AI is (straks) overal! Hoe gaan we om met deze gamechanger in ons werkveld?

Kunstmatige intelligentie (ook artificial intelligence of afgekort AI genoemd) is sterk in opkomst. Met ChatGPT op het moment natuurlijk als bekendste voorbeeld. Hoewel AI echt nog niet alle to do’s in je agenda uitvoert, krijg je hier steeds meer mee te maken. Welke rol gaat dit in jouw carrière spelen? En hoe passen we als maatschappij de AI-ontwikkelingen op de juiste manieren toe in het werkveld? Maarten Goos, hoogleraar Institutions and Economics bij Universiteit Utrecht, deelt in dit interview zijn inzichten.

Over Maarten Goos

Maarten Goos

Maarten Goos is hoogleraar Institutions and Economics aan de Faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie van Universiteit Utrecht. Zijn onderzoek richt zich op arbeidsmarkten, met de focus op technologische vooruitgang, bemiddeling op de arbeidsmarkt, ongelijkheid en instellingen. Hij is ook een bekroond leraar en heeft cursussen gegeven over Europese macro-economie, economische groei en arbeidseconomie.

Ziekenhuis zonder personeel?

De doorbraak in AI is nog relatief nieuw en volop in ontwikkeling. Hoogleraar Goos legt uit: “Large language models zoals ChatGPT zijn pas het begin. Bedrijven zoals Apple en Microsoft investeren nu massaal in de ontwikkeling van algemene kunstmatige intelligentie. Dat zien we straks terug in uiteenlopende sectoren. Dan heb je het over volledig autonome systemen, die bijvoorbeeld supermarktproducten kunnen produceren zonder dat daar nog mensen voor nodig zijn. Of gezondheidszorg die we zonder medewerkers kunnen verlenen. Daar zijn we technisch nog niet, maar de hype leeft wel.”

Juist daarom moeten we als maatschappij nú nadenken over manieren waarop we AI kunnen en – vooral – willen gebruiken. AI biedt namelijk kansen, naast de nadelen en gevaren zoals het verdwijnen van banen en de verdere polarisatie van de arbeidsmarkt waar sinds de start van de digitalisering in 1980 al sprake van is. We kunnen banen beter en efficiënter maken, maar dan moeten we wel invloed uitoefenen op de manier waarop we met AI omgaan.

Afgewezen door een algoritme

Als mens kiezen we natuurlijk op welke manier we technologie zoals AI vormgeven. In Nederland bij techbedrijven bijvoorbeeld, maar vooral bij grotere techcentra zoals Silicon Valley. Een voorbeeld daarvan is het automatiseren van processen, waar bedrijven massaal op inzetten bij technologische ontwikkelingen. Maar volgens Goos is het vooral belangrijk dat technologie complementair is aan wat we doen in ons werk. En dat we hier goede maatschappelijke neveneffecten aan toekennen.

Zo is een belangrijk vraagstuk: hoe gaan we om met data? Goos legt uit: “ChatGPT bijvoorbeeld maakt gebruik van machine learning. Dat wil zeggen: je traint ChatGPT op basis van bestaande data. Zelf denken doet zo’n systeem niet. Welke data gebruikt worden, is dus van belang. We moeten ons hierin gaan verdiepen. Welke vormen van data zijn er? Welke data worden gegenereerd door welke technologie? En wie heeft hier eigendom over?”

In wetten en regels moeten we afspraken vastleggen. Daarmee kun je onder andere misbruik van data tegengaan. Of fouten in systemen voorkomen. Bijvoorbeeld als een bedrijf kunstmatige intelligentie toepast bij het wervingsproces voor nieuwe medewerkers. Goos noemt: “Door dit te automatiseren, gooien algoritmes bepaalde cv’s uit de selectie. Maar op basis waarvan? Als een algoritme is getraind op HR-managers die in het verleden discrimineerden, dan neemt een algoritme die bias mee. Er zit zoveel in die technologie dat we nu niet controleren. Daar moeten we meer vaardigheden voor gaan ontwikkelen.”

Hoe we AI zoals ChatGPT gebruiken, telt ook mee. Goos vertelt verder: “Als je ChatGPT iets vraagt, krijg je een tekst terug. Je kunt die tekst geloven, en zo overnemen. Maar betrouwbaar is de informatie niet altijd. En de bronnen zijn niet duidelijk. Daarom moeten we leren om de juiste vragen te stellen en om keuzes te maken op basis van informatie die we terugkrijgen van technologie. We moeten informatie leren filteren en interpreteren.”

Studenten leren in de toekomst wellicht uit een virtueel tekstboek, via een algoritme dat hun voortgang monitort en begrijpt.

Draaien aan de knoppen

Ethische vraagstukken moeten op de agenda komen, licht Goos toe: “We moeten onze ethische normen en waarden meenemen in onze keuzes rondom AI. Ik hoop dat Europa daar een leidende rol in gaat spelen. Dat we technologie willen sturen, ook al maken we het daarmee moeilijker voor big tech. Daar is Europa al een voorloper in: bewust omgaan met de keuzes die we maken, naar de toekomst toe. We doen dat hier anders dan in de Verenigde Staten bijvoorbeeld. Onze alumni kunnen daar straks een rol in spelen. Zij kennen de technologie het beste. Ik denk ook dat ze heel goed weten wat ze willen.”

Een debat over AI is nodig. “We moeten binnen bedrijven en in een breder sociaal overleg tussen vakbonden, werkgevers en overheid veel meer aandacht gaan besteden aan het belang van technologie en kunstmatige intelligentie. Over zaken als werktijden en milieu-impact voeren we al het gesprek. Maar nog niet of weinig over technologie. Hoe gaan we daarmee om binnen bedrijven? Of binnen sectoren?”, noemt Goos. “Dat zijn grote vraagstukken, die in sneltreinvaart op ons afkomen. Maar er zijn nog geen instrumenten die ons de knoppen geven om aan te draaien, om die technologie richting te geven.”

Daar ligt dus zeker een kans, in de aankomende jaren. Ook voor UU-alumni! Goos hoopt dat snel meer urgentie ontstaat rond dit belangrijke thema. Juist dan kan AI een mooie aanvulling zijn op onze banen. Zo illustreert Goos: “Studenten leren in de toekomst wellicht uit een virtueel tekstboek, via een algoritme dat hun voortgang monitort en begrijpt. Een docent kan dan een andere rol invullen en hoeft geen college meer te geven voor honderd studenten tegelijkertijd. Of UWV-medewerkers die werkzoekenden helpen gebruiken straks misschien een virtuele personal assistant, die administratief werk uit handen neemt. Dat levert tijd op om weer echt het menselijke gesprek te voeren. Daarmee zoek je naar toepassingen die voor iedereen van meerwaarde zijn. En maak je banen leuker met AI.”

De toekomst wacht niet

Een gamechanger, dat is AI hoe dan ook. Ontwikkelingen volgen elkaar snel op. En we – instituties, bedrijven, werkgevers, werknemers en alumni – moeten manieren vinden om daarmee om te gaan. Kortom, volgens Goos moeten we als mens zelf aan het roer staan om AI-toepassingen complementair aan ons werk te maken. Eén ding is zeker: de toekomst wacht niet, dus het is tijd om nu met een kritische blik in actie te komen. Juist dan kunnen we AI ontwikkelen die het werkveld beter maakt, in plaats van slechts banen automatiseert en werknemers aan de kant zet. Draag jij hier als alumnus straks aan bij, tijdens je carrière?

Geschreven door Anna Schouten