Waarom baby’s al vanaf de geboorte kunnen zien en horen
Er worden in de babytijd enorme hoeveelheden verbindingen gemaakt tussen zenuwcellen in de hersenen. Hierdoor ontstaan er netwerken van hersengebieden die snel en efficiënt de dingen die de baby meemaakt kunnen verwerken. Maar bij de geboorte ligt al een deel van het waarnemingsnetwerk klaar. Dat kan je bijvoorbeeld afleiden uit het feit dat een pasgeboren baby een knuffel kan zien (maar alleen als je het vlak voor haar neus houdt). Dat waarnemingsnetwerk is belangrijk voor de ontwikkeling van de andere netwerken, want het zorgt ervoor dat die bruikbare input krijgen. Goed kunnen zien en horen is heel belangrijk voor de ontwikkeling van het sociaal-signaalnetwerk. Dit netwerk bestaat uit een aantal gebieden die zich speciaal bezighouden met het verwerken van sociale signalen die mensen uitzenden. De oogbewegingen van iemand, lichaamshouding en stem gaan het sociaal-signaalnetwerk in en worden daar verwerkt. Het maakt dat een baby leert begrijpen hoe iemand zich voelt en waar de ander zijn aandacht op gericht heeft. Het helpt ook te voorspellen wat iemand gaat doen en dat alles maakt dat baby’s steeds beter in staat zijn om goed contact te maken met anderen.
Chantal Kemner, hoogleraar Biologische Ontwikkelingspsychologie