De Faculty Club kan mensen uit hun bubbel trekken

“Beginnende docenten hebben geen platform om te overleggen", vertelt junior docent Tony Barshini. "Dat vind ik best wel raar. Je wilt toch je ervaringen uitwisselen over het college geven, waar je tegenaan loopt, wat goed gaat en wat minder? Over je onzekerheden of aanvaringen met studenten, het niveau van het Nederlands van studenten enzovoort."

"Daarom heb ik toen voor mijn afdeling Staats- en Bestuursrecht de Judotalks opgericht – de junior docent talks. Daarvoor zochten we een plek, bij voorkeur leuker dan een gewoon klaslokaal. En toen gaf Titia de Kramer van de Faculty Club ons de tip om eens bij hen te kijken. Sindsdien komen we eens in de twee weken in de Faculty Club bij elkaar. Ook andere juridische afdelingen zijn met vergelijkbare talks begonnen. Eigenlijk zou het over de hele universiteit uitgerold moeten worden, want beginnende docenten worden toch nog een beetje in het diepe gegooid. De universiteit heeft als een van haar kerndoelen om jonge mensen te onderwijzen tot kritisch-deelnemende burgers. Dan moet het geven van dat onderwijs ook gefaciliteerd worden. Zo ben ik dus via via bij de Faculty Club terechtgekomen en sinds een jaar ben ik ook lid."

Portret Tony Barshini
Tony Barshini studeerde aan het Utrecht Law College. Nu is hij als junior docent en promovendus verbonden aan het Utrecht Centre for Water, Oceans and Sustainability Law.

Waarom ben je enthousiast over de club?

"Om te beginnen natuurlijk vanwege de unieke locatie. Ik laat bezoekers van buiten Utrecht vaak als eerste het imposante Academiegebouw zien. Honderden jaren geleden werd in de huidige Aula de Unie van Utrecht getekend! En vanaf daar loop je zo door naar de grote zaal van de Faculty Club met die mooie, grote open haard. In de zomer kun je hier, midden in het centrum van Utrecht, buiten zitten in de prachtige tuin. Zo’n tuin heb je niet zo gauw in café in de buurt. Het is een heel fijne plek voor een lunch, een biertje of een etentje met vrienden. En het is ook interessant voor zakelijke ontmoetingen. Ik vind die verbintenis met de universiteit wel speciaal. Als ik hier met iemand afspreek, dan staat op de menukaarten het logo van onze universiteit. Een mooi detail. Behalve dit alles is het voor mij ook heel praktisch omdat mijn faculteit, Rechtsgeleerdheid (Rebo), er zo ongeveer om de hoek zit. Ik kan hier ook gewoon een werkgroep organiseren."

Kom uit je bubbel, mensen!

"Toen ik de Faculty Club eenmaal had ontdekt, nodigde Sandy [van Heerde, clubmanager, red.] me uit om met anderen mee te denken over het lustrumthema. We hebben een avondje gebrainstormd; een heel leuk, interactief gebeuren. Wat er uitkwam, was dat zichtbaarheid en bekendheid een punt is. Dat hoorde ik ook van collega’s die geen flauw idee hadden wat de Faculty Club is, terwijl Rebo toch een binnenstadfaculteit is. De universiteit is een heel grote organisatie waarbinnen elke faculteit een eigen eilandje vormt. Dat zou je willen doorbreken: blijf niet in je eigen bubbel zitten, maar zoek de kruisbestuiving op. Daar kan de Faculty Club aan bijdragen."

Als jij een activiteit mocht kiezen…

"Dan zou ik het heel leuk vinden om een soort van PhD-diner of -borrel te starten. Ik sta zelf aan het begin van mijn promotietraject en zou willen kennismaken met andere assistenten in opleiding (aio’s), niet alleen van rechtsgeleerdheid, maar van alle faculteiten. Laat twee of drie aio’s tijdens een borrel of diner vertellen over hun onderzoek. Aio’s, junior docenten en postdocs werken vaak op een tijdelijk contract en hebben met een onzekere toekomst te maken. Ze zijn gefixeerd op overleven, waardoor het sociale aspect minder aandacht krijgt. Na een week hard werken gaan ze vrijdagmiddag liever linea recta naar huis in plaats van naar de vrijmibo. Ze zijn ook niet gewend om wat gezelligs met collega’s te ondernemen. Dat is een gat waar de Faculty Club heel goed in kan springen. De gezelligheid en laagdrempeligheid zorgen ervoor dat je op zo’n borrel makkelijk nieuwe contacten maakt: met andere wetenschapscollega’s, niet-wetenschappers die ook bij de uni werken, mensen uit verschillende faculteiten, uit verschillende steden en expats."

Wie is je gedroomde spreker?

"Misschien niet heel origineel, maar behalve aan allerlei indrukwekkende overleden mensen denk ik vrij snel aan Barack Obama. Ik ben me op dit moment aan het verdiepen in het begrip ‘charisma’. En dan staat hij toch bovenaan mijn lijstje. Als hij niet kan, dan kies ik voor een jong iemand. We zijn binnen de faculteit bezig met de rechten van jonge mensen, zelfs ongeborenen. Hoe zit dat? Dus ik zou graag de mening horen van een puber van een jaar of veertien, vijftien. Iemand die echt een mening heeft over de rechten van jonge mensen. Of anders gelijk maar een hele groep jonge mensen om mee te discussiëren. Wat houdt ze bezig? Wat verwachten ze van ons?"

Mijn wensland voor een Happy Hour in de toekomst? Nou dan kies ik voor mijn geboorteland Syrië. Een avond met een Arabisch tintje.

Oer-Hollands gelukkig

"Ik vind de Happy Hours gelieerd aan een land en de cultuur van het land altijd tof. Ik heb ook erg genoten van de Hollandse editie. Ik had mijn jaarclubgenoten meegenomen en we hebben samen in de tuin allerlei oud-Hollandse spelletjes gedaan: sjoelen, ringwerpen… Er was lekker eten, het was goed georganiseerd en goed te doen qua kosten. Kortom: tiptop in orde. Mijn wensland voor een happy hour in de toekomst? Nou dan kies ik voor mijn geboorteland Syrië. Een happy hour met een Arabisch tintje."

Go wild!

"Mijn tofste feestje? Oké, mag ik dan ook het Academiegebouw erbij betrekken? Dan zie ik een groot feest voor me in het hele gebouw, met discoverlichting, en een dj die vanaf de katheder draait, rookeffecten in de Aula en plek om bij te komen van het dansen en om te chillen in de Huiskamer. Een van mijn beste vrienden, promovendus bij Geneeskunde, kan wel leuk plaatjes draaien. Dus de dj hebben we al.”

Over Tony Barshini

Tony Barshini studeerde aan het Utrecht Law College en ontdekte toen pas hoe leuk de stad eigenlijk is. Na zijn bachelor vertrok hij voor een half jaar naar Oslo, om vervolgens terug te keren en hier zijn master te halen. Inmiddels is hij als junior docent en promovendus verbonden aan het Utrecht Centre for Water, Oceans and Sustainability Law.