Een technofix voor het klimaat onderzoeken is gevaarlijk. Of is het juist nodig?
Met ingrijpende technologische maatregelen is de opwarming van de aarde misschien nog tegen te gaan. Maar is het wel verantwoord om dat te proberen? Een debat.
"Voor je huis heb je een brandverzekering, ook al is de kans dat je huis afbrandt klein. Onderzoek naar klimaatmodificatie kun je zien als een verzekering voor als het heel erg mis gaat met klimaatverandering", zegt Claudia Wieners. "Dit is precies het soort misleidende metaforen waar ik moeite mee heb", reageert Jeroen Oomen. "Want een brandverzekering zorgt er niet voor dat je meer kans hebt dat je huis afbrandt. Onderzoek naar klimaatmodificatie zorgt er wél voor dat we meer risico hebben op de uiteindelijke catastrofe."
Het gesprek is net begonnen. Dat Wieners en Oomen totaal anders denken over het onderzoeken van klimaatmodificatie blijkt meteen.
We zitten op rode banken bij een koffietafel in de kantoortuin van Oomens onderzoeksgroep bij de Universiteit Utrecht. Oomen is politicoloog en socioloog en doet onderzoek naar de bestuurlijke en sociale kant van klimaatmodificatie, ook wel climate engineering of geo-engineering genoemd. Wieners werkt aan dezelfde universiteit, in een gebouw verderop. Ze is klimaatfysicus en doet modelonderzoek naar onder meer stratosfeerinjecties, een vorm van klimaatmodificatie. De kans dat de opwarming van de aarde onder de 1,5 graden blijft wordt steeds kleiner, bleek deze week weer uit het nieuwste rapport van het IPCC, het klimaatpanel van de Verenigde Naties. De gevolgen van de opwarming – overstromingen, droogte, orkanen, bosbranden – worden ondertussen zichtbaarder. Technische ingrepen, zoals zonlichtweerkaatsende zwaveldeeltjes in de stratosfeer brengen, kunnen die gevolgen misschien wel tegengaan.
Veel is onduidelijk over zo’n ‘technofix’: hoe het klimaat er wereldwijd op zou reageren is onzeker, er zijn veel technische vragen en er is nog geen idee hoe zo’n programma met de hele wereld samen bestuurd kan worden. Onderzoek is geboden. Of niet. Er zijn felle tegenstanders die grote gevaren zien, niet alleen in het inzetten van klimaatmodificatie zelf maar zelfs in het doen van onderzoek ernaar.
Het debat hierover staat in de kinderschoenen. Het blijft bij simplistische argumenten en dat moet anders, vinden Wieners en Oomen.
Al zou er een kleine kans zijn dat het faliekant mis gaat, dan wil je wel iets kunnen doen
Waarom weet Oomen zo zeker dat alleen al onderzoek doen klimaatverandering zal verergeren?
"Omdat het koren op de molen is van de industrie en politiek die al jarenlang vertragen", zegt Oomen. "Tot een jaar of tien geleden zeiden die dat klimaatverandering niet bestond. Later werd het dat de mens er geen invloed op had. Nu zie je klimaatmodificatie in sommige van die gremia opduiken met het argument dat we ons niet zo druk hoeven te maken over klimaatverandering. En we zitten nu eenmaal in een beleidssysteem dat graag zoekt naar een makkelijke oplossing."
"Maar al zou er een kleine kans zijn dat het faliekant mis gaat, dan wil je wel iets kunnen doen", zegt Oomen. "Dat is een spanning waar ik in leef."
"Er is nu al een significante kans dat het misgaat, zelfs bij anderhalve graad opwarming", reageert Wieners. "Omdat de klimaatgevoeligheid misschien groter is dan verwacht, of omdat West-Antarctica, waar zeven meter zeespiegelstijging in ligt opgeslagen, instabieler is dan we denken, zo zijn er nog veel meer onzekerheden. Wat doe je als dat negatief uitpakt? En wat doe je als er iemand komt die zegt: het is nu zo erg met die overstromingen en bosbranden, we gaan het gewoon inzetten?"
"Ik erger me aan mensen die zeggen dat de geest niet uit de fles mag", zegt Wieners. "De geest ís al uit de fles. Ik denk dat we ons moeten voorbereiden op een situatie dat het misgaat. Ofwel met de opwarming, ofwel met iemand die snel actie wil en het rücksichtslos gaat inzetten."
"Als je me het vuur aan de schenen legt over wat ik denk dat er over 50 of 100 jaar daadwerkelijk gaat gebeuren, dan denk ik die rücksichtslose inzet", zegt Oomen. "Kijkend naar de huidige machtsverhoudingen zou ik zeggen dat het de Verenigde Staten zullen zijn die op een gegeven moment zes klimaatrampen in een jaar krijgen, en dat ze het dan gewoon gaan doen. Dat maakt me wel angstig."
Ik zou willen dat tegenstanders het probleem wat praktischer bekeken
En ondanks die vrees slaat de pendule voor jou door naar geen onderzoek doen.
"Vanuit de kant van de klimaatwetenschap wordt denk ik te makkelijk gedacht dat wetenschap en beleid goed te scheiden zijn", zegt Oomen. "In de praktijk is dat gewoon niet zo. Stel je maakt onderzoek naar klimaatmodificatie onderdeel van het IPCC, dan gaat dat doorsijpelen naar het beleid. Zo ging het met CO2-verwijdering ook. Die technieken hebben zich nog niet op grote schaal bewezen, maar ze zijn al wel opgenomen in de scenario’s. In onderhandelingen zie je al dat landen die moeite hebben met restrictief onderzoeksbeleid óók de landen zijn die het meeste moeite hebben met zinnen als: fossiele brandstoffen moeten uitgebannen worden."
"Wat dus ook betekent dat je onderzoek niet aan dit soort landen wilt overlaten", zegt Wieners. "En al helemaal niet aan oliebedrijven. Als zij daar achter gesloten deuren mee bezig gaan, en dan ineens een oplossing presenteren, dan is het lastig daar heel kritisch naar te kijken. Voor mij is de belangrijkste vraag: maakt onderzoek het waarschijnlijker dat áls we het gaan gebruiken we het dan enigszins góéd doen", zegt Wieners. Oomen: "Het maakt de kans op elke inzet groter. Ook dat iemand ermee aan de haal gaat die het helemaal verkeerd doet."
"Niet per se", zegt Wieners. "Kijk naar ocean iron fertilization, het idee om ijzerdeeltjes in oceanen te verspreiden om de groei van fytoplankton te stimuleren dat CO2 opneemt. Daar werd ooit veel van verwacht, maar na lokale experimenten bleek het niet te werken. Dat idee is nu van tafel." "Klopt", reageert Oomen, "maar de impact die stratosfeerinjectie heeft is veel groter, en de claim wat het kan betekenen ook. Dat is heel aantrekkelijk voor een demagoog."
"Dat klimaatmodificatie niet bestuurd kan worden is ook een belangrijk argument om het niet te onderzoeken", zegt Oomen. "Daar is geen direct bewijs voor, maar het blijkt uit de totale absentie van goed beleid, gebaseerd op wederzijds vertrouwen. Daar is gewoon geen enkel voorbeeld van, niet bij zulke mondiale dingen."
Weegt het argument van onbestuurbaarheid voor Wieners anders dan voor Oomen?
"Je kunt je ook afvragen of drie graden opwarming niet een groter bestuurlijk probleem is", zegt Wieners. "Dan zijn delen van de aarde onbewoonbaar door hittegolven en zeespiegelstijging. Migratie loopt nu al niet goed, misschien is een imperfecte oplossing wel makkelijker te organiseren dan de gevolgen van 3 graden opwarming."
"Klimaatwetenschappers zien denk ik meer wat er mis kan gaan met het klimaat, en de beleidswetenschappers wat er fout kan gaan in het beleid. Al is die scheidslijn niet absoluut", zegt Wieners. "Ik zou alleen willen dat tegenstanders het probleem wat praktischer bekeken. We constateren allebei dat we iets achter de hand willen hebben voor het geval het grondig misgaat, wat vind jij dan dat we moeten doen?"
"Dat is natuurlijk de grote vraag", zegt Oomen. "Ik ben nou ook weer niet tegen ál het onderzoek. Voor eventuele voortgang moeten we eerst nadenken of een verantwoordelijk onderzoeksprogramma mogelijk is. Het onderzoek kan best nog twee jaar wachten terwijl wij nadenken over voorwaarden."
Burgers moeten dus ook de mogelijkheid hebben om te zeggen dat ze een onderzoek niet boven hun grondgebied willen hebben
Wat voor voorwaarden zijn dat?
„Allereerst een moratorium, een bindende afspraak tussen alle landen dat klimaatmodificatie niet mag worden ingezet”, zegt Oomen. „Dat is voor mij echt niet-onderhandelbaar.” Wieners: „Oké, maar ik denk dat het dan voor bijvoorbeeld vijf of tien jaar moet gelden, en dan met de dan aanwezige kennis opnieuw overwogen moet worden.”
Oomen: „Nee. Dan suggereer je steeds dat je het over vijf jaar wel kunt doen en dan leidt het alsnog af van uitstootvermindering. De boodschap van een oneindig moratorium is heel anders. Uiteindelijk gaat er vast een keer aan gemorreld worden, maar dan moet je dat echt behandelen als het opbreken van een harde afspraak. Overigens denk ik dat de VS, China of Saoedi-Arabië een moratorium nooit zullen tekenen.”
Wieners: „Misschien tekenen ze wel makkelijker als het niet voor altijd staat.”
Oomen: „Verder is transparantie heel belangrijk. Dat alles open access is en er geen patenten toegekend worden”, zegt Oomen. „Zodat niks kan leiden tot commercialisering. En bij alles wat je doet inspraak organiseren, zeker rond experimenten in de buitenlucht. Dan moeten burgers dus ook de mogelijkheid hebben om te zeggen dat ze een onderzoek niet boven hun grondgebied willen hebben.”
„Dat laatste vind ik wel gek hoor”, zegt Wieners. „Dat is bij een experiment dat Harvard wilde uitvoeren boven Zweden gebeurd. Maar waarom mogen bewoners die toevallig bij een opstijgplek voor stratosferische ballonnen wonen beslissen over iets wat voor bewoners van een verdrinkend eiland misschien wel verschil maakt tussen ongewild verhuizen of niet?”
We zullen de gevolgen van stratosfeerinjecties nooit perfect begrijpen voordat het is ingezet
Kunnen we eigenlijk ooit zeker genoeg weten wat klimaatmodificatie doet om het te kunnen toepassen?
„We zullen de gevolgen van stratosfeerinjecties nooit perfect begrijpen voordat het is ingezet”, zegt Wieners. „Maar we weten ook niet welke gevolgen de opwarming zelf precies heeft. De vraag is hoe je die onzekerheden tegen elkaar afweegt. Veel mensen zien niet-ingrijpen als de default optie, en wel-ingrijpen als de afwijking waarvoor je je moet verantwoorden. Maar je kunt je afvragen of iets wat je níét doet, waardoor hele eilanden in de oceaan verdwijnen, ook een keuze is die je kritisch moet bekijken.”
„Ik las laatst een intrigerende tweet”, zegt Wieners. „Hoe goed is het eigenlijk om precies te weten welke effecten er op lokale schaal zullen optreden? Want hoe meer je weet, hoe meer je not in my backyard-gevoelens opwekt en hoe meer conflictpotentieel er is. Ik ben het er niet direct mee eens, maar het is wel een interessante gedachte.”
„Dat is denk ik precies waarom niks doen wordt gezien als de default optie”, zegt Oomen. „De verantwoordelijkheidsvraag ligt echt anders als we klimaatmodificatie gaan inzetten. Er moet een bepaalde vorm van machtscentralisatie rondom dat systeem gemaakt worden die er nu niet is. Er kan dus iemand verantwoordelijk gehouden worden voor de gevolgen, anders dan wanneer er niks wordt gedaan. Dat gaat heel anders uitspelen.”
Eerste stappen om te zetten zijn vooral begrip kweken voor het ‘andere kamp’, elkaar informeren, besluiten ze allebei.
Bij het aandoen van de jassen om naar huis te gaan schiet Oomen nog iets te binnen. „We moeten ons niet blindstaren op de doelen. Het gaat om de gevolgen van de opwarming en dán de politieke weging. Er is niet gezegd dat de gevolgen bij 2 graden opwarming dermate ellendig zijn dat je klimaatmodificatie wil toepassen, het kan ook veel later pas zijn.”
Wieners: „Of eerder, bij 1,5 graad. Maar inderdaad, het al dan niet halen van klimaatdoelen moet er niet mee samenhangen.”
Dit artikel is geschreven door Laura Wisman en verscheen op 21 maart op NRC.nl. Claudia Wieners is een klimaatfysicus en Jeroen Oomen is een politicoloog. Beiden zijn verbonden met het strategische thema Pathways to Sustainability bij de Universiteit Utrecht.