Voordat je begint stel jezelf de volgende vragen:
- Wat zijn de doelstellingen die je wilt bereiken?
- Wie is de doelgroep en wat is hun kennisniveau?
- Waar en hoe ga je je boodschap overbrengen?
Wanneer je start met de voorbereiding van je presentatie, probeer dan de kerngedachte in 1 zin op te schrijven. Deze “kerngedachte” is de uiteindelijke conclusie die je publiek na de presentatie moet meenemen.
Plaats niet te veel informatie op een dia.
Zorg ervoor dat jouw Powerpoint niet overladen is met zinnen, statistieken en cijfers. Werk liever met opsommingstekens en korte zinnen en indien mogelijk deel cijferinformatie op over verschillende slides. Zo hanteer je best de 1-6-6 regel: 1 dia, 6 woorden per regel en 6 regels per dia.
Gebruik zo weinig mogelijk kleuren in de tekst.
Bij gebruik van meerdere kleuren gaan toeschouwers zich afvragen waarom dat is en verdwijnt de aandacht. De regel is niet meer dan twee kleuren per dia en niet meer dan drie kleuren per presentatie.
Wees consistent.
Zorg voor een rode draad door je slides. Het is belangrijk dat je op elke slide dezelfde stijl gebruikt. Gebruik dezelfde vormen, stijlen en kleuren. Zo straalt je presentatie eenvoud uit, maar het zorgt ook voor een sterke samenhang in de presentatie.
Te veel bullets maakt een presentatie voorspelbaar en saai.
Liever veel beelden waar je het verhaal bij vertelt dan veel tekst.
Mensen zijn visueel ingesteld, beelden kunnen het verhaal sterk ondersteunen. Een presentatie met alleen maar tekst is saai en blijft niet hangen. Gebruik daarom beelden zoals plaatjes, grafieken en foto’s die de inhoud ondersteunen. Ook hier geldt dat de hoeveelheid informatie per dia niet te groot mag zijn. Liever 1 groot beeld dan meerdere kleine beelden.
Beperk het gebruik van animaties.
Tekstfragmenten die de pagina komen binnenzweven; letters die stuk voor stuk in een titelbalk vallen enz. Powerpoint biedt een breed scala aan animatiemogelijkheden. Gebruik animatie en overgangseffecten met mate; niet meer dan twee of drie verschillende soorten effecten per presentatie en niet meer dan één per dia. Vaak wordt een animatie gebruikt omdat het er “leuk” uitziet. Animaties kunnen erg afleiden van het verhaal dat je wilt overbrengen.
Zorg voor voldoende contrast.
Wanneer letters en achtergrond bijna dezelfde kleur hebben is de presentatie onleesbaar. Zeker bij tekst over beeld moet je alert zijn.
Voorbereiden op de presentatie.
Oefen je presentatie of vraag een collega om feedback. Vraag van tevoren welke apparatuur beschikbaar is, controleer of je de juiste kabel hebt om aan te sluiten op de projector. Test de presentatie vooraf en zet de schermbeveiliging uit. Sluit andere software af die je presentatie kunnen verstoren zoals Outlook. Houd eventueel afdrukken bij de hand voor het geval de techniek je in de steek laat.