Zoönosen

Het staat in ons collectieve geheugen gegrift. In 2019 brak het virus met de naam COVID-19 uit en zorgde ervoor dat de hele wereld twee jaar lang ‘op slot’ ging. Veel mensen werden ziek en overleden aan de gevolgen van dit Coronavirus en nog steeds kampen veel mensen met post-Covid klachten (‘Long COVID') als gevolg van een besmetting. Het coronavirus is een voorbeeld van een zoönose. Een infectieziekte die van dieren op mensen kan overgaan.

Een ander voorbeeld van een zoönose die veel leed heeft veroorzaakt in Nederland is Q-koorts. De Q-koorts bacteriën gaan van besmette melkgeiten,  schapen of runderen via de lucht of omgeving over op mensen. Tussen 2007 en 2010 raakten tienduizenden Nederlanders besmet met deze ziekte, vaak zonder het te merken. Maar mensen kunnen ook ernstig ziek worden, met chronische Q-koorts of overlijden als gevolg.

Naast Q-koorts en COVID-19 vonden er meer zoönotische uitbraken plaats in Nederland deze eeuw, zoals de Veegerelateerde MRSA-uitbraak op varkens- en kalveren bedrijven in 2007 en de Vogelgriep in 2003. Deze laatste zoönose vormt in 2025 nog steeds een bedreiging voor de gezondheid van dieren en mensen en wordt goed in de gaten gehouden. Op de pagina "Zicht op vogelgriep" (RIVM website) staat hoe groot het risico op dit moment is en hoe dat risico wordt ingeschat.

In april 2024 waren hoogleraar Arjan Stegeman en Judith van den Brand, hoofd van het Dutch Wildlife Health Center (DWHC) te zien in een reportage van Nieuwsuur over het gevaar van Vogelgriep.

Bekijk de hele uitzending van Nieuwsuur met daarin het item over Vogelgriep (vanaf 22:52).

Signaleren, voorkomen en bestrijden

Omdat we in Nederland met miljoenen dieren en mensen dicht op elkaar leven is de kans op besmetting door zoönosen groot. Het is dus van levensbelang dat we samenwerken aan het signaleren, voorkomen en bestrijden van uitbraken. Vanuit die behoefte is in 2011 de nationale Zoönosenstructuur opgericht. Een overlegstructuur waarin verschillende experts uit het hele land bij elkaar komen om zoönosen, die een risico vormen voor de gezondheid van dieren en mensen, op tijd te signaleren, beoordelen en bestrijden.

Uitleg over de nationale Zoönosenstructuur

Hoe dragen wij bij aan het voorkomen, bestrijden en signaleren van zoönosen?

De faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht is een van de partners in de Zoönosenstructuur. Daarnaast geven we onderwijs over zoönosen aan studenten en aan collega’s werkzaam in de humane gezondheidszorg zoals huisartsen en specialisten. En om beter te begrijpen hoe we toekomstige besmettingen kunnen voorkomen en bestrijden doen we onderzoek naar verschillende zoönosen en omgevingen waarin deze ziektes van dier op mens kunnen overspringen.

Lees het verhaal: Hoe wapenen we ons tegen ziektenverwekkers?

Signaleringsoverleg Zoönosen

Een belangrijke schakel binnen de Zoönosenstructuur is het Signaleringsoverleg Zoönosen. In dit overleg komen dierenartsen, artsen en onderzoekers (deskundigen uit de veterinaire en humane sector) elke maand samen om zoönotische signalen uit het hele land te beoordelen en indien nodig maatregelen te nemen om besmetting of verdere verspreiding te voorkomen.

Samenwerking tussen veterinaire en humane partijen zorgt voor effectieve bestrijding van zoönosen

Infographic van het Signaleringsoverleg Zoönosen. Een landkaart van Nederland met dieren en mensen er op en enkele figuren uitgelicht die signalen doorgeven aan het overleg, zoals (dieren)artsen, veehouders en boswachters.
Infographic van het Signaleringsoverleg Zoönosen. Artsen, veehouders, dierenartsen en boswachters merken signalen op uit heel Nederland en geven deze door aan het Signaleringsoverleg Zoönosen. Hieruit volgen maatregelen.

Deelnemers Signaleringsoverleg Zoönosen

Het Signaleringsoverleg bestaat uit deskundigen vanuit: het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), de Gemeentelijke Gezondheidsdiensten (GGD), het Incident en Crisis centrum (NVIC) en het Centrum Monitoring Vectoren van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA), Wageningen Bioveterinary Research (WBVR), de Gezondheidsdienst voor Dieren (Royal GD), de Faculteit Diergeneeskunde Universiteit Utrecht (FD), het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) en het Erasmus Medisch Centrum (Erasmus MC).

Deskundigen vanuit Diergeneeskunde

Experts Els Broens (hoofd van het Veterinair Microbiologisch Diagnostisch Centrum) en Judith van de Brand (hoofd van het Dutch Wildlife Health Centre) nemen, vanuit de faculteit Diergeneeskunde, iedere maand deel in het Signaleringsoverleg zoönosen. Hoogleraar Arjan Stegeman is voorzitter van de Deskundigengroep Dierziekten. Bij een (dreigende) uitbraak van een zoönose vervult hij bovendien de rol van vicevoorzitter van het Outbreak Management Team Zoönosen (OMT-Z).

Wat waart er rond onder huisdieren in ons land?

Analist Anky Schoormans (links) en microbioloog Els Broens bekijken samen een antibiogram, waarmee ze de gevoeligheid bepalen van een bacterie voor verschillende antibiotica.

Experts van Het Veterinair Microbiologisch Diagnostisch Centrum (VMDC) onderzoeken materiaal zoals bloed, urine en ontlasting van huisdieren (opgestuurd door dierenartsen) op ziekteverwekkers. Zij signaleren trends en zijn alert op zoönosen. Daarnaast houden ze bij hoeveel infecties er bij huisdieren voorkomen met bacteriën die ongevoelig zijn geworden voor antibiotica. Dierenartsen kunnen bellen of mailen met vragen en zorgen over eventuele zoönose verdenkingen bij patiënten.

Lees het verhaal: Het is altijd belangrijk om alert te blijven

Onderzoek naar zoönosen

Onderzoekers van Diergeneeskunde bestuderen zoönosen vanuit verschillende gezichtspunten. Zij kijken bijvoorbeeld naar:
 

  • Zoönosen die voorkomen bij verschillende diersoorten en omgevingen, zoals huisdieren, veehouderijen of ‘in het wild’.

  • De eigenschappen van de ziekteverwekkers zelf.

  • Maatregelen die ervoor kunnen zorgen dat er geen of minder overdracht is van ziekteverwekkers van dieren naar mensen.

Voorbeelden van onderzoek:

Tijdens de coronapandemie stond de Vetscience; het magazine van de faculteit Diergeneeskunde, in het teken van zoönosen en opkomende infectieziekten.

Lees de Vetscience special over opkomende infectieziekten (PDF)

Onze experts