Onderzoek in uitvoering
'Dan redden we de oogst'
Tijdens haar veldwerk in Peru zag Carmen G. Mallqui hoe eeuwenoude, inheemse kennis bijdraagt aan oplossingen voor klimaatproblemen. Als promovendus aan de Universiteit Utrecht onderzoekt zij nu waarom kennis uit de Global South vaak gemarginaliseerd wordt en waarom klimaatwetenschappers uit die landen regelmatig over het hoofd worden gezien. Haar missie? Zichtbaarheid geven aan stemmen die te weinig gehoord worden en laten zien waarom diverse manieren van weten en zijn onmisbaar zijn voor een gezonde planeet.

In 2022 interviewde ik kleinschalige boeren in Peru. Daar ontmoette ik Uncle Mike, een 82-jarige boer uit de Ica-vallei, in Peru. Hij vertelde me over de pozas: Uncle Mike Het waren pozas zoals zwembaden. Zwembaden! En omdat het water genoeg voedingsstoffen bevatte, irrigeerden ze. En het duurde een tijdje voordat het droog was: het creëerde een bodemlaag die niet snel droogde. Dus verplaatsten ze de grond, en als ze bijvoorbeeld watermeloenen wilden planten, dan plantten ze die... ze haalden veel grond weg, ongeveer een meter diep. Dan zaaiden ze het zaad vier centimeter uit elkaar. Dus wanneer het groeit, zoekt de wortel naar vocht. En dan, met slechts één irrigatie, dat is alles, slechts één, redden we de oogst.
Wat is een poza?
Irrigatie via pozas is een eeuwenoude landbouwpraktijk die in de Ica-vallei tot op de dag van vandaag nog bestaat. Het woord poza, enkelvoud van pozas, betekent letterlijk zwembad. Het is een irrigatiemethode waarbij brede kuilen van één tot twee meter diep worden gegraven, die onder water worden gezet. Vaak met vloedwater. Met irrigatie door pozas kun je voedsel verbouwen in zeer droge omstandigheden. Het is zelfs geschikt voor gewassen die veel water nodig hebben, zoals rijst en druiven. De praktijk is diep verankerd in inheemse kennissystemen en gaat uit van gedeeld management van water. Elke boer heeft diens eigen pozas, maar het water dat gebruikt wordt om de pozas te vulen wordt gedeeld en beheerd door een groep boeren. Kleinschalige landbouw speelt een cruciale rol in het garanderen van voedselzekerheid in Peru. Maar juist deze landbouwsector is bijzonder kwetsbaar voor de gevolgen van zowel klimaatverandering als van het beleid. Beleid dat winst bóven duurzaamheid en sociale gelijkheid zet.
Poza betekent letterlijk zwembad
Inheemse technieken worden verdrongen
Sinds de jaren negentig heeft de Ica-vallei een snelle agrarische transformatie ondergaan. Daardoor is het agrarische landschap van de regio aanzienlijk veranderd. Grootschalige, commerciële landbouw krijgt nu voorrang op traditionele, kleinschalige, landbouw.
Hoewel bepaalde gebieden, zoals Ocucaje, relatief onaangetast zijn gebleven, worden inheemse landbouwpraktijken volop verdrongen. Dat geldt ook voor irrigatie door pozas. Moderne irrigatietechnieken, zoals druppelirrigatie, worden steeds vaker gebruikt omdat ze efficiënter met water zouden omgaan en dus beter passen bij de eisen van de exportgerichte agribusiness.
Maar deze transitie heeft ingrijpende sociaaleconomische- en milieugevolgen. De afschaffing van irrigatie door pozas leidde namelijk niet alleen tot de achteruitgang van gezamenlijke beheerpraktijken, maar ondermijnde ook de lokale voedselzekerheid. Het belang van kleine boeren, die o.a. afhankelijk zijn van traditionele irrigatiemethoden, wordt over het hoofd gezien.
Daar komt nog bij dat druppelirrigatie bijdraagt aan overmatig gebruik van grondwater, waardoor de waterschaarste alleen maar erger wordt. De lokale en inheemse kennis die de vallei eeuwenlang veerkrachtig hield, dreigt nu verloren te gaan.

Dominante westerse kaders
De neiging om lokale en inheemse kennis te negeren als betrouwbare bron, blijft hardnekkig bestaan. In de geschiedenis zien we keer op keer hoe deze kennis in de gangbare (lees: westerse) wetenschap vaak wordt afgedaan als ‘onwetenschappelijk’ of ‘anekdotisch’. Pas later, toen inheemse kennis meer erkenning kreeg, gebeurde dit vaak alleen als het aansloot bij de standaarden van de westerse wetenschappelijke kaders.
Manieren van weten en zijn
Dekoloniale benaderingen in de afgelopen jaren pleiten ervoor dat de wetenschap meerdere manieren van weten en zijn erkent. Verschillende kennissystemen werken volgens hun eigen principes, en zouden niet hoeven worden goedgekeurd door de dominante wetenschappelijke denkkaders. Dit gaat niet alleen over rechtvaardigheid, maar is ook cruciaal voor het aanpakken van hedendaagse mondiale uitdagingen. Zoals klimaatverandering, milieuschade en de gezondheid van onze planeet.
“Ook cruciaal voor de aanpak van klimaatverandering
Kennis koesteren
Bij wat Uncle Mike me vertelde over pozas, over de droogte van de grond, de interactie tussen plantenwortels en het grondwater, en het proces van het planten van zaadjes, gebruikte hij geen conventionele wetenschappelijke termen. En toch is zijn uitleg waardevol en rijk aan kennis. Want zijn kennis is opgebouwd door levenslange observatie en ervaring. Het weerspiegelt een begrip dat diepgeworteld is in de dagelijkse praktijk. We moeten de noodzaak voelen om zulke kennis te koesteren, en niet een beschrijving zoals die van Uncle Mike afwijzen omdat het niet in de ‘formele wetenschap’ is vastgelegd. Zijn inzichten zijn een essentieel onderdeel van een ander epistemologisch kader en komen voort uit directe betrokkenheid met de omgeving, verfijnd door vele generaties.
Onafhankelijkheid
Vandaag de dag bestaan er verschillende kennissystemen. Soms inspireren ze elkaar, maar soms leiden ze ook tot marginalisatie en onderdrukking. Wanneer westerse wetenschap inspiratie haalt uit de kennis van inheemse gemeenschappen, maken ze gebruik van het CARE-principe, een principe dat is opgesteld door deze inheemse gemeenschappen. CARE staat voor Collective Benefit, Authority to Control, Responsibility en Ethics. Deze principes beschermen de waarden, prioriteiten en de onafhankelijkheid van inheemse gemeenschappen.
Meerdere manieren van weten en zijn
Uitbuitende praktijken
Toch blijven uitbuitende praktijken bestaan. Bijvoorbeeld de farmaceutische industrie, die lange tijd profiteerde van inheemse kennis van medicinale planten en traditionele geneeskunde, zonder dat de inheemse gemeenschappen werden erkend of gecompenseerd. Er is dringende behoefte aan effectievere manieren om inheems intellectueel eigendom te beschermen.
Dit uitbuiten van kennissystemen is overigens niet beperkt tot industrieën. Het speelt ook in de academische wereld waar op een moderne, ‘traditionele’, manier wetenschap wordt beoefend. De wetenschap beschouwt inheemse gemeenschappen en hun kennis vaak als objecten van studie en dan wordt de menselijke waarde gemakkelijk uit het oog wordt verloren.
Verstand en emotie
In reactie hierop ontwikkelen wetenschappers, academici en onderzoekers uit de Global South alternatieve manieren van wetenschap beoefenen, zoals de sentipensante-methodes. Deze benadering beschouwt verstand en emotie niet als gescheiden, en richt zich op een diepgaande leerervaring die intellectuele, sociale, emotionele en innerlijke vaardigheden in balans brengt, met cultuur als centraal uitgangspunt.

Samenwerken Tijdens mijn recente veldwerk ontmoette ik een vrouwelijke onderzoeker van het Geophysical Institute of Peru. Ze was maandenlang het Peruaanse Amazonegebied in geweest om geologische metingen te doen. Ze werkt daar samen met de inheemse gemeenschappen, die inmiddels geleerd hebben om de apparatuur te gebruiken en te onderhouden. Deze gemeenschappen zetten de verzamelde data nu in voor hun eigen voordeel. Door zo samen te werken met de plaatselijke bevolking, in plaats van hun kennis buiten te sluiten, kunnen we helpen de planeet gezond te houden. Een gezonde planeet bestaat niet zonder de Global South.

Carmen G. Mallqui is promovendus bij de faculteit Geowetenschappen aan de Universiteit Utrecht. Haar onderzoek richt zich op het analyseren van de ruimtelijke structuren en de onderliggende oorzaken van de marginalisatie van klimaatwetenschappers en kennis uit tropische landen in de Global South. Ze heeft een BSc in Geografie en Milieu van de Pontificia Universidad Católica del Peru, een MSc in Local Economic Development van de London School of Economics and Political Science en een MSc in Water Management and Governance van IHE Delft – Institute for Water Education.