolder voor de lagere binnendijk het risico op overstromingen verminderen.

Bouma en zijn collega's richten zich nu op het optimaliseren van het ontwerp van dit concept, zodat het ophogen van het land zo snel mogelijk kan verlopen. Maar vanuit het oogpunt van hoogwaterveiligheid weet Bouma het zeker: "Overgangspolders zijn een no-regret investering voor kustbescherming, en hoe eerder we beginnen, hoe groter de winst op lange termijn zal zijn."

Duinen voor de toekomst

Een andere strategie bestaat uit het herstellen van de zandduinen langs de kust. Decennialang zijn in heel Noordwest-Europa de meeste duinen kunstmatig versterkt om te fungeren als eerste verdedigingslinie tegen stijgende zeeën en zware stormen. Maar onbedoeld vermindert dit juist ook onze veiligheid in de toekomst, zegt Gerben Ruessink, hoogleraar golfgedomineerde kustmorfodynamica aan de Universiteit Utrecht.

"We hebben helmgras geplant om de duinen te helpen stabiliseren, zodat ze hoger kunnen worden. Op deze manier hebben we hoge en smalle duinen gecreëerd, die werken als zanddijken: ze houden de zee tegen en vangen het door de wind opgewaaide strandzand op", legt Ruessink uit. "Een keerzijde is dat zich in het gebied achter de voorduinen geen zand op kan hopen, hetgeen echter cruciaal is om de biodiversiteit en de ecologische functies van het gebied in stand te houden en om de zeespiegelstijging het hoofd te bieden."

De afgelopen tien jaar hebben Ruessink en zijn team bestudeerd hoe duinen zich zonder helmgras ontwikkelen. Om het zand dat van het strand waait door te sluizen naar de landwaartse duinen, hebben de wetenschappers door de duinbeheerders openingen in de duinen laten maken, zoals dat ook bij natuurlijke blowouts gebeurt." Door deze openingen wordt het gebied landinwaarts, dat anders buiten bereik zou zijn voor de erosie door de huidige stormen, opgehoogd en vormt zo een buffer voor de toekomstige stormen en stijgende zeeën." Door de zandlaag op deze manier op te bouwen, wordt het landschap dynamischer en diverser, en daarmee ook adaptiever aan klimaatverandering.

Ruessink en zijn collega's onderzoeken of het herstel van de duinen op deze manier voldoende is om het hoofd te bieden aan de stijgende zeeën. Dat hangt onder meer af van de hoeveelheid zand die door de wind wordt meegevoerd, hoe snel dit gebeurt en in welke richting. "We hebben een numeriek model gemaakt dat duinherstel kan voorspellen. Dat is belangrijk voor de weerbaarheid. Om na te gaan hoe deze openingen werken, wanneer ze werken en hoe duinbeherende instanties ze kunnen implementeren, passen we ons onderzoek direct toe op een grootschalig herstelproject in Bloemendaal." De resultaten en lessen uit dit onderzoek kunnen vervolgens ingezet worden voor kuststroken met hoge duinen en een hoge golfenergie, zoals die er zijn in Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Nieuw-Zeeland.

Een experiment als dit is niet geschikt voor alle duingebieden langs de kust, geeft Ruessink toe. "Langs stranden waar de duinen slechts een paar meter hoog zijn, zoals in de Golf van Mexico, is het het maken van openingen het laatste wat je wil doen", zegt hij, eraan toevoegend dat voor de bescherming van sommige delta's vooralsnog een combinatie van op de natuur gebaseerde oplossingen en harde infrastructuur nodig zal zijn.

Goedkope oplossingen

Hoewel conventionele dijken op sommige plaatsen nog steeds nodig zijn voor de bescherming van de kustgebieden, zijn deze op andere plaatsen niet effectief of simpelweg te duur. Dat is het geval bij zachte, modderige kusten, zoals die langs het noorden van Midden-Java in Indonesië, waar Annisa Triyanti - postdoctoraal onderzoeker aan de Universiteit Utrecht - uitgebreid onderzoek heeft gedaan naar strategieën om het overstromingsrisico te beperken. "In sommige gebieden worden gemeenschappen als gevolg van zware kusterosie bijna dagelijks overspoeld. Dijken zouden - omdat zij de sedimentstromen onderbreken - het probleem alleen maar verergeren", legt Triyanti uit. "De regering heeft dan ook prioriteit gegeven aan investeringen die de grote economische centra van het land, zoals Jakarta en Semarang, beschermen. Plattelandsgebieden zijn voor hun veiligheid geheel afhankelijk van de natuur."

In het plattelandsgebied Demak hebben gemeenschappen samengewerkt met onderzoekers om doorlaatbare dammen te bouwen die - in tegenstelling tot gesloten dijken - de opbouw van sediment en de groei van mangroves mogelijk maken. "Deze doorlaatbare structuren, die gemaakt zijn van vrij goedkope en lokale materialen zoals bamboe en twijgen, worden langs de kust geplaatst. Doordat ze eroderende golven dempen, sedimenten vasthouden en het niveau van de bedding verhogen, creëren ze de optimale omstandigheden voor mangroves om zich hier te wortelen en uit te groeien, zodat zij een stevige, eerste barrière tegen kustinundatie vormen", legt Triyanti uit. "Net zo belangrijk is het dat deze levende structuren de komst van andere soorten mogelijk maken. De op deze wijze ontstane aquacultuursystemen bieden - naast de herstelde mangroves - boeren extra mogelijkheden om in hun levensonderhoud te voorzien."

Deze natuurlijke oplossingen geven ons meer tijd voor aanpassingen en veiligheid.

Adaptief en goedkoop: dat is het type innovatie dat nodig is om in te spelen op de dringende behoeften van de gemeenschappen die nu al op geleende tijd leven, zoals op het eiland Java, Kiribati en Bangladesh, zegt Triyanti. "De op ecosystemen gebaseerde benaderingen zijn nog steeds kleinschalig, hetgeen inhoudt dat we nog niet kunnen vertrouwen op slechts één type maatregel", merkt Triyanti op. "Maar door nu te beginnen en de ene maatregel op de andere te bouwen, winnen we tijd om de maatregelen verder aan te passen en kunnen we de bewoners de komende vijf, twintig en honderd jaar beschermen.

Ook hier geldt dat het geheel groter is dan de som der delen. "Integratie tussen de verschillende maatregelen en coördinatie tussen alle belanghebbenden is van groot belang om een geïntegreerd kustbeheer te kunnen realiseren", benadrukt Triyanti, "zodat wat in het ene deel van het kustgebied wordt toegepast, geen negatieve gevolgen heeft voor een ander deel. Ze moeten elkaar aanvullen."

Utrechtse onderzoekers zijn nu bezig met het ontwikkelen van klimaatadaptatiepaden die wetenschappers en beleidsmakers in hun respectievelijke delta's kunnen helpen bij het beoordelen van de toepasbaarheid van elk van de maatregelen en het bepalen van waar ze deze het beste kunnen plaatsen. Maar of deze oplossingen in staat zullen zijn om de stijgende zeeën in de toekomst weerstand te bieden, hangt in grote mate af van hoe hoog en hoe snel de oceanen stijgen. Dat brengt ons terug bij de voorspellingen van de zeespiegelstijging, een terrein waarop onderzoekers van de Universiteit Utrecht hard werken om de onzekerheid hieromtrent te verminderen.

Antarctica ontcijferen

Een van de Utrechtse onderzoekers is Michiel van den Broeke, een poolmeteoroloog die een belangrijke bron van onduidelijkheid over de zeespiegelstijging bestudeert: het smelten van de ijskappen op Antarctica en Groenland. Van den Broeke heeft de afgelopen jaren consequent aangetoond dat de Antarctische ijskap sneller smelt dan ooit tevoren. "Maar liefst drie keer sneller in de afgelopen twee decennia", vat Van den Broeke samen.

"Als de Antarctische ijskap sneller smelt, kun je ook verwachten dat de zeespiegel sneller zal stijgen, waardoor we minder tijd hebben om ons aan te passen." En dat is nog maar het topje van de ijsberg: "Als de Antarctische ijskap helemaal zou smelten, komt er zoveel water vrij dat het gemiddelde zeeniveau wereldwijd met meer dan 58 meter zal stijgen.

Hoewel het potentieel enorm en beangstigend is, blijft de exacte impact van de Antarctische ijskap op de zeespiegelstijging moeilijk te voorspellen, omdat veel van de processen die het smelten veroorzaken moeilijk te meten zijn, en nog moeilijker te modelleren, aldus Van den Broeke. "Het smelten van de Antarctische ijskap vindt door de opwarming van de oceanen van onderaf plaats. Om dat te bestuderen, zou je onder die honderden meters dikke, drijvende gletsjers moeten gaan. Daar hebben we maar beperkte middelen voor. Dat is ook een van de redenen waarom het moeilijker is te voorspellen wat er met de Antarctische ijskap gaat gebeuren."

We hopen dat deze projecties beleidsmakers in staat zullen stellen om betere maatregelen te nemen.

Om de variabiliteit van het systeem te begrijpen en de toekomst beter te voorspellen, kijken Van den Broeke en zijn collega's in Utrecht niet alleen naar het verleden. Geavanceerde satelliettechnologie geeft de ijskaponderzoekers in Utrecht real time informatie die dertig jaar geleden - toen van den Broeke als masterstudent voor het eerst voet zette op de Groenlandse ijskap - niet beschikbaar was. "Met satellietwaarnemingen en weerstations kunnen we tegenwoordig elke afzonderlijke gletsjer in de gaten houden en zien hoe deze zich dagelijks gedraagt", legt hij uit. "Al die informatie kunnen we gebruiken om onze klimaatmodellen te verbeteren, waardoor we steeds preciezer kunnen voorspellen hoe de ijskappen zich in de toekomst zullen gedragen."

Voorlopig heeft Van den Broeke bij het IMAU de interdisciplinaire Earth System Modelling Group opgezet, waarin glaciologen, oceanografen en meteorologen gaan samenwerken om al de interacties tussen land, oceaan en atmosfeer te simuleren die hints kunnen geven. "We hopen dat deze projecties beleidsmakers in staat zullen stellen om betere maatregelen te nemen."

Ondanks alle onzekerheid is één ding wel zeker: "Om de opwarming van de aarde te beperken tot maximaal 1,5°C, moeten we absoluut de uitstoot verminderen", zegt Van den Broeke. "Als we op de oude voet doorgaan en de aarde drie graden warmer wordt dan het pre-industriële niveau, dan hebben we het al gauw over een stijging van meer dan een meter in het jaar 2100 en nog eens enkele meters daarbovenop in 2200." Ter vergelijking: de Nederlandse deltawerken zijn voorbereid op een stijging van vijftig centimeter tot één meter.

Painting of a seascape

Weg van risico's

Hoewel een vermindering van de emissies overeenkomstig de doelstellingen van het akkoord van Parijs de ergste gevolgen van de zeespiegelstijging kan afwenden, zullen volgens het laatste IPCC-rapport tegen 2050 nog steeds ongeveer een miljard mensen die in laaggelegen kuststeden wonen, risico lopen ten gevolge van de stijging van de zeespiegel. "We moeten bij het nemen van beslissingen over waar en hoe we gaan bouwen, kritischer nadenken over de locatie van nieuwe projecten en meer rekening houden met de zeespiegelstijging", zegt Dries Hegger, universitair docent Regionaal Water en Klimaatbeleid in Utrecht. Op een bepaald moment in de toekomst moeten we misschien zelfs nadenken over gecoördineerde verplaatsing van activa en mensen: een gecontroleerde terugtrekking. "Het verplaatsen van mensen uit hun huizen is een controversiële en politiek gevoelige kwestie. Het zou beter zijn een open en transparante discussie te voeren over welke risico's we als samenleving willen lopen voordat het te laat is", aldus Hegger.

Verschillende maatschappelijke actoren, waaronder wetenschappers maar ook de Nederlandse deltacommissaris, vragen aandacht voor meer waterbewuste ontwikkelingen. "Het begint met het stopzetten of aanpassen van bouwwerkzaamheden in de kwetsbare, laaggelegen kustzones en in de uiterwaarden van de rivieren. Denk bijvoorbeeld aan het recente plan om 8.000 nieuwe huizen te bouwen in de Zuidplaspolder tussen Gouda en Rotterdam, die zes à zeven meter onder de zeespiegel ligt", aldus Hegger.

Als je gaat bouwen in wegzakkend gebied, dan zou het een optie kunnen zijn om huizen te laten drijven.

"Als je gaat bouwen in wegzakkend gebied, dan zou het een optie kunnen zijn om huizen te laten drijven", oppert Hegger, die deel uitmaakt van een denktank die het idee van drijvende verstedelijking onder de loep neemt. "De technologie om op het water te leven is al beschikbaar en de ontwikkelingen in drijvende verstedelijking krijgen steeds meer aandacht: van een drijvende boerderij in Rotterdam tot hele drijvende wijken in Delft en Amsterdam."

De grootste uitdaging, zegt Hegger, is om deze klimaatbestendige, drijvende woningen toegankelijk te maken voor iedere bewoner, en niet alleen voor de welgestelden. "Dat is wat je vaak ziet bij pogingen om steden groener en veerkrachtiger te maken: je bereikt niet alle bevolkingsgroepen." Zoals verschillende studies hebben aangetoond, kunnen sommige van deze groene infrastructuurprojecten, zoals groene daken, regenopvangtuinen en greenways, die onder meer overstromingen beperken en het stormwaterbeheer in steden verbeteren, sociaal kwetsbare groepen benadelen. "Veel projecten om de buurt 'groener' te maken, leiden uiteindelijk tot huisuitzetting van mensen die zich dat niet kunnen veroorloven." 

Bescherming van de oceanen

Het aanpassen van woningen aan stijgende zeeën en meer overstromingen is een luxe die kleine, wegzakkende eilanden zich niet kunnen veroorloven. "Kleine eilandgroepen zoals de Malediven, de Marshalleilanden en Tuvalu verliezen nu al grote delen van hun grondgebied. Als we het bestaande recht strikt toepassen, betekent een verlies van grondgebied dat hun maritieme zones, met inbegrip van hun exclusieve rechten op visserij en natuurlijke hulpbronnen, afnemen", zegt Seline Trevisanut, leerstoel Internationaal Recht en Duurzaamheid aan de Universiteit Utrecht. Als de eilanden hun bestaansmiddelen kwijtraken of zelfs geheel onder water verdwijnen, is de vraag: waar gaan de bewoners heen?

"Op dit moment hebben we geen duidelijk juridisch kader dat bescherming biedt aan ontheemden ten gevolge van milieurampen of de gevolgen van klimaatverandering", zegt Trevisanut. "Door de stijging van de zeespiegel kan het land verdwijnen of kan het eiland minder productief geworden zijn. Als mensen vertrekken omdat ze het land niet meer kunnen bewerken, beschouwen we hen dan als ontheemden en bieden we hen bescherming, of niet?", vraagt Trevisanut zich af, wijzend op de nu al noodlijdende grensoverschrijdende migratieregeling die voorbijgaat aan degenen die vluchten voor een verwoest bestaan -  van hongersnoden tot orkanen en oorlogen.

"We hebben zorgvuldige planning nodig om ervoor te zorgen dat miljoenen mensen een veilige plek hebben om naartoe te gaan. Het gaat namelijk niet om een paar duizend mensen uit kleine eilandstaten; we kunnen massale volksverhuizingen verwachten in de Verenigde Staten, India en Europa", zegt Trevisanut.

Maar er is wel iets dat we kunnen doen om het tij te keren: "Als op de natuur gebaseerde oplossingen de sleutel bieden tot aanpassing aan de stijgende zeespiegel, moet onze prioriteit liggen bij het beschermen van de natuur", zegt Trevisanut, die het Sustainable Ocean Research project leidt. "Bedenk dat oceanen de echte longen van onze planeet zijn. Door de oceanen te vervuilen en hun zuurgraad te verhogen, verminderen we hun capaciteit als natuurlijke opslag van CO2", legt ze uit. "En dat is de functie van de oceaan die we moeten beschermen in de strijd tegen de stijgende zeespiegel." Trevisanut merkt op dat strengere regulering van landbronnen als vervuilers van de zee en de kust - denk hierbij aan plastic, pesticiden en andere bijproducten van de landbouw en aan lozingen van industriële processen - de weg kan wijzen. "Door de oceanen te beschermen, beschermen we onszelf."

Het tempo waarin de zeespiegel stijgt, dwingt samenlevingen om het over een andere boeg te gooien en niet langer meer te vertrouwen op alleen dijken, muren en barrières, maar op oplossingen die samenwerken met de natuur om zich dynamisch aan te kunnen passen aan het stijgende water. De grootste uitdaging met deze zogenaamde op de natuur gebaseerde oplossingen is dat er meer onderzoek naar hun effectiviteit nodig is, zodat deze opties kunnen worden geaccepteerd als solide alternatieven voor kustbescherming. Daarom werken onderzoekers van de Universiteit Utrecht hard aan het beoordelen en valideren van oplossingen die al op korte termijn bescherming bieden en op lange termijn veerkracht opbouwen. Samen kunnen zij ons helpen het tij te keren - niet alleen in Nederland, maar in delta's wereldwijd.

Geschreven door Marta Jiménez en vertaald door Felice Ghering.

Wat kun je zelf doen?

Ontmoet de experts

  • Jana Cox MSc

    Jana Cox

    Promovendus Fysische Geografie aan de Universiteit Utrecht
  • Roderik van de Wal

    Roderik van de Wal

    Hoogleraar Sea level change and coastal impacts aan de Universiteit Utrecht
  • Tjeerd Bouma

    Tjeerd Bouma

    hoogleraar bio-geomorfologische ecologie van estuaria, delta's en kusten aan de Universiteit Utrecht
  • Gerben Ruessink

    hoogleraar golfgedomineerde kustmorfodynamiek aan de Universiteit Utrecht
  • Annisa Triyanti

    Annisa Triyanti

    postdoctoraal onderzoeker-water en klimaat governance in delta's, Copernicus Instituut voor Duurzame Ontwikkeling aan de Universiteit Utrecht
  • Michiel van den Broeke

    hoogleraar polaire meteorologie aan de Faculteit der Natuurwetenschappen van de Universiteit Utrecht
  • Dries Hegger

    universitair docent Regionaal Water- en Klimaatbeheer aan de Universiteit Utrecht
  • Seline Trevisanut

    Seline Trevisanut

    hoogleraar Internationaal recht en duurzaamheid aan de Universiteit Utrecht

Meer verhalen van Universiteit Utrecht