‘Europese plannen bieden te weinig weerstand tegen Big Tech’
Faculteitshoogleraar Gerard Barkema pleit voor investeringen in academia
Terwijl Europa miljarden investeert in digitale infrastructuur, dreigen we te vergeten dat technologie niets waard is zonder mensen die ermee kunnen werken. Dit schrijft faculteitshoogleraar Gerard Barkema in dagblad Trouw.

Onlangs pleitten mijn Utrechtse collega’s José van Dijck en Albert Meijer voor meer onafhankelijkheid van Big Tech-bedrijven, zoals Microsoft, Google en Amazon. Ik deel hun zorgen over de gevolgen van de huidige geopolitieke ontwikkelingen en onbetrouwbare wereldleiders op onze digitale infrastructuur. Het geeft extra urgentie aan het streven naar digitale autonomie. Ik onderschrijf hun oproep aan de universiteit om lokaal, nationaal en Europees te investeren in eigen kennis en onderzoek, zodat we de controle behouden over onze data en niet afhankelijk blijven van specifieke leveranciers. We moeten samenwerken in Europa om een eigen digitale infrastructuur op te zetten.
Ja, er zijn alternatieven voor Amerikaanse software. Maar zijn die in staat om dezelfde kwaliteit te leveren? Nee. Qua gebruiksvriendelijkheid, toegankelijkheid en functionaliteit halen de Europese aanbieders het niet bij de software van Microsoft, Google en Amazon. De academische informatica is een essentieel onderdeel van het digitale ecosysteem, en we hebben de afgelopen jaren hierin te weinig geïnvesteerd. Amerika en China hebben de afgelopen jaren miljarden gepompt in computertechnologie en plukken daar nu de vruchten van. In Europa, en zeker in Nederland, was die focus er niet. Alle vakgebieden maakten evenveel kans op onderzoekbeurzen en subsidies. Het gevolg: slechts een handjevol Europese universiteiten kan op het gebied van informatica meedraaien in de wereldtop.
Alarmbellen
Het is bemoedigend dat in Europa de alarmbellen zijn afgegaan. De Europese Unie wil investeren in digitale autonomie. Een eerste voorbeeld: Ursula von der Leyen heeft bekendgemaakt 200 miljard te willen investeren in Europese AI Factories: hightech centra voor de ontwikkeling van grote AI-modellen, bedoeld voor doorbraken in onder meer de geneeskunde en wetenschap. Dit geld gaat vooral naar bedrijven. Een tweede, zeer recent voorbeeld is het initiatief voor Digital Skills Academies, waarbij enkele consortia van Europese universiteiten een paar jaar geld krijgen om de beroepsbevolking bij te scholen.
Het zijn sympathieke plannen, maar ze zetten geen zoden aan de dijk. De EU wil dat het aantal IT-specialisten in 2030 meer dan verdubbeld is ten opzichte van 2022, van 9 miljoen naar ten minste 20 miljoen IT-specialisten. Dat vraagt om een forse toename van het aantal IT-afstudeerders in de komende jaren. De schaalgrootte en het tijdelijke karakter van de Europese plannen gaan dit vraagstuk niet oplossen. Daarvoor moet er langdurig en structureel geld naar het hoger onderwijs. Hier wordt namelijk het grootste deel van de IT-professionals opgeleid en is dus de belangrijkste plek om de noodzakelijke groei te realiseren.
Investering in human capital
Daarom pleit ik voor investering in human capital en funderend onderzoek. In mijn rol als bestuurslid van het ICT-Research Platform Nederland, dat de Nederlandse academische informatica vertegenwoordigt, heb ik samen met collega’s gewerkt aan twee nationale plannen voor investeringen in IT en computerwetenschappen. Deze sectorplannen informatica, die respectievelijk sinds 2019 en 2023 gefinancierd worden, hebben aantoonbaar de academische informatica versterkt, zodat bijvoorbeeld het aantal studenten opgeleid voor de IT-sector in Nederland bijna verdubbeld is. Wij pleiten nu voor een opgeschaald Europees sectorplan, dat de Europese Unie kan gebruiken om Europa op eigen digitale benen te laten staan en innovatie aan te zwengelen.
Met een fractie van het geld dat Von der Leyen vrijmaakt voor de gigafabrieken – zeg: een paar miljard – kunnen we al ontzettend mooie dingen doen. Met dat geld kunnen we investeren in fundamenteel onderzoek, bouwen aan een solide Europese kennisbasis en het talent van de toekomst opleiden. Die aspecten liggen ten grondslag aan digitale soevereiniteit.
En over talent gesproken: als we willen meedraaien in de wereldtop en onafhankelijk willen worden van Amerika, moeten we niet alleen ruim investeren in fundamenteel en toegepast wetenschappelijk onderzoek, maar ook bereid zijn om die kennis naar Europa te halen. We moeten af van de weerzin om talent uit het buitenland te halen. Digitale autonomie begint bij een open houding.
Gerard Barkema is faculteitshoogleraar bij de Universiteit Utrecht en bestuurslid bij ICT-Research Platform Nederland, vertegenwoordiging van academische informatica in Nederland.