Nieuwe opleiding: Zorg, gezondheid en samenleving

In gesprek over de relatief nieuwe studie Zorg, Gezondheid en Samenleving (ZGS) met Freek Hoebeek, directeur van ZGS, en drie studenten: Louise Stiphout, Nima Javanjoo en Rumi Renckens. ZGS is een kleinschalige, interdisciplinaire bacheloropleiding op het snijvlak van Diergeneeskunde, Farmacie en Geneeskunde. De studie beleeft inmiddels haar derde jaar. De eerste groep studenten studeert binnenkort af.

Beeld: Ivar Pel

Ze worden getraind in zelfontwikkeling

Freek Hoebeek in portret
Freek Hoebeek
Directeur van ZGS

De opleiding is interdisciplinair. Wat is daar het voordeel van?

Freek: Grote problemen, zoals de coronapandemie, zijn niet op te lossen met maar één discipline. Wanneer je meerdere disciplines bij elkaar zet, merk je dat het vaak veel tijd kost om een andere discipline of denkwijze te begrijpen. Onze studenten leren dat tijdens de opleiding al. Door interdisciplinariteit ontwikkel je een brede blik

Hoe ervaren jullie de interdisciplinariteit van de opleiding?

Louise: De opleiding leert mij vanuit verschillende perspectieven te kijken naar klinische problemen en stimuleert om tot oplossingen te komen, waarbij ik rekening houd met de verschillen tussen disciplines.

Nima: De studie leert ons om verschillende perspectieven te combineren, wat heel nuttig is voor de toekomst. We kijken bijvoorbeeld niet alleen naar de menselijke gezondheid, maar gebruiken ook dierlijke voorbeelden.

Rumi: Ons onderwijs is niet alleen klinisch, maar ook maatschappelijk gericht. Docenten geven ons de ruimte om vrij na te denken en met elkaar in discussie te gaan. Daardoor leer ik hoe ik mij het beste kan inleven in een ander of om moet gaan met bepaalde situaties. Straks in het werkveld is dat een waardevolle vaardigheid.

Bij ZGS maken jullie gebruik van programmatisch toetsen. Wat houdt dat in?

Freek: Wij maken geen gebruik van tentamens en geven geen cijfers. We gebruiken veel meer momenten om de voortgang van onze studenten te meten. Dit zijn de zogenaamde ‘datapunten’. We combineren dan inhoudelijke kennis met bijvoorbeeld een vaardigheid als academisch schrijven. De student krijgt een schrijfopdracht, ontvangt feedback en reflecteert hier vervolgens op. Zo krijgen studenten veel meer grip op en inzicht in hun eigen ontwikkeling.

En wat vinden júllie van programmatisch toetsen?

Nima: Op de middelbare school draait alles om grote tentamens. Dan is programmatisch toetsen even wennen. Inmiddels vind ik het een prettige manier van toetsen. Je voortgang wordt gemeten over verschillende momenten, daardoor ervaar ik minder stress.

Louise: Ik vind deze manier van toetsen geweldig! Op de middelbare school was ik gefocust op cijfers. Nu vergelijk ik mezelf ook minder met anderen; je hebt het gehaald of niet. En heb je het niet gehaald, dan kun je het later inhalen. Dit systeem geeft je de ruimte om je te concentreren op je ontwikkeling gedurende het hele jaar.

Studenten zitten samen achter de laptop
Intensief samenwerken in kleine groepen tijdens de hele bachelor

Wat is een Step-back-week en wat doen studenten in zo’n week?

FreekOnze opleiding bestaat uit periodes van tien weken. Je volgt acht weken onderwijs — meer onderwijs dan bij andere opleidingen —, daarna heb je een Step-back-week en de tiende week ben je vrij. Studenten noemen dat de vakantieweek. Het is niet per se een vakantieweek, maar die week is wel echt bedoeld om je batterij weer op te laden. De negende week, de Step-back-week, is een week waarin we de inhoud van het onderwijs uit de eerste acht weken verbinden aan de persoonlijke ontwikkeling van de student. Zo bezoeken we tijdens de cursus ‘Mentale gezondheid & gedrag’ het Dolhuis in Haarlem. Dat maakt vaak veel los bij studenten. Dan kijken ze tijdens de Step-back-week samen met de docent naar: wat betekent dit voor jou, wat heb je geleerd en wat heb je eraan?

Wat kunnen studenten na de opleiding gaan doen?

Freek: Studenten kunnen SUMMA — een master Geneeskunde voor studenten met een andere achtergrond — of een ander schakelprogramma doen bij Geneeskunde, een master bij Diergeneeskunde, een master bij Farmacie of de interdisciplinaire master Medical Humanities van Geneeskunde en Geesteswetenschappen. Ook kunnen ze de beleidshoek of de managementkant van de zorg in. Wat je ziet is dat onze studenten een andere ontwikkeling doormaken dan bijvoorbeeld een bachelorstudent Geneeskunde of Diergeneeskunde. Als ze een master Diergeneeskunde gaan doen, wil dat niet zeggen dat ze per se dierenarts gaan worden. Ze kunnen dan ook kiezen voor de beleidskant in dat vakgebied. Ze worden getraind in zelfontwikkeling, dus kijken ook naar wat het beste bij hen past.

Bij deze studie werken we vaak samen. Dat vond ik in het begin moeilijk

Portretfoto Louise Stiphout in de natuur
Louise Stiphout
tweedejaarsstudent

Wat willen jullie gaan doen als je je bachelor hebt gehaald?

Louise: Ik wil een master binnen de Graduate School of Life Sciences volgen. Welke master weet ik nog niet precies, maar de onderzoeksgerichtheid van deze masters spreekt mij erg aan.

Nima: Ik wil een master Diergeneeskunde volgen, omdat ik veel van dieren houd en gefascineerd ben door de technische kant van zorg. Maar ik sluit Geneeskunde ook niet uit.

Rumi: Ik vind het belangrijk en noodzakelijk om als gezondheidsprofessional begrip te hebben van het brede spectrum dat geneeskunde eigenlijk is. Daarom heb ik eerst gekozen voor de bachelor ZGS en wil ik hierna SUMMA gaan doen om arts te worden.

Heeft de opleiding opstartperikelen gehad?

Freek: Natuurlijk, deels hebben we die nog steeds, want we draaien nu voor de eerste keer het derde jaar. Elk curriculum heeft opstartproblemen omdat je van de tekentafel naar een echte situatie gaat. ZGS is zeker nog in ontwikkeling en daar betrekken wij onze studenten ook actief bij. Een van de dingen die we zien in de praktijk is bijvoorbeeld dat onze studenten best snel wennen aan het programmatisch toetsen, maar dat het juist voor onze docenten lastiger wennen is. Zij geven ook les bij hun eigen faculteit en daar toetsen ze wel gewoon via tentamens.

Beeld: Ivar Pel

Wat vind je lastiger of minder leuk aan de opleiding?

Louise: Bij deze studie werken we vaak samen. Dat vond ik in het begin moeilijk. We worden hier wel goed in begeleid, waardoor het nu veel beter gaat. Docenten grijpen snel in als ze merken dat er iets misgaat.

Rumi: Hoewel het onderwijs interdisciplinair is, hebben we weinig contact met studenten Geneeskunde, Diergeneeskunde en Farmacie. Het onderwijs vindt plaats in de drie faculteiten, maar lessen volgen we alleen met studenten ZGS. Daarom was er een wens, zowel bij het bestuur van ZGS, als bij de studenten, voor een eigen studievereniging. Die heb ik mee opgezet. De studievereniging heet ‘Tridens’ oftewel drietand: naar de drie pijlers van ZGS.

Is de opleiding geworden zoals bedacht en draagt ZGS inderdaad bij aan Planetary Health?

Freek: De opleiding is zeker geworden wat we ervan verwacht en hoe we het bedacht hadden. Wij leiden professionals op in het gezondheidsdomein, die niet alleen ‘behandelen’, maar ook weten wat gezondheid is. Die bijvoorbeeld in kunnen zetten op preventie of een onderliggend probleem kunnen signaleren. En dat met een interdisciplinaire blik. In het derde jaar krijgen onze studenten societal challenges. Ze moeten dan een oplossing vinden voor problemen in of vraagstukken vanuit de maatschappij. Bijvoorbeeld: ‘Dierenasielen zitten te vol, wat kun je hieraan doen?’ of ‘Hoe kunnen we ervoor zorgen dat te jong geboren kinderen eerder naar huis kunnen?’ De Cartesiuswijk in Utrecht wordt nu ontwikkeld. De doelstelling van deze wijk is dat de bewoners langer gezond gaan leven, maar er is nog geen helder beeld over de gezondheidszorg voor die wijk. Dat gaan onze studenten nu bedenken.