Achttiende-eeuwse MythBusters in het UMU

Foto: Bas van Setten

Wat heeft een eeuwenoude verzameling natuurkundige instrumenten met public engagement te maken? En hoe ging dat vroeger, publiek betrekken bij wetenschap? Met Paul Lambers, conservator bij het UMU (Universiteitsmuseum Utrecht) stappen we in een tijdmachine, terug naar het jaar 1777.

“Dit is de begincollectie van het Universiteitsmuseum. Wat je hier ziet, is hoe natuurkunde vroeger naar buiten werd gebracht.” Paul wijst naar een collectie objecten die vroeger werd gebruikt bij lezingen en demonstraties om de actuele stand van de wetenschap te tonen. De instrumenten komen uit de verzameling van het Natuurkundig Gezelschap, een genootschap dat oorspronkelijk bestond uit hoogleraren van de Universiteit Utrecht en leden van de Utrechtse elite. Het genootschap had als doel om natuurkundig onderzoek te stimuleren en te delen met een breder publiek. Het werd in 1777 opgericht door professor Rossijn, hoogleraar in de natuurkunde. Paul: “In die tijd was het binnen welgestelde kringen heel populair om zich te interesseren voor natuurkunde en experimenten en daar een soort van voorstellingen mee te maken. Van het lidmaatschapsgeld kon Rossijn dan weer nieuwe instrumenten kopen voor zijn colleges en practica.”

De collectie is divers. Van een knikkerbaan die de valbaan van een naar voren geschoten bal toont, tot de voorloper van de stopwatch die werd gebruikt om de snelheid van geluid te meten. Paul laat ook een glazen buis zien die vacuüm gemaakt kon worden en waarmee men kon demonstreren hoe luchtweerstand werkt. Zonder lucht vallen het balletje en het veertje in de buis even snel naar beneden. Mét lucht knalt het balletje naar beneden en komt het veertje er dwarrelend achteraan. Paul: “Het waren een soort MythBusters, maar dan uit de achttiende eeuw. Tovenarij leek het.”

We willen niet meer dat wetenschap iets is voor een selecte groep, er is nu meer oog voor om het echt voor iedereen te doen.

Paul Lambers, conservator bij het UMU

Hij legt uit dat de demonstraties voornamelijk voor mensen met geld waren. Daar zit volgens Paul het grote verschil met hoe we publiek tegenwoordig bij wetenschap proberen te betrekken. “We willen niet meer dat wetenschap iets is voor een selecte groep, er is nu meer oog voor om het echt voor iedereen te doen. Dan moet je er dus ook rekening mee houden dat niet iedereen direct snapt waar het over gaat. Je moet dus heel goed nadenken over hoé je iets vertelt.”


Paul Lambers is conservator bij het UMU


Tekst: Babs van den Born

In Beeld

Dit artikel staat ook in de vierde editie van het magazine In Beeld, vol met inspirerende columns, achtergrondverhalen en ervaringen van onderzoekers en ondersteunend medewerkers. 

Ga naar In Beeld #4