Wat als studenten hun eigen onderwijs zouden ontwerpen?

Blog: Climate University Express

De CEMUS bibliotheek/lab/lounge

Universiteiten realiseren zich steeds meer dat zij een verantwoordelijkheid hebben in het opleiden van ‘agents of change’. Dit vraagt om nieuwe vaardigheden. Maar misschien vraagt het wel om een veel radicalere andere benadering. Wat als studenten zelf de leiding zouden hebben over hun eigen onderwijs? Zou dit hen kunnen helpen om wereldveranderaars te worden? Bij het Centre of Environment and Development Studies (CEMUS), Universiteit van Uppsala, wordt het onderwijs al decennia door studenten geleid.

Door Lisette van Beek, in gesprek met Mikael Höök, Ewa Livmar, Sara Andersson, Isak Stoddard, Lillian Weaver en Aidan Gill

Universiteiten spelen een belangrijke rol in duurzaamheidstransformaties door middel van onderwijs. Leren over de ernst en complexiteit van milieuproblemen is niet meer genoeg; universiteiten moeten hun studenten opleiden tot ‘agents of change’. Dit vraagt om nieuwe vaardigheden, zoals systems thinking, anticiperen, kritisch denken, oplossingsvermogen en zelfbewustzijn [1]. Maar vaardigheden alleen zijn niet genoeg. In de meeste onderwijsprogramma’s worden studenten gezien als ‘passieve consumenten’. Maar zoals Paulo Freire al zei in The Pedagogy of the Oppressed (1970): “Hoe vollediger ze de passieve rol aanvaarden die hen wordt opgelegd, hoe meer ze de neiging hebben zich simpelweg aan te passen aan de wereld zoals die is en aan het gefragmenteerde wereldbeeld dat ze hebben.” [2] (p. 73)

Staat deze passieve rol niet in de weg van het worden van ‘agents of change’? Wat als onderwijs met in plaats van voor studenten zou worden ontworpen?

Studenten als veranderaars van onderwijs

Student-geleid onderwijs klinkt misschien radicaal, maar bij CEMUS wordt het wordt al zo’n drie decennia gedaan. Het begon allemaal in de jaren ’80 toen twee studenten bij de Universiteit van Uppsala ontevreden waren met het milieu-onderwijs dat werd geboden. Ze besloten het heft in eigen handen te nemen en stelde een nieuwe – kritische en interdisciplinaire – cursus over duurzaamheid voor. Tot hun verrassing mochten zij de cursus verder ontwikkelen en uitvoeren. Het was een groot succes; meer dan 400 studenten deden mee. Tegenwoordig worden er zo’n 15 cursussen gegeven, waarvan sommige zelfs een verplicht onderdeel zijn van de Master Duurzame Ontwikkeling aan de Universiteit van Uppsala.

De boekenkasten en posters verraden dat kritische perspectieven op duurzaamheid nog steeds centraal staan. Twee andere kenmerken zijn transdisciplinariteit en ervaringsgericht leren. Vaak zijn er maatschappelijke actoren betrokken zoals beleidsmakers, kunstenaars en activisten. Studenten gaan vaak op pad, bijvoorbeeld naar een gemeente, kerncentrale of een museum. Of ze maken hun handen letterlijk vuil in hun eigen moestuin. Zoals Isak, voormalig student en werknemer, uitlegt: “Onderdeel zijn van CEMUS is een transformatieve ervaring. Vriendschappen worden gesloten. Het verandert de richting die mensen opgaan in hun carrière en leven.”

Heroverwegen van de student-leraar relatie

Bij CEMUS worden alle cursussen mede-ontworpen en gecoördineerd door studenten. De studentcoördinators, die tijdelijk bij de universiteit werken, krijgen een lijst met leerdoelen, een budget en hun eigen kantoor in de CEMUS ‘bibliotheek/lab/lounge’. Ze worden geholpen door een aantal ‘resource persons’ die training geven en hen ondersteunen bij cursusontwerp. De studentcoördinators worden ook bijgestaan door docenten en een examinator. “Studenten besteden veel meer aandacht en tijd aan het ontwerp van hun vakken dan docenten, die vaak veel te druk zijn”, zegt Ewa, één van de resource persons. Niet alleen de studentcoördinators maar ook de deelnemende studenten krijgen veel vrijheid en verantwoordelijkheid. Zoals Lillian, voormalig studentcoördinator, opmerkt: “Ik zei expliciet: ‘Ik ben niet de expert. Je bent zelf verantwoordelijk voor je leerervaring.’” In haar vak over ‘klimaatleiderschap’ maakten een aantal studenten een tentoonstelling met kunstenaars uit heel Zweden. Een andere student besloot een klimaatzaak bij te staan van activisten die een weg hadden geblokkeerd.

Garanderen van kwaliteit en continuïteit

Maar deze vorm van onderwijs heeft ook uitdagingen. Studentcoördinators blijven meestal maar voor maximaal twee jaar. Dit levert continu nieuwe perspectieven op, maar betekent ook dat de cursussen altijd worden gecoördineerd door studenten met weinig kennis en ervaring. “Training over pedagogiek is één ding, maar echt voor de klas staan is wat anders”, zegt voormalig studentcoördinator Aidan. Het is daardoor moeilijk om kwaliteit en continuïteit te garanderen. Een goede balans tussen vertrouwen in studenten en de juiste begeleiding zijn daarom cruciaal. Een andere uitdaging is financiering. Deze fluctueert en beperkt het opzetten van nieuwe cursussen, het organiseren van trips en het aantrekken van sprekers. De continuïteit wordt verder beperkt door de geringe erkenning van CEMUS binnen de universiteit. “We zijn beter bekend buiten Uppsala dan binnen onze eigen universiteit”, legt Ewa uit.

Een ‘zaadje’ van verandering

CEMUS heeft misschien niet geleid tot een universiteitsbrede transformatie, het is wel een toonaangevend voorbeeld in Scandinavië en daarbuiten. Maar de culturele en institutionele oorsprong van CEMUS betekent dat het geen blauwdruk is. “Copy but don’t paste”, zegt Isak. Hij ziet het daarom ook meer als een ‘zaadje’ dat anderen kunnen gebruiken om van te leren en te groeien. CEMUS heeft inderdaad al andere student-geleide initiatieven geïnspireerd, zoals de Collaboratory in Bergen University. Mikael, directeur van CEMUS, is bezig met samenwerkingen tussen universiteiten om deze vorm van onderwijs verder te promoten. Maar het kan ook gaan om kleine veranderingen in bestaand onderwijs, zoals meer open opdrachten of het samen ontwerpen van beoordelingscriteria. In ieder laat CEMUS duidelijk zien waar student-geleid onderwijs toe kan leiden; kritische perspectieven op duurzaamheid en cursussen waarin transdisciplinariteit en ervaringsgerichtheid centraal staan. En misschien wel het allerbelangrijkst: een transformatieve ervaring voor studenten. 

 

  1. UNESCO (2018). Learning to transform the world: key competencies in education for sustainable development. Available at: https://unesdoc.unesco.org/ark:/48223/pf0000261802

  2. Paulo Freire (1970) Pedagogy of the Oppressed. New York: Seabury Press.

De Climate University Express is een blogserie waarin postdoctoraal onderzoeker Lisette van Beek schrijft over inspirerende voorbeelden van transformatief onderzoek en onderwijs, die ze tegenkomt op haar treinreis langs Europese universiteiten. De ecologische crisis, groeiende klimaatangst en toenemende sociale onrechtvaardigheid vereisen dat de universiteit haar rol heroverweegt. Elke maand verkent Lisette een 'wat als'-vraag, een inspirerend verhaal over hoe de universiteit anders zou kunnen zijn. De blogserie is onderdeel van het project The University in a Changing Climate en wordt gefinancierd door Pathways to Sustainability.