Windenergie - veelgestelde vragen
De Universiteit Utrecht wil in 2030 CO2-neutraal zijn. Windenergie is een effectieve manier om groene elektriciteit op te wekken. De Universiteit Utrecht onderzoekt of het mogelijk is om zelf windenergie op te wekken in het Utrecht Science Park. Dit verkennend onderzoek doen we op ons eigen grondgebied, omdat we de last van onze groene energievraag liever niet ergens anders willen neerleggen en de levering van energie voor onderzoek en onderwijs zeker moeten stellen. Hieronder vindt u antwoorden op vragen die u mogelijk heeft.
De Universiteit Utrecht werkt aan een betere wereld. Onze wetenschappers werken dagelijks aan oplossingen voor problemen als gevolg van de klimaatcrisis, zoals toenemende droogte, biodiversiteitsverlies en sociale ongelijkheid. We nemen onze maatschappelijke verantwoordelijkheid en leveren een actieve bijdrage aan de ontwikkeling van een duurzame samenleving.
We willen bovendien een inspirerend voorbeeld zijn voor anderen en streven er o.a. naar om in 2030 CO2-neutraal te zijn. Op dit moment hebben energie en mobiliteit de grootste impact op de totale CO2-uitstoot van de universiteit. Daarom is het verduurzamen van de energieproductie en het -gebruik een belangrijk doel. Het verminderen van het eigen energieverbruik, goed gebruik van energie en de overgang naar een duurzame energievoorziening zijn belangrijke factoren die bijdragen aan het behalen van dit doel. Dit sluit aan bij één van de vier strategische onderzoeksthema’s van de Universiteit Utrecht: Pathways to Sustainability.
Windenergie is een effectieve manier om groene elektriciteit op te wekken. Om deze reden doen we verkennend onderzoek of het mogelijk is om zelf windenergie op te wekken in het Utrecht Science Park.
De Universiteit Utrecht wil in 2030 CO2-neutraal zijn. De universiteit wil haar verantwoordelijkheid nemen en als opleidingsinstituut een voorbeeld zijn door de bijdrage aan de energietransitie te maximaliseren. Op dit moment hebben energie en mobiliteit de grootste impact op de totale CO2-uitstoot van de universiteit. Daarom is het verduurzamen van de energieproductie en het -gebruik een belangrijk doel. Het verminderen van het eigen energieverbruik, goed gebruik van energie en de overgang naar een duurzame energievoorziening zijn belangrijke factoren die bijdragen aan het behalen van dit doel.
Windenergie is een effectieve manier om groene elektriciteit op te wekken. Om deze reden doet de universiteit verder verkennend onderzoek of het mogelijk is om zelf windenergie op te wekken in het Utrecht Science Park.
Op verzoek van de universiteitsraad en in opdracht van de Directie Vastgoed & Campus is in 2018 verkennend onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van het opwekken van windenergie in het Utrecht Science Park (USP). Er is een brede inventarisatie gedaan waarbij voor een aantal typen windmolens - grote, kleinere en innovatieve - is onderzocht op welke locaties in het USP windmolens geplaatst zouden kunnen worden. Het haalbaarheidsonderzoek dat nu loopt, is een vervolg op deze inventarisatie.
Het oorspronkelijke doel van het haalbaarheidsonderzoek was om verder te verkennen wat de mogelijkheden zijn van twee windmolens op locaties langs de snelweg A28 dichtbij het knooppunt Rijnsweerd. De eerste technische onderzoeksresultaten laten zien dat één locatie, nabij Sportcentrum Olympos, lijkt af te vallen. De andere locatie langs de snelweg A28, dichtbij knooppunt Rijnsweerd, lijkt wel aan alle milieunormen zoals geluid, slagschaduw en veiligheid te kunnen voldoen. Op deze plek is potentieel ruimte voor één grote windmolen. Met één grote windmolen wordt de energievoorziening van de universiteit circa 20-25% verduurzaamd.
Binnen het haalbaarheidsonderzoek is veel aandacht voor dialoog met de omgeving. Daarnaast onderzoeken we de financiële en technische haalbaarheid van de windmolen.
De Universiteit Utrecht wil in 2030 CO2-neutraal zijn. Op dit moment hebben energie en mobiliteit de grootste impact op de totale CO2-uitstoot van de universiteit. Daarom is het verduurzamen van de energieproductie en het -gebruik een belangrijk doel. Het verminderen van het eigen energieverbruik, goed gebruik van energie en de overgang naar een duurzame energievoorziening zijn belangrijke factoren die bijdragen aan het behalen van dit doel.
De universiteit heeft beperkte mogelijkheden om zelf duurzame energie op te wekken. Bijvoorbeeld het gebruik van biomassa is zeer discutabel als het gaat over de aanvoer van biomassa, maar ook als het gaat over uitstoot bij het verstoken van biomassa. De universiteit staat daar niet achter.
Dan blijven eigenlijk alleen zonne-energie en windenergie over als gangbare duurzame energie productie technieken. We hebben ze allebei nodig om in de buurt te komen van onze ambitie. Zeker als we ook anderen willen laten participeren in de projecten in het Utrecht Science Park.
Het voordeel van windenergie is dat er relatief weinig ruimte voor nodig is. Een combinatie van zon en wind geeft de meest optimale belasting van het elektriciteitsnetwerk. Als het waait dan schijnt namelijk de zon meestal minder en andersom.
De Universiteit Utrecht verkent met het haalbaarheidsonderzoek wat de mogelijkheden zijn van twee windmolens op locaties langs de snelweg A28 dichtbij het knooppunt Rijnsweerd. De universiteit doet onderzoek naar de technische en financiële mogelijkheden en er is veel aandacht voor dialoog met belanghebbenden.
Technisch onderzoek
De eerste technische onderzoeksresultaten laten zien dat één locatie, nabij Sportcentrum Olympos, lijkt af te vallen. De andere locatie langs de snelweg A28, dichtbij knooppunt Rijnsweerd, lijkt wel aan alle milieunormen zoals geluid, slagschaduw en veiligheid te kunnen voldoen. Deze locatie ligt bovendien ver genoeg van de dichtstbijzijnde bestaande woonbebouwing van Rijnsweerd-Zuid. Op deze plek is potentieel ruimte voor één grote windmolen. De universiteit doet op deze locatie veel onderzoek. Bijvoorbeeld naar de mogelijke effecten van de windmolen op wetenschappelijk onderzoeksapparatuur. De resultaten van dat onderzoek zijn nog niet bekend.
Belanghebbenden als raadgever
De inbreng voor het haalbaarheidsonderzoek is grotendeels opgehaald binnen het proces van de totstandkoming van de Omgevingsvisie USP. De gemeente Utrecht onderzocht samen met het UMC Utrecht en de Universiteit Utrecht o.a. hoe bewoners en bedrijven denken over mogelijke duurzame oplossingen in het Utrecht Science Park.
Uitgangspunt is dat de Universiteit Utrecht zorg draagt voor een zorgvuldige en vroegtijdige informatievoorziening van betrokkenen en het consulteren van belanghebbenden. De universiteit voert gesprekken met belanghebbenden. De mogelijke zorgen, wensen en adviezen zijn zo goed mogelijk in kaart gebracht en meegenomen in het onderzoek. Ook de impact van trillingen en elektromagnetische pulsen op onderzoeksapparatuur wordt uitgebreid onderzocht en besproken met onderzoekers van faculteiten en bedrijven. Het haalbaarheidsonderzoek loopt naar verwachting tot en met het vierde kwartaal van 2023.
Het haalbaarheidsonderzoek windenergie sluit aan op de duurzaamheidsambitie van de universiteit om in 2030 CO2-neutraal te zijn. Windenergie kan hier een belangrijke bijdrage aan leveren.
De Universiteit Utrecht bevindt zich nog in de vroege ontwikkelfase van het project. Er is nog geen keuze gemaakt in het type windmolen. De eerste onderzoeksresultaten laten zien dat op de onderzochte locaties geen ruimte lijkt te zijn voor twee windmolens, maar mogelijk wel voor één grotere windmolen.
De hoogte van windmolens wordt aangeduid met tiphoogten: het hoogste punt dat de wieken van de molen halen. Gedacht wordt momenteel aan een windmolen met een tiphoogte van rond de 200 meter en een masthoogte (midden van de wieken) van rond de 120 meter.
De Universiteit Utrecht bevindt zich nog in de vroege ontwikkelfase van het project. Er is nog geen keuze gemaakt in het type windmolen. Op dit moment wordt een windmolen van 3,5 tot 4 MW onderzocht. Deze windmolen heeft een tiphoogte van circa 200 meter en vangt door de hoogte veel wind. Dit type levert in verhouding veel meer elektriciteit dan andere vormen van windenergie zoals kleine molentjes op daken of windmolens van middelgroot formaat (77 meter).
De windmolen voldoet bovendien aan de gangbare milieunormen en levert een zo'n hoog mogelijke bijdrage aan de duurzame energiemix ambitie van de universiteit.
Het College van Bestuur van de Universiteit Utrecht sluit niet uit dat na deze eerste verkenning andere locaties of andere vormen van windenergie worden onderzocht. Deze worden nu niet meegenomen in dit haalbaarheidsonderzoek.
De Universiteit Utrecht bevindt zich nog in de vroege ontwikkelfase van het project. Er is nog geen keuze gemaakt in het type windmolen. De eerste onderzoeksresultaten laten zien dat op de onderzochte locaties geen ruimte lijkt te zijn voor twee windmolens, maar mogelijk wel voor één grotere windmolen.
Met een grotere windmolen met een tiphoogte van rond de 200 meter kan de universiteit circa 20% van haar elektriciteitsvraag verduurzamen. In de toekomst zou dit aandeel groter kunnen worden, omdat de vraag naar energie van de universiteit lijkt te dalen. Dit komt met name doordat de Universiteit Utrecht steeds meer energiezuinige panden bouwt.
De Universiteit Utrecht kiest er voor om zoveel mogelijk van haar energiebehoefte duurzaam op te wekken op eigen terrein. De universiteit wil haar verantwoordelijkheid nemen en als opleidingsinstituut een voorbeeld zijn door de bijdrage aan de energietransitie te maximaliseren.
Slechts een beperkt aantal locaties in het USP leent zich voor het plaatsen van windmolens. Op veel plekken van het grondgebied van de universiteit zijn er belemmeringen, zoals geluidsbelasting en externe veiligheid, als ook de aanvliegroute van de traumahelikopter van het UMC Utrecht.
In een eerste verkenning in 2018 is een brede inventarisatie gedaan, waarbij verschillende typen windmolens - grote, kleinere en innovatieve - zijn onderzocht. Uit deze verkenning zijn in de Noordwest-hoek van het Utrecht Science Park twee mogelijk geschikte locaties voor windmolens naar voren gekomen.
De eerste technische onderzoeksresultaten laten zien dat 1 locatie, nabij Sportcentrum Olympos, lijkt af te vallen. De andere locatie langs de snelweg A28, dichtbij knooppunt Rijnsweerd, lijkt wel aan alle milieunormen zoals geluid, slagschaduw en veiligheid te kunnen voldoen. Deze locatie ligt bovendien ver genoeg van de dichtstbijzijnde bestaande woonbebouwing van Rijnsweerd-Zuid. Op deze plek is potentieel ruimte voor 1 grote windmolen. De universiteit verwacht dat het geluid van een windmolen in de buurt van de snelweg voor een deel zal worden geneutraliseerd door het al aanwezige geluid afkomstig van de snelweg.
De andere locatie die redelijk geschikt bleek, is het gebied aan de Tolakker in het Zuidoost-hoek van het Utrecht Science Park. De Universiteit Utrecht heeft besloten deze plek op dit moment niet verder te onderzoeken, onder andere vanwege het historische en open karakter van het landschap (waterlinie gebied) en de nabijheid van landgoed Amelisweerd en de bebouwde kom van Bunnik.
De Universiteit Utrecht wil als universitaire instelling en eigenaar van het grootste deel van het grondgebied van het Utrecht Science Park verantwoordelijkheid dragen en onderdeel zijn van de oplossing van het energievraagstuk. Door te kiezen voor een verkenning op eigen grondgebied laat de universiteit zien dat zij de last van haar groene energievraag niet zo maar elders wil neerleggen.
Het Utrecht Science Park is bovendien een kansrijk gebied voor duurzame energie initiatieven. Het is een campus waar onderzoekers en studenten dagelijks werken aan duurzame oplossingen; voor het Utrecht Science Park, de stad Utrecht en de maatschappij. Studenten komen op deze manier in aanraking met duurzame keuzes en initiatieven, wat hen vormt voor de rest van hun leven.
De Universiteit Utrecht wil in 2030 CO2-neutraal zijn. Op dit moment hebben energie en mobiliteit de grootste impact op de totale CO2-uitstoot van de universiteit. Daarom is het verduurzamen van de energieproductie en het -gebruik een belangrijk doel van de universiteit. Daarbij zetten we in eerste instantie in op energiebesparing, het zoveel mogelijk opwekken van duurzame energie op eigen terrein en als laatste maximaal rendement halen uit fossiele brandstoffen die dan nog nodig zijn.
De Universiteit Utrecht is initiatiefnemer van dit haalbaarheidsonderzoek. Als initiatiefnemer hecht de universiteit veel waarde aan de inbreng van belanghebbenden. Ervaringen bij andere windprojecten in Nederland laten zien dat de belangrijkste zorgen gaan over geluid, slagschaduw en de zichtbaarheid in het landschap.
De inbreng voor het haalbaarheidsonderzoek wordt grotendeels opgehaald binnen het proces van de totstandkoming van de Omgevingsvisie USP. De gemeente Utrecht onderzoekt samen met het UMC Utrecht en de Universiteit Utrecht o.a. hoe bewoners en bedrijven denken over mogelijke duurzame oplossingen in het Utrecht Science Park.
De universiteit heeft tot en met de zomer van 2021 gesprekken gevoerd met belanghebbenden. Mogelijke zorgen, wensen en adviezen zijn zo goed mogelijk in kaart gebracht en meegenomen in het onderzoek. Ook de impact van trillingen en elektromagnetische pulsen op onderzoeksapparatuur wordt uitgebreid onderzocht en besproken met onderzoekers van faculteiten en bedrijven. Het haalbaarheidsonderzoek loopt naar verwachting tot en met het vierde kwartaal van 2023.
Geïnteresseerden die meer willen weten over het haalbaarheidsonderzoek windenergie van de Universiteit Utrecht kunnen contact opnemen met Jolt Oostra, portefeuillemanager energie. Stuur een e-mail naar: windenergie@uu.nl.
De Universiteit Utrecht realiseert zich dat windmolens impact hebben op de omgeving. Zij wil minimaal voldoen aan de wettelijke normen, maar zij kijkt ook of er meer mogelijk is. In dit kader hecht de universiteit veel waarde aan de inbreng van belanghebbenden tijdens het haalbaarheidsonderzoek waarbij ook mogelijke zorgen aan de orde kunnen komen. Daarbij kan gedacht worden aan maatregelen zoals het plaatsen van zeer stille windmolens of het stilzetten van windmolens als er sprake zou zijn van slagschaduw. Zij maakt daarbij gebruik van informatie van de rijksoverheid, NWEA en de natuur- en milieuorganisaties over slagschaduw, geluidgezondheid, woningwaarde, landschap en natuur. Deze informatie, samen met de inbreng uit de omgeving, vormt een belangrijk onderdeel van het haalbaarheidsonderzoek.
Bijzonder aan deze locatie is dat er wetenschappelijk onderzoek wordt gedaan met bijzonder gevoelige onderzoeksapparatuur. De windmolens mogen geen onacceptabele invloed hebben op het onderzoek dat wordt gedaan in het USP. Windmolens produceren in hun directe omgeving trillingen en elektromagnetische puls. Dit zijn effecten die ook door bijvoorbeeld een tram kunnen worden veroorzaakt. Een windmolen als bron wijkt echter af van deze meer gebruikelijke bronnen op de grond. Daarom doet de universiteit hier specifiek onderzoek naar. De windmolen waar mogelijk voor wordt gekozen, zal dus minder impact hebben op de omgeving dan gebruikelijk is bij windmolens op andere locaties.
Sinds begin 2020 doet de universiteit onderzoek naar de technische en financiële mogelijkheden van twee windmolens in het USP. Hierbij wordt uitgegaan van de best beschikbare technieken en hoogst haalbare normen.
De eerste technische onderzoeksresultaten laten zien dat 1 locatie, nabij Sportcentrum Olympos, lijkt af te vallen. De windmolen op deze locatie zou relatief dichtbij Sportcentrum Olympos komen te liggen. Hierdoor lijkt deze meer oostelijke locatie af te vallen.
De andere locatie langs de snelweg A28, dichtbij knooppunt Rijnsweerd, lijkt wel aan alle milieunormen zoals geluid, slagschaduw en veiligheid te kunnen voldoen. Deze locatie ligt bovendien ver genoeg van de dichtstbijzijnde bestaande woonbebouwing van Rijnsweerd-Zuid.
We doen op deze locatie momenteel nog veel onderzoek. Bijvoorbeeld naar de mogelijke effecten van de windmolen (trillingen en elektromagnetische emissie) op wetenschappelijk onderzoeksapparatuur in het USP. De resultaten van dit onderzoek zijn nog niet bekend.
Afhankelijk van de keuze voor het type windmolen kunnen geluids- en veiligheidsafstanden meer nauwkeurig worden berekend. Dit zal in een eventuele volgende onderzoeksfase worden uitgevoerd.
De eerste technische onderzoeksresultaten laten kortom zien dat twee windmolens in het USP waarschijnlijk niet mogelijk zijn, maar één grotere windmolen (tiphoogte circa 200 meter) misschien wel. Met één grote windmolen kan de universiteit circa 20-25% van de opgewekte energie verduurzamen.
Slagschaduw is de schaduw die ontstaat door bewegende wieken van de windmolen bij een bepaalde stand van de zon. Afhankelijk van het type windmolen zal er zeker enige mate van slagschaduw optreden.
De Universiteit Utrecht realiseert zich dat windmolens impact hebben op de omgeving, daarom zal zij in kaart brengen of omliggende woningen en bedrijven te maken kunnen krijgen met slagschaduw. Daarbij is het uitgangspunt dat de slagschaduw op gevels de wettelijke en landelijke norm zeker niet mag overschrijden. In de praktijk komt dat in principe neer op maximaal 6 uur per jaar. De Universiteit Utrecht wil minimaal aan die wettelijke norm voldoen, maar kijkt ook of het mogelijk is de impact nog verder te beperken.
Dat hangt van diverse factoren af: waar u zich bevindt t.o.v. de windmolen, of het hard waait of niet, of de wind uw kant op staat, hoeveel geluid er uit de omgeving komt (snelwegen), etc. De Universiteit Utrecht realiseert zich dat windmolens impact hebben op de omgeving. Het haalbaarheidsonderzoek is daarom bedoeld om in kaart te brengen in welke mate omliggende woningen en bedrijven geluidsbelasting van de windmolens kunnen ervaren als deze draaien. De Universiteit Utrecht wil minimaal aan die wettelijke norm voldoen, maar kijkt ook of het mogelijk is de impact nog verder te beperken. Een windmolen draait langzaam bij weinig wind. Het geluid is dan nauwelijks te horen. Vanaf windkracht drie neemt het geluid toe.
Om gezondheidseffecten van geluid te voorkomen, zijn er geluidsnormen door de Rijkoverheid bepaald waar windmolens aan moeten voldoen. Zo mag het geluid van een windmolen gemiddeld niet meer dan 47 dB Lden (Leve day-evening) per jaar zijn op de gevel van woningen. De norm die ’s nachts geldt is strenger dan voor overdag. Op de website van RVO staat meer informatie over geluid en windmolens. De maateenheid hoe hard een geluid is, wordt aangegeven in decibel. Hier staan enkele voorbeelden van verschillende geluidssterktes.
We gaan dan onderzoeken wat de mogelijkheden zijn. Stroom afnemen van de windmolen bijvoorbeeld of mede-eigenaar worden zijn bekende opties die zeker tot de mogelijkheden kunnen behoren.
In de Omgevingsvisie USP, die is vastgesteld door de gemeenteraad van Utrecht is een zoekgebied voor windenergie opgenomen. Dit maakt het mogelijk om de verdere haalbaarheid te onderzoeken.
Als het College van Bestuur van de Universiteit Utrecht besluit op basis van de onderzoeksresultaten en gesprekken met belanghebbenden dat zij het onderzoek naar windenergie wil voortzetten, dan volgen er in 2023/2024 vervolgonderzoeken en start mogelijk - afhankelijk van de nieuwe onderzoeksresultaten - naar schatting in 2024 een procedure voor wijziging van het omgevingsplan en de vergunningsaanvraag. De universiteit voert dan aanvullende onderzoeken uit die noodzakelijk zijn voor deze procedure.
Wie na de vaststelling van de Omgevingsvisie USP mogelijk in de toekomst een vergunning verleent (provincie of gemeente), is afhankelijk van het totale vermogen van de windmolen(s). Kijkend naar de windmolen die momenteel wordt onderzocht (3,5 tot 4 MW) zal de gemeente Utrecht de vergunningverlener zijn.
- De impact van trillingen en elektromagnetische pulsen op onderzoeksapparatuur wordt nog uitgebreid onderzocht en besproken met onderzoekers van faculteiten en bedrijven (2023).
- Het College van Bestuur van de Universiteit Utrecht besluit - als grondeigenaar en initiatiefnemer - naar verwachting in het laatste kwartaal van 2023 of eerste kwartaal van 2024 op
basis van de onderzoeksresultaten en gesprekken met belanghebbenden of zij het onderzoek naar windenergie zou willen voortzetten. Als dit inderdaad zo is en in de Omgevingsvisie is ruimte gemaakt voor een windmolen in het USP, dan worden er in 2024 vervolgonderzoeken gestart.
- De Omgevingsvisie USP is in 2022 door de gemeenteraad van de gemeente Utrecht vastgesteld.
Ga naar de website van de omgevingsvisie USP voor informatie over de totstandkoming van de Omgevingsvisie USP.
Geïnteresseerden die meer willen weten over het haalbaarheidsonderzoek naar de mogelijkheden van windenergie van de Universiteit Utrecht kunnen contact opnemen met Jolt Oostra, portefeuillemanager energie. Stuur een e-mail naar: windenergie@uu.nl.
==> Wat ging hier aan vooraf?
- Het haalbaarheidsonderzoek windenergie in het USP is begin 2020 van start gegaan. Het haalbaarheidsonderzoek loopt parallel aan het proces van de totstandkoming van de Omgevingsvisie USP. Windenergie wordt als mogelijke duurzame oplossing hierin meegenomen. De gemeente Utrecht onderzoekt samen met het UMC Utrecht en de Universiteit Utrecht o.a. hoe bewoners en bedrijven denken over mogelijke duurzame oplossingen in het Utrecht Science Park.
- In november 2020 konden geïnteresseerden en betrokkenen binnen het proces van de Omgevingsvisie USP participeren tijdens de online deelsessie 'Zichtbaar duurzaam en gasloos'. Deze online sessie ging niet uitsluitend over windmolens in het USP, maar windmolens zijn wel uitvoerig meegenomen in de bespreking van de plannen voor het Utrecht Science Park.
- In maart 2021 konden geïnteresseerden en betrokkenen tijdens een tweede USP-lab meepraten over de gepresenteerde omgevingsvisie ‘tot dan toe’.
- De conceptversie van de Omgevingsvisie is vrijgegeven geweest voor inspraak. Zie: Omgevingsvisie deelgebied Utrecht Science Park 2040 | Gemeente Utrecht - Omgevingsvisie
- De Universiteit Utrecht heeft tot en met de zomer van 2021 gesprekken gevoerd met belanghebbenden. Mogelijke zorgen, wensen en adviezen zijn zo goed mogelijk in kaart gebracht en meegenomen in het onderzoek.
De inbreng voor het haalbaarheidsonderzoek wordt grotendeels opgehaald binnen het proces van de totstandkoming van de Omgevingsvisie USP. De gemeente Utrecht onderzoekt samen met het UMC Utrecht en de Universiteit Utrecht o.a. hoe bewoners en bedrijven denken over mogelijke duurzame oplossingen in het Utrecht Science Park. De concept omgevingsvisie voor het USP is voorgelegd aan het college van b en w, en is in de zomer vrijgegeven geweest voor inspraak.
Als initiatiefnemer hecht de Universiteit Utrecht veel waarde aan de inbreng van belanghebbenden. Geïnteresseerden die ook graag in gesprek willen met de Universiteit Utrecht over dit haalbaarheidsonderzoek kunnen contact opnemen met Jolt Oostra, portefeuillemanager energie. Stuur een e-mail naar: windenergie@uu.nl.
Geïnteresseerden die meer willen weten over het haalbaarheidsonderzoek windenergie in het USP of over de energietransitie van de Universiteit Utrecht kunnen contact opnemen met Jolt Oostra, portefeuillemanager energie. Stuur een e-mail naar: windenergie@uu.nl.