Ik houd van het kleinschalige hier

“Ik ga graag met mensen om en vind het heel leuk om ze te bedienen. Leden moeten zich hier thuis kunnen voelen en daar hoort een grapje of een serieus praatje zeker ook bij. Dat persoonlijke contact met gasten spreekt me aan; meer dan bijvoorbeeld de banqueting van grote partijen. Ik houd van het kleinschalige van de Faculty Club. Met de mensen die hier komen kan ik over het algemeen goed opschieten. Sommige gasten hebben wel een gebruiksaanwijzing, in de zin dat ze soms heel veeleisend zijn. Dan is het natuurlijk mijn vak om daar goed mee om te gaan. En nee, je hoort mij hier niet uit de school klappen ...

Fijn werk in de Huiskamer

Overdag, buiten de georganiseerde activiteiten om, loopt hier van alles binnen: individuele medewerkers, kleine groepjes, maar ook clubs die regelmatig hun bijeenkomsten hier houden. Een sociëteit die er elke vrijdag voor een borrel is bijvoorbeeld; een aantal mensen daarvan blijft dan vaak ook eten. En de eerste maandag van de maand komt een groep oud-studenten altijd een borreltje drinken. De meeste van die groepen zijn ook lid van de Faculty Club. Extra fijn aan het werk hier is dat de werktijden zo ideaal zijn. Ik begin meestal om half elf, kwart voor elf. Dan zet ik de boel klaar voor de lunch, soms schenk ik alvast een kopje koffie voor een enkele gast. Tussen elf en twaalf uur is het meestal rustig. Na de lunch ga ik alles weer gereedmaken voor het diner of een happy hour of wat voor activiteit dan ook. In de loop van de middag wordt het dan wat drukker met borrels en zo. Ik werk door tot een uur of negen ‘s avonds. Ik werk fulltime, maar dan verdeeld over vier dagen. In het weekend ben ik vrij en ik hoef niet tot diep in de nacht door te werken. Die regelmaat heb je in de horeca zelden of nooit. Meestal sta ik hier in de Huiskamer. Heel af en toe spring ik bij in het Academiegebouw als daar grote groepen gasten zijn. Net zoals mijn collega’s die dáár bedienen ook wel eens hier bijspringen.

Wat heb je hiervoor gedaan?

Ik kom uit het plaatsje Grou in Friesland en ben lang geleden begonnen in de horeca. Tijdens mijn opleiding aan de middelbare hotelschool heb ik onder meer stages gelopen in Stuttgart en Frankfurt. Daarna heb ik acht maanden op een cruiseschip gewerkt in het Caraïbisch gebied. Dat was keihard werken: acht maanden lang, zeven dagen in de week. Vervolgens heb ik nog een half jaar in een wintersporthotel in Zwitserland gewerkt. Na al die jaren in het buitenland besloot ik terug te keren om een baan in Nederland te zoeken. Ik ben in 2000 bij hotel Oud London in Zeist aan de slag gegaan. Toen Oud London de catering in het Academiegebouw ging verzorgen ben ik overgestapt. Zelfs toen Vineyard de horeca hier overnam van Oud London ben ik deze plek trouw gebleven. En daar beleef ik nog steeds veel plezier aan.

Ik ga graag met mensen om en vind het heel leuk om ze te bedienen. Leden moeten zich hier thuis kunnen voelen.

Meest gedenkwaardig

Ik kan niet zo gauw één specifieke activiteit noemen. Wel koester ik mooie herinneringen aan de vele themadiners zoals de wild- of aspergeavonden, happy hours en Midsummernight Party’s. Die avonden zijn net iets specialer dan anders. De meeste leden zijn dan ook iets vrijer dan overdag als ze hier met gasten komen. Al die avonden zijn anders, en elke activiteit heeft zijn eigen charmes. Voor mij persoonlijk maakt dat niet veel uit, behalve dat zo’n avond natuurlijk veel drukker is. Soms helpen er daarom studenten mee. Sommige zie je één keer, andere beginnen met dit bijbaantje al in hun eerste studiejaar en ik zie ze dan hun hele studie regelmatig verschijnen.

Wat zie jij voor je voor de toekomst?

Ik heb het hier steeds drukker zien worden in de loop van de jaren, maar nog steeds is er plek genoeg voor iedereen. Vaak gebruiken groepjes de Leeskamer, wat vroeger de Biljartkamer was. Dan kan de domibo gewoon in de Huiskamer doorgaan. In de zomer hebben we ook nog de tuin. Die is natuurlijk hartstikke mooi! Al is het voor mij minder: de hele dag die trap op en af, dat merk je wel aan het eind van de dag. Maar goed... Verder heb ik gezien dat er steeds meer jonge leden naar de Faculty Club komen. Ik zou het wel leuk vinden om onze drankenkaart een jonger tintje te geven. Ik heb al een kaart met speciale cocktails in gedachten. Misschien dat we die cocktails ook toepasselijke namen kunnen geven?”