Onwetendheid, vertraging en achterstand. De impact van de coronacrisis op statushouders

Deel 2 - door Mieke Kox en Ilse van Liempt

Pictograms Covid19 in Arabic
COVID-19 pictogrammen in het Arabisch

Statushouders – nieuwkomers met een verblijfsvergunning – worden hard geraakt door de coronacrisis. Er zijn statushouders die zich tijdens de coronacrisis extra kunnen laten gelden met hun werk in de zorg, het naaien van mondkapjes en het schoonmaken van winkelwagentjes. Anderen worden juist hard geraakt door de huidige omstandigheden. Hun achterstand loopt op doordat het leren van de taal online langzamer gaat. Hun arbeidscontracten worden niet verlengd en/of hun participatie in de Nederlandse samenleving wordt bemoeilijkt. In deel twee van dit drieluik bespreken we op basis van lopend onderzoek aan de Universiteit Utrecht de impact van de coronacrisis op statushouders.

Wat? Een crisis?

De overheid lijkt te vergeten dat een aanzienlijk deel van de Nederlanders nog geen Nederlands spreekt,” aldus een medewerker van een NGO die zich inzet voor nieuwkomers. In de beginfase van de crisis communiceerde de centrale overheid namelijk alleen in het Nederlands, Engels en gebarentaal terwijl – volgens deze medewerker - (nog) niet alle nieuwkomers één van deze talen beheerst. Daarbij is een deel van de nieuwkomers laaggeletterd. Doordat de communicatie van de overheid hier niet op aangepast was, duurde het relatief lang voordat deze nieuwkomers van de ernst van de situatie op de hoogte waren. Ze kenden de nieuwe gedragsregels niet die waren opgesteld om de verspreiding van het virus tegen te gaan noch wat voor maatregelen de Nederlandse overheid verder genomen had. Verder ervaart deze groep vanwege de beperkte taalvaardigheid problemen met toegang tot gezondheidszorg nu tolken hier niet meer vergoed worden, iets waar al langer actie voor wordt gevoerd.

Verschillende organisaties hebben de behoefte aan adequate informatie proberen te lenigen. Al voor de aankondiging van – wat de overheid noemt - de “intelligente lockdown”, organiseerden enkele NGOs informatiecafés om nieuwkomers te informeren over de crisis en hen de gelegenheid te geven om vragen te stellen. Tevens zijn er verschillende initiatieven die bemiddelen of vertalen om de toegang tot de zorg voor deze groep gemakkelijker te maken. Daarnaast heeft Pharos - een expertisecentrum op het gebied van de gezondheidszorg – eind maart de overheidsinformatie over het virus, de voorzorgsmaatregelen en het overheidsbeleid in onder meer het Arabisch, Tigrinya en Farsi vertaald en via sociale media en andere organisaties/sleutelpersonen onder nieuwkomers verspreid. Sindsdien vertaalt het Tolk- en Vertaal Centrum Nederland de persconferenties in acht talen zodat ook nieuwkomers op de hoogte kunnen blijven. De vertraging in de informatievoorziening maakt echter dat een deel van de statushouders pas gaandeweg de crisis adequaat geïnformeerd was en hun gedrag op de maatregelen kon afstemmen.

Pictogram Covid19 in Tigrinya
COVID-19 pictogrammen in het Tigrinya

Bemoeilijkte inburgering

De huidige omstandigheden hebben volgens betrokken organisaties ook consequenties voor de inburgering van statushouders. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) heeft de inburgeringsexamens namelijk stilgelegd. Deze aankondiging leidde tot grote onzekerheid onder statushouders aan het einde van hun inburgeringstermijn Zij vreesden dat zij het inburgeringstraject hierdoor niet binnen de verplichte drie jaar zouden kunnen afronden en een boete zouden moeten betalen. Inmiddels is de inburgeringsdeadline met twee maanden opgeschoven en is een deel van de betreffende statushouders gerustgesteld. Anderen maken zich volgens een betrokken organisatie nog steeds zorgen omdat het succesvol afronden van de taalexamens als harde ingangseis geldt voor sommige opleidingen. Sommige statushouders verkeren daardoor nog in onzekerheid of zij na de zomer de gewenste opleiding kunnen starten.

Er is door de jaren heen een breed palet aan organisaties ontstaan die zich bezighouden met de inburgering van nieuwkomers. Veel van deze organisaties hebben na het uitbreken van de crisis snel geschakeld en in korte tijd een digitale gemeenschap gecreëerd. Binnen deze gemeenschap worden taallessen, taalcafés, informatiebijeenkomsten en andersoortige activiteiten voor statushouders, asielzoekers en ongedocumenteerden online aangeboden. Het neemt de zorgen van statushouders over de gevolgen van de coronacrisis voor hun inburgeringstrajecten echter niet volledig weg. Zo ligt het tempo van de online lessen een stuk lager dan in de fysieke klas. Daarbij kunnen niet alle cursisten aan de online lessen deelnemen en wordt een deel van de les gebruikt voor sociale aspecten.

Zo vertelt een betrokkene bij deze taallessen: “Soms is het meer bijpraten en horen hoe het met iemand gaat dan echt Nederlandse les.” Terwijl docenten en nieuwkomers dit sociale aspect waarderen, , is er ook bezorgdheid. Bezorgdheid over het behalen van de ingangseisen voor een vervolgopleiding, over het behalen van het benodigde niveau voor de inburgering en over het moeten terugbetalen van de leningen indien examens niet binnen de gestelde termijn worden gehaald. Dit zorgt voor stress. Zo vertelt een medewerker van een NGO: “Mensen maken zich zorgen, eerst over hun eigen gezondheid maar ook over de gevolgen. Er is nog zoveel onduidelijk voor hen terwijl het grote consequenties voor hen kan hebben voor hun inburgering, hun financiële situatie, hun werk, en zo.” Deze medewerker werpt de vraag op of er wel voldoende wordt gedaan om deze zorgen van statushouders weg te nemen en daarmee de gevolgen van de crisis voor hen te beperken.

Kind van de rekening?

Organisaties betrokken bij statushouders maken zich tevens zorgen om kinderen van statushouders nu zij – net als andere kinderen in Nederland wier ouders niet in vitale beroepen werken - niet naar school kunnen. Deze kinderen gaan doorgaans eerst naar een geïntensiveerde taalklas of een internationale schakelklas om de taal te leren voordat zij naar het reguliere basis- respectievelijk voortgezet onderwijs kunnen doorstromen. Thuisonderwijs is voor deze kinderen – net als voor sommige andere gezinnen – extra lastig vanwege het ontbreken van taal- of digitale vaardigheden van de ouders en/of beperkte faciliteiten om thuis de benodigde ondersteuning te krijgen. De gemeente Amsterdam heeft via scholen laptops en wifi hotspots ter beschikking gesteld aan kwetsbare gezinnen, maar dit betekent niet direct dat kinderen van statushouders nu daadwerkelijk mee kunnen doen. Organisaties die zich inzetten voor nieuwkomers vrezen dat deze kinderen hierdoor na de zomer niet kunnen doorstromen naar een reguliere klas vanwege de achterstand die zij hebben opgelopen. “Ik ben bang dat deze crisis de kloof tussen nieuwkomers en anderen nog verder vergroot,” aldus een van de geïnterviewde deskundigen over de impact van de coronacrisis op deze kinderen.

Positie op de arbeidsmarkt

Daarnaast maken verschillende deskundigen zich zorgen over de positie van statushouders op de arbeidsmarkt. Een groot deel van de statushouders werkt namelijk in de horeca en/of op basis van tijdelijke of flexibele contracten. Zij zien deze contracten door de crisis niet verlengd worden. In het “oude normaal” ondervonden statushouders al tal van problemen bij de toegang tot de arbeidsmarkt (pdf), en deze problemen zullen door de coronacrisis en de verwachte recessie naar alle waarschijnlijkheid verder toenemen. Dit heeft direct gevolgen voor hun inkomen en ook dit leidt tot zorgen. Een bewoonster van een complex waar jonge statushouders en Nederlanders samenwonen, vertelt bijvoorbeeld: “Mensen zijn hun baan in de horeca kwijt geraakt. Zij zijn bang dat ze straks de huur niet meer kunnen betalen en op straat komen te staan.” De gevolgen zullen ook na de crisis voor deze groep nog merkbaar zijn, zowel in hun portemonnee als qua participatie in de samenleving.

Corona Actiecomité Statushouders

Verschillende (zelf)organisaties hebben vanwege dergelijke zorgen gezamenlijk het Corona Actiecomité Statushouders (CAS) opgericht. Het CAS is een helpdesk gestart waar vrijwilligers nieuwkomers in het Tigrinya en Arabisch te woord staan. Zij begeleiden statushouders naar de benodigde zorgverleners nu tolken ontbreken, verstrekken informatie over procedures en bieden een helpende hand. Tegelijkertijd ervaren vrijwilligers van de helpdesk problemen bij de hulpverlening.

Een van de initiatiefnemers, tevens vrijwilliger, vertelt: “Normaal gesproken hebben ze iemand die letterlijk naast hun computer staat en hen helpt, maar dat kan nu niet. En het is voor ons ook heel lastig om op afstand bijstand of WW aan te vragen. Dat is een hels karwei zeg maar. En het is ook niet zo dat je zegt: ‘Zet maar even Zoom aan of zet maar even Skype aan’, want dat hebben ze niet.

Meerdere organisaties geven aan dat nieuwkomers nu (weer) vastlopen in de Nederlandse bureaucratie, iets waar zij hen op afstand moeilijk bij kunnen ondersteunen. Want hoe leg je telefonisch uit hoe iemand met een verouderd computersysteem de UWV-formulieren voor de noodmaatregelen kan invullen? Hoe bied je hulp bij homeschooling als faciliteiten ontbreken? En hoe zorg je dat nieuwkomers in een sociaal isolement de helpdesk weten te vinden? Bovendien betreft het hier vrijwilligers. Zij zetten zich volgens een van de initiatiefnemers vol enthousiasme in maar ervaren een gebrek aan tijd en middelen nu zij geen formele steun – lees financiering – ontvangen.

Gevolgen na de crisis

Zorgwerk, het naaien van mondkapjes, en het schoonmaken van winkelwagentjes. Voor sommige statushouders biedt deze crisis kansen: er is de mogelijkheid iets bij te dragen en zich in te zetten voor de samenleving en extra te verdienen. Maar volgens verschillende geïnterviewde organisaties is er echter ook een substantiële groep die hard wordt geraakt door de coronacrisis en de kranten niet haalt. De virusuitbraak en de getroffen maatregelen leiden namelijk tot vertraagde inburgeringstrajecten, achterstand in het onderwijs en een verslechterde positie op de arbeidsmarkt. Sommige statushouders ervaren grote eenzaamheid en raken sociaal geïsoleerd, terwijl hulporganisaties juist nu moeilijk zicht kunnen krijgen op (de behoeften van) deze groep. Daarnaast moeten statushouders nu nog langer wachten op gezinshereniging terwijl achterblijvers doorgaans onder onveilige omstandigheden verblijven. Tot slot is de toegang tot zorg voor hen die geen Nederlands spreken bemoeilijkt doordat zij geen vergoeding krijgen voor het gebruik van een benodigde tolk. De impact van de crisis op statushouders is dus al zichtbaar.

Tegelijkertijd maken geïnterviewde organisaties zich vooral zorgen over de positie van statushouders na de crisis. Want hoe wordt er met de gevolgen van de vertraagde inburgeringstrajecten omgegaan? Hoe zullen de verdiepte kloven in het onderwijs en op de arbeidsmarkt worden gedicht? Hoe zal er voor worden gezorgd dat kinderen en jongeren na de zomer kunnen starten met de door hen gewenste opleiding? Hoe gaanbelemmeringen van deze groep wat betreft participatie in de samenleving worden weggenomen? En hoe lang zullen zij nog moeten wachten tot ze met hun familie herenigd kunnen worden? De aandacht van de Nederlandse overheid richt zich nu voornamelijk op de gezondheidszorg en op het verkleinen van de economische impact, maar we menen dat de huidige positie van statushouders nu al aandacht verdient om problemen voor deze groep na de crisis te beperken.

Mieke Kox
Ilse van Liempt

 

  • Volgende week deel 3 van dit drieluik waarin we dieper ingaan op de vraag hoe de covid 19 crisis het leven van migranten zonder verblijfsrecht raakt.
  • Wil je ook een blog schrijven voor het Focusgebied Migration and Societal Change? Meld je dan via migration@uu.nl.