In de praktijk: Een Haags perspectief op wetenschapscommunicatie
Nederland krijgt een nationaal centrum voor wetenschapscommunicatie. Deze woorden van Minister Dijkgraaf in mei vorig jaar brachten een beweging op gang die sindsdien niet heeft stilgestaan. Erik van Zwol zit dicht bij het vuur en vertelt.
Bij de directie Onderzoeks- en Wetenschapsbeleid van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap was snel versterking nodig na de aankondiging van de minister. Het ministerie huurde me in als ‘combibaner’. Een formule die in het leven is geroepen voor mensen uit de praktijk die een jaar lang volwaardig meedraaien op het ministerie met als doel: het verstevigen van de verbinding tussen ministerie en werkveld door het delen van ervaring en kennis. Tijdens een detachering van één jaar draag ik bij aan dat doel voor het werkveld van de wetenschapscommunicatie.
Binnen de kennisinstellingen waar ik eerder werkte was Den Haag altijd een abstract begrip dat voorkwam in zinnen als “We moeten iets met..”. Het was voor mij dus een enorme eyeopener om op het ministerie te zien hoe de dossiers daar zijn verdeeld en hoe hard en goed iedereen daar aan het werk is. Wetenschapscommunicatie is er wellicht een klein dossier, het ministerie is wel dé plek om het onder de aandacht te brengen bij de collega’s met de ‘grote’ dossiers zoals Open Science en Erkennen en Waarderen. Onder de brede paraplu van deze bewegingen kan wetenschapscommunicatie pas écht groeien.
Praten met het veld
Het gesprek tussen wetenschap en samenleving wordt op veel plekken gevoerd. Van bevlogen biologen tot uitvinders die in gesprek met burgers hun onderzoek vormgeven. Van universiteiten en hogescholen tot bedrijven en wetenschapsmusea. Die lange lijst vroeg om goede vertegenwoordiging in de startfase. We kozen daarvoor twee kwartiermakers: Alex Verkade en Ionica Smeets. Beiden met een lange geschiedenis in de wetenschapscommunicatie, een groot netwerk en, heel belangrijk: een breed draagvlak onder ‘de doelgroep’. De breedte van die doelgroep werd gaandeweg het proces nog duidelijker.
De kwartiermakers voerden veel gesprekken met het veld, de teller liep al snel op tot 150 gesproken personen. Al vroeg in het proces ontdekten we dat er een groot gedeeld belang was en ook een lijstje met gedeelde zorgen. Die konden we wegnemen door al een aantal dingen te benoemen die het centrum níet gaat doen, zoals zelf wetenschapscommunicatie uitvoeren of financieren. “De energie zit al in het veld, meer toevoegen is niet de bedoeling,” zegt Alex Verkade daarover.
“Het centrum moet allereerst een verbinder zijn.” zegt Ionica Smeets. Er zijn al heel veel organisaties die goede dingen doen. “Het centrum moet weten wie iedereen is in het veld, wat er gebeurt en wat de laatste stand van zaken is.” Ook de naam van het centrum moet die verbinding laten zien. Het woord wetenschapscommunicatie blijkt dat voor veel mensen niet te doen. De werktitel (ten tijde van dit schrijven) is nu Nationaal Expertisecentrum voor Wetenschap en Samenleving.
Het centrum dat de kwartiermakers voor ogen hebben behartigt ook het belang van wetenschapscommunicatie voor de samenleving en in het kennissysteem. “Het centrum zit aan tafel bij overleggen en bewegingen in het veld om het belang van wetenschapscommunicatie te benadrukken.” zegt Verkade daarover. Smeets vult aan: “We weten dat buitenlandse centra dat ongeveer een derde van hun tijd doen.”

Energie genoeg
Op 27 januari organiseerde ik voor de kwartiermakers een open werksessie voor iedereen die de kwartiermakers nog niet hadden gesproken. Er kwamen honderd geïnteresseerden op af. Ik koos daarbij voor een open-space aanpak, waarmee we de aanwezigen eigenaar maakten van de gesprekken. Die gingen onder andere over de beoogde impact en de bemensing en werkwijze van het centrum. De aanpak werkte goed en maakte duidelijk hoeveel energie er is om mooie dingen te bereiken met het centrum. Met draagvlak en eigenaarschap uit het veld kan het centrum echt gaan vliegen.
De kwartiermakers verwachten in april een advies aan de minister te presenteren. Het was me een eer om dit proces te ondersteunen en ik zie uit naar hun bevindingen. Mijn advies aan de kwartiermakers: gebruik de energie uit het veld en laat den Haag voor je werken.
Erik van Zwol is Coördinator Wetenschapscommunicatie bij het strategisch thema Life Sciences van de Universiteit Utrecht. Als Public Engagement Fellow werkt hij aan wetenschapscommunicatie als volwaardig onderdeel van een academische carrière. Sinds juli 2022 is hij voor een jaar gedetacheerd naar het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op het dossier wetenschapscommunicatie.
Prof.dr.ir. Ionica Smeets is hoogleraar Wetenschapscommunicatie aan de Universiteit van Leiden.
Alex Verkade is Hoofd Positionering bij het Regieorgaan SIA (NWO). Beide zijn kwartiermaker voor het nieuwe nationale centrum voor wetenschapscommunicatie.
Tekst: Erik van Zwol