Verantwoordelijkheid voor CO2-uitstoot eindigt niet bij de landsgrens
Het Nederlandse klimaatbeleid gaat alleen over de uitstoot van broeikasgassen in eigen land. Is dat wel terecht, vraagt Birka Wicke, universitair hoofddocent hernieuwbare hulpbronnen aan de Universiteit Utrecht, zich af.
Ribeye steak uit Brazilië, bbq-houtskool uit Nigeria of shampoo met palmolie uit Indonesië. We kopen allemaal producten met een onbedoeld extraatje: broeikasgasemissies. Uitgestoten in het land van herkomst en dus niet onze verantwoordelijkheid. Of wel? Als we de doelen van het Klimaatakkoord van Parijs willen halen, kunnen we in Nederland en Europa niet wegkijken, maar moeten we een deel van de emissies uit het buitenland op ons eigen conto schrijven.
Klimaatbeleid van de Nederlands overheid en de Europese Unie zijn tot nu toe gericht op emissies binnen de Nederlandse en Europese grenzen. Maar onze consumptie stimuleert ook de uitstoot van broeikasgassen buiten die grenzen. Bijna een kwart van alle door mensen veroorzaakte uitstoot van broeikasgassen ontstaat door ontbossing en veranderingen in landgebruik. Maar in de studies en statistieken die emissies voor landen en regio’s op basis van consumptie berekenen, wordt geen rekening gehouden met die veranderingen van landgebruik.
Van de Indonesische palmolie wordt 74 procent geëxporteerd naar landen zoals Nederland, van de Maleisische zelfs 88 procent
Neem bijvoorbeeld palmolie. Wat wel wordt meegenomen zijn de emissies van energiegebruik op een oliepalmplantage en de verwerking naar palmolie, maar niet de gevolgen van ontbossen van het land voor de aanleg van de oliepalmen. Op dit moment is alleen het land waar de emissies plaatsvinden verantwoordelijk. Wanneer er dus Indonesisch regenwoud wordt gekapt om plaats te maken voor oliepalmplantages, wordt de koolstof die vrijkomt in dit proces toegeschreven aan Indonesië. De ontbossing in Indonesië en Maleisië, samen goed voor 85 procent van de wereldwijde palmolieproductie, veroorzaakte in 2015 een uitstoot van maar liefst 500 miljoen ton CO2. Dit is tweeënhalf keer de uitstoot van heel Nederland in 2015!
Maar is het wel alleen de verantwoordelijkheid van Indonesië en Maleisië? Wie neemt de palmolie af? Van de Indonesische palmolie wordt 74 procent geëxporteerd naar landen zoals Nederland, van de Maleisische zelfs 88 procent. Het zit in het ijs dat we eten, in de pizza, in shampoo en in lippenstift. En palmolie is maar één voorbeeld. Hetzelfde geldt voor sojabonen en vlees uit Brazilië, hout en papier uit Zuidoost-Azië, en zelfs de houtskool uit Nigeria waar we in de zomer zo lekker mee barbecueën. Uitstoot, uitstoot en uitstoot.
Het zou niet meer dan logisch zijn dat we een deel van de verantwoordelijkheid voor deze emissies op ons nemen. Hoe kunnen we dat praktisch invullen? Ten eerste door op mondiaal niveau nieuwe regels voor emissieboekhouding op te stellen. Hiervoor moeten we berekeningsmethoden ontwikkelen en overeenkomen om de emissieverantwoordelijkheid tussen landen te delen.
Landen die historisch gezien de meeste emissies uitstoten, zijn ook de landen met de meeste macht in de discussies en onderhandelingen.
De vraag daarbij is: wat is eerlijk? Zijn productie- en consumptielanden allebei voor 50 procent verantwoordelijk voor de emissies? Of zouden we andere percentages moeten hanteren? Al sinds de jaren 90 zijn er gesprekken over een dergelijke verdeling, maar politiek blijft het lastig. Landen die historisch gezien de meeste emissies uitstoten, zijn ook de landen met de meeste macht in de discussies en onderhandelingen. Voor hen is het natuurlijk nadelig als ze meer emissies toegewezen krijgen.
Maar we kunnen ook zonder zo’n mondiaal systeem, zelf meer verantwoordelijkheid nemen voor de broeikasuitstoot die wij elders veroorzaken. Er kan bijvoorbeeld gekeken worden welke landen emissie-hotspots zijn en ze helpen bij hun inspanningen om de broeikasgasuitstoot te verminderen. Zulke ondersteuning zijn we eigenlijk al verplicht volgens de afspraken die in 2015 in Parijs werden gemaakt. Maar tot nu toe krijgt de doelstelling om ‘het terugdringen van emissies in ontwikkelingslanden te financieren’ nog weinig handen en voeten.
Zolang we vlees uit Brazilië eten en palmolie uit Indonesië importeren, eindigt onze groene verantwoordelijkheid niet bij de landsgrens. Als we echt iets willen doen aan de aanpak van klimaatverandering, moeten we de verantwoordelijkheid nemen voor onze werkelijke bijdrage daaraan. Zolang we dat niet doen, doen we onszelf groener voor dan we zijn.
Dit opiniestuk van Birka Wicke van de Universiteit Utrecht is op 18 november gepubliceerd op de Klimaatblog van NRC Handelsblad.
Wetenschappers van de Universiteit Utrecht schrijven regelmatig over hun onderzoek in de klimaatblog van de NRC. Zij werken samen in het strategische thema Pathways to Sustainability.