Een zachte landing na je zwangerschapsverlof
Sinds enkele jaren is het voor vrouwelijke stafwetenschappers – die een kind verwachten- mogelijk om een aanvraag in te dienen voor een speciale regeling. De terugkeer naar een loopbaan in de wetenschap regeling. Het doel van deze regeling is om vrouwelijke wetenschappers te helpen hun carrière succesvol voort te zetten na het zwangerschapsverlof. Met andere woorden: het geeft nieuwe moeders de ruimte om zich te concentreren op bepaalde aspecten van de baan waar ze het meest in willen investeren. We spraken met drie wetenschappers: Zerrin Yumak, Kaisa Kajala en Eline Hutter over hun ervaring met de regeling en hoe zij hun carrière weer hebben opgepakt na het krijgen van een kind.
Zerrin Yumak: “Na mijn zwangerschapsverlof kon ik mij door de regeling meer richten op onderzoek. Ik heb een promovendus aangenomen en een laboratorium opgezet vlak voordat ik met zwangerschapsverlof ging. Door de regeling heb ik een soepele start kunnen maken.” Eline Hutter voegt daaraan toe: “Ik heb het omgekeerde gedaan, toen ik terugkwam wilde ik mij meer op onderwijs richten om mijn onderwijsbevoegdheid te halen. Via de regeling kon ik een uitstekende postdoc inhuren om een deel van mijn onderzoek over te nemen”. Kaisa Kajala huurde voor vier maanden een laborant in. Dit bespaarde haar o.a. praktisch regelwerk: “Ik was een gloednieuw project aan het opzetten waarvoor er allerlei dingen geregeld moesten worden. Zoals zaden kopen en testen hoe je nieuwe planten kunt kweken. Dat soort dingen hoefde ik nu niet te doen”.
De regeling biedt stressverlichting. Een baby krijgen is een bijzondere periode. Je moet je aanpassen aan, nou ja... letterlijk de nachten, maar ook de nieuwe privésituatie in het algemeen.
Zwangerschapsverlof compensatie
Vrouwelijke stafwetenschappers kunnen voor een periode van vier maanden gebruik maken van de regeling, met een flexibele startdatum tot anderhalf jaar na afloop van de zwangerschapsverlof. Eline Hutter is blij met de regeling, omdat het vanwege de specifieke expertise van wetenschappers in het algemeen vaak onmogelijk is een geschikte vervanger te vinden tijdens het zwangerschapsverlof. “Ik heb de regeling in feite gebruikt om de verloren tijd tijdens mijn zwangerschapsverlof in te halen.” Ze zou de regeling aanraden aan elke vrouwelijke wetenschapper die een kind verwacht. Ook Kajala is positief: “De regeling heeft geen nadelen. Je kunt zelf kiezen op welke manier je een impuls aan je carrière wilt geven.”
Zerrin Yumak voegt daaraan toe: “De regeling biedt stressverlichting. Een baby krijgen is een bijzondere periode. Je moet je aanpassen aan, nou ja... letterlijk de nachten, maar ook aan de nieuwe privésituatie in het algemeen. In combinatie met de nieuwe realiteit van de baan.”
Communicatie en drempels
Aan de communicatie rondom de regeling is nog een hoop te verbeteren. Volgens Zerrin is het heel belangrijk dat begeleiders het initiatief nemen om de regeling onder de aandacht te brengen: “Ik had geluk dat er in mijn groep veel informatie beschikbaar was rondom deze regeling. Zelf vertel ik het aan iedere vrouwelijke wetenschapper die een kind verwacht. Het moet wel actief verteld worden, want mijn ervaring is dat HR denkt dat begeleiders over deze regelingen vertellen, terwijl begeleiders dit weer zien als een HR taak. Er is een wereld te winnen”. Kaisa erkent: “de informatievoorziening is niet altijd helder rondom deze regeling. Tegelijkertijd, omdat ik uit Finland kom, weet ik niet altijd wat mijn rechten zijn. Ik wist bijvoorbeeld niet dat de Nederlandse wet voorziet in maximaal twee uur borst- of kolftijd voor vrouwen die borstvoeding geven tijdens de werkdag.”
Binnen onderzoeksgroepen en departementen is het een gangbaar gebruik dat het toewijzen van een bepaald bedrag voor een specifiek doel, de financiële mogelijkheden op een ander front vermindert. Dit is de reden waarom sommige wetenschappen geen gebruik maken van bepaalde regelingen. Kaisa wijst op deze onbedoelde drempel: “Het moet heel duidelijk zijn dat er een speciale pot met geld is voor het gebruik van deze regeling. Dit geld wordt niet elders ingezet als je het niet gebruikt.”
Het moet heel duidelijk zijn dat er een speciale pot met geld is voor het gebruik van deze regeling.
Verbeteren van de regeling
Hoewel alle drie de wetenschappers tevreden zijn met de regeling, is er ruimte voor verbetering. Eline Hutter: “Je moet je drie maanden vóór je bevalling aanmelden voor de regeling. Het is raar dat je op dat moment moet bepalen wat je na je zwangerschapsverlof denkt nodig te hebben.” Zerrin kan zich vinden in dit gevoel: “Het is zo'n unieke ervaring. Je kunt het nergens mee vergelijken. Plannen maken over wat je nodig hebt is niet altijd vanzelfsprekend. De realiteit is vaak ingewikkelder dan waarvoor de voorwaarden van de regeling ruimte geven.”
“Als ik heel eerlijk ben”, begint Eline: “voelde ik mij mentaal en fysiek pas negen maanden na mijn bevalling weer de oude. Mijn hersenen waren gewoon niet op hetzelfde niveau als daarvoor. Maar na vier maanden begon ik weer te werken.” Zerrin: “dat heb ik ook zo ervaren, of het nu komt door slaaptekort, hormonen, of gewoon de omvang van wat er in je privé omgeving gebeurt. Ik kon gewoon niet meer constant zó scherp zijn zoals voorheen, de hele tijd. Je leven verandert. Je moet je aandacht meer verdelen”.
Ik heb verschillende vrouwelijke promovendi gekend, die geweldig getalenteerd waren, maar het onmogelijk achtten hun gezinsplanning te combineren met een verdere wetenschappelijke carrière.
Dieperliggende zorgen
Het gesprek over de regeling brengt ook andere, dieperliggende problemen aan de oppervlakte. Die gaan met name over de druk die jonge wetenschappers ervaren om de doelstellingen van hun tenure track te behalen. Dat werkt zo. Voor jonge wetenschappers in het algemeen - maar ook binnen de UU - is de tenure track dé weg naar een vaste aanstelling als wetenschapper. Daarom is de druk om te presteren - als je een carrière in de academische wereld wilt opbouwen - groot. Volgens de drie wetenschappers geeft het tenure track systeem niet de ruimte die nodig is voor een zwangerschap of de realiteit van het opvoeden van kinderen. Ondanks het feit dat een tenure track tijdelijk met maximaal drie maanden kan worden verlengd, is dat niet altijd voldoende. Eline: “Ik heb verschillende vrouwelijke promovendi gekend, die zeer getalenteerd waren, maar het onmogelijk vonden om hun gezinsplanning te combineren met een verdere wetenschappelijke carrière en er daarom voor kozen om niet verder te gaan in de academische wereld. Terwijl het allebei moet kunnen! Al dat talent wordt verspild.” Zerrin vult aan: “Het is alsof je je persoonlijke levensbeslissingen moet plannen rond een vast contract. Ik ken wetenschappers die kinderen krijgen ná hun tenure track of promotie. Het is triest dat dit gebeurt. Want wat gebeurt er gemiddeld en biologisch gezien met een vrouw die op haar tenure of PhD track zit? Zij heeft biologisch en cultureel gezien de juiste leeftijd om kinderen te krijgen.”
Zerrin Yumak, Kaisa Kajala en Eline Hutter juichen iedere vrouwelijke collega toe die in de toekomst van de regeling gebruik zal maken. De regelgeving rondom ouderschapsverlof en het gebruik van dit soort regelingen verschilt als je man, vrouw, wetenschapper of niet-wetenschapper bent. Die conclusie geeft aan dat er nog veel werk aan de winkel is op het gebied van gelijkheid en inclusie voor nieuwe ouders.