Meertaligheid
Een kind is 50% Turks, 50% Nederlands en woont in Nederland. Welke taal zou er het best thuis met hem gesproken kunnen worden?
Als de situatie het toelaat, zou ik aanraden om het kind beide talen mee te geven. Je leert namelijk nooit zo goed je talen als in je kindertijd. Ook sociaal gezien is het een verrijking, omdat het kind met meer mensen kan praten. Daarnaast kan meertaligheid de cognitieve ontwikkeling van kinderen versnellen. Om goed tweetalig te worden, is voldoende taalaanbod noodzakelijk. Je schijnt minimaal 25% van je taalaanbod in een taal nodig te hebben om deze taal te beheersen. Dat taalaanbod moet wel ‘kwalitatief ’ in orde zijn. Als beide ouders goed Turks spreken, zou Turks de thuistaal kunnen zijn. Buitenshuis is doorgaans voldoende Nederlands, waardoor het kind goed tweetalig kan worden. Als de Nederlandse ouder het Turks niet goed beheerst, moet deze geen Turks gaan praten. En als de Turkse ouder het Nederlands niet goed beheerst, kan deze beter Turks spreken tegen het kind. Het kind is er namelijk geenszins bij gebaat een onvolledige, kwalitatief arme versie van een taal aangeboden te krijgen.
Elma Blom, universitair docent Orthopedagogiek