Jan illustreert
Non olet ...

Pecunia non olet. Omdat niet iedere lezer alumna of alumnus klassieke talen is, zal ik het Nederlands erbij geven: geld stinkt niet. We danken deze wijsheid aan de geschiedschrijver Suetonius, die het verhaal van keizer Vespasianus optekende. Die voerde de door Nero afgeschafte belasting op urine weer in toen het Romeinse rijk aan de grond zat. (In ons land zit het Romeinse rijk vooral in de grond, maar dit terzijde.) Vespasianus’ zoon Titus (vergeef me deze parade van Latijnse namen) (en alle opmerkingen tussen haakjes) beklaagde zich bij zijn vader over de verwerpelijke herkomst van dit geld. Vespasianus (tevens de eerste scooterrijder in de geschiedenis, maar dáár hoor je Suetonius dan weer niet over) gooide een muntje omhoog en zei tegen zijn zoon: Neem je aanstoot aan de geur van deze munt? Nee? Toch komt hij uit de urine.
Pecunia non olet is een parafrase van deze geschiedenis. Het logische, wiskundige equivalent van die uitdrukking is: als iets stinkt, is het geen geld. Ga maar na: stront is geen geld. Rotte vis is geen geld (hoe duur die ook betaald wordt). En Liefde is een stinkend wonder
, dichtte Leo Vroman. Wat hij bedoelde was natuurlijk: het is geen geld. Er zit evenwel onmiskenbaar een luchtje aan veel geldzaken. Het paradoxale van geld is: er is meer dan genoeg van, maar desondanks hebben veel mensen te weinig. De inflatie is torenhoog, de voedselbanken werden nog nooit zo druk bezocht, de gasprijzen voor de winter doen het ergste vrezen. Toch is in restaurant De Librije in Zwolle tot aan juli 2023 geen dinertafeltje te krijgen. Puilen terrassen en festivals uit. Betalen mensen grif 110 euro (en meer, op de zwarte markt) om in de duinen naar Max Verstappen te kijken.
Ik misgun niemand goddelijk eten of voedsel voor hart en geest. Maar geld moet rollen, en het rolt altijd dezelfde kant op. Als de rijkste tien procent van Nederland bereid is met tien procent minder te leven kan alle armoede het land uit zijn. Geld stinkt niet. Maar hoe het verdeeld wordt wel.
Jan Beuving
Jan studeerde negen jaar aan de Universiteit Utrecht. Resultaat: een bachelor wiskunde (2008) en een master History and Philosophy of Science (2009). Daarna werd hij cabaretier. Momenteel speelt hij zijn voorstelling Restante door het hele land. Voor meer informatie kunt u terecht op zijn website.