De plastic walvis en onze afspraak om de oceaan te beschermen

Blog van Otto Spijkers, docent internationaal publiekrecht aan de Universiteit Utrecht

Skyscraper walvis, foto: Robert Oosterbroek
Foto: Robert Oosterbroek

Otto Spijkers, docent internationaal publiekrecht aan de Universiteit Utrecht en de link met Doel 14 (bescherm het leven in het water) van de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties. 

Eén van de meest romantische liedjes van zanger Tom Waits heeft als titel “Fish & Bird”. Het gaat over de onmogelijke liefde tussen een grote walvis en een klein vogeltje. De geliefden bespreken hun toekomst. “Jij kunt niet in de oceaan leven”, zucht de walvis. Daarop verzucht het vogeltje: “En jij kunt niet in de lucht leven. En zo bejammeren we ons lot, en vult de oceaan zich met onze tranen.” Maar dan bedenkt het pientere vogeltje een oplossing: “Het zeeoppervlak is als een spiegel waar je ook nog eens doorheen kunt kijken. Dus als ik vanuit de lucht op deze spiegel neerkijk, dan zie ik in de diepzee zowel een vogeltje – dat ben ikzelf – als een walvis – dat ben jij. Dan zijn we toch samen!”

Skyscraper walvis, foto: Robert Oosterbroek
Foto: Robert Oosterbroek

Alleen als het zeeoppervlak vol ligt met plastic, dan kan niemand meer wat zien, noch zijn eigen spiegelbeeld, noch hetgeen zich diep in het water afspeelt. Om aandacht te vragen voor het probleem van de plastic soep in de oceanen, is er eind januari 2019, op initiatief van mijn collega professor Marleen van Rijswick, een enorme walvis opgedoken in de grachten van Utrecht. Geheel gemaakt van plastic. De foto’s in deze blog geven een mooi beeld van zijn totstandkoming, op een grijze dinsdag in januari. Het plastic waarvan de walvis is gemaakt, is daadwerkelijk plastic uit oceanen. Gevonden op de stranden van Hawaï, New York en België.

Plastic in zee

Plastic Walvis duikt op in Utrecht, foto: Robert Oosterbroek
Foto: Robert Oosterbroek

De plastic walvis vraagt aandacht voor het probleem van de plastic soep. Dat heeft alles te maken met de SDGs, SDG 14 in het bijzonder. SDG 14 gaat over het behoud en het duurzaam gebruik van de oceanen. Alle staten in de wereld hebben zich er onder meer toe verplicht om zich in te spannen om het zwerfvuil in zee drastisch te verminderen.

Zwerfvuil in zee bestaat uit door mensen opzettelijk of per ongeluk in de zee achtergelaten rommel, en veel daarvan is plastic. Plastic drijft, en verzamelt zich in het centrum van gyres – grote, ringvormige stromingen in de oceanen – en aan de kust. Het vormt een ernstige bedreiging voor vissen, zeevogels (meeuwen), en zeezoogdieren (walvissen, dolfijnen). Plastic vormt ook een bedreiging voor de mens, bijvoorbeeld vanwege de last die het veroorzaakt voor boten en kusten. Grote boosdoeners zijn plastic zakken, ballonnen (denk aan de proefballonnen van VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff), boeien en plastic flessen. Zwerfvuil drijft vanuit rivieren de zee in, maar ook strandrecreatie, scheepvaart (cruiseschepen), booreilanden en de visserij dragen ertoe bij.

Wat doet Nederland?

Skyscraper walvis
Foto: Tonie Broekhuijsen

Nederland is zich bewust van het probleem en zoekt gericht naar oplossingen. Daarbij benadrukt ons land vooral het belang van internationale samenwerking. Zo is er het Regionale Actieplan Mariene Zwerfvuil, opgesteld in het kader van het ‘Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan’, gesloten in Parijs in 1992 (OSPAR-Verdrag).

Vanuit Nederland worden er ook private initiatieven ondernomen, zoals het inmiddels wereldberoemde Ocean Cleanup project van Boyan Slat. Een ander voorbeeld – dit keer niet vanuit Nederland – is een initiatief van Adidas, om gymschoenen van plastic uit zee te produceren. Daar kun je natuurlijk allerlei cynische opmerkingen bij maken, maar laten we dat nu eens niet doen.

Hoe nu verder?

Skyscraper walvis, foto: Robert Oosterbroek
Foto: Robert Oosterbroek

Begin juni 2017 werd op het hoofdkwartier van de Verenigde Naties in New York een intergouvernementele conferentie gehouden, ter ondersteuning van de uitvoering van SDG 14. Daar riepen de staten belanghebbenden op sneller te handelen om alle soorten zeevervuiling te voorkomen en aanzienlijk te verminderen, inclusief plastics en microplastics. Ook werd opgeroepen om lange termijn en robuuste strategieën te ontwikkelen en in de praktijk te brengen om het gebruik van plastics en microplastics te verminderen, met name plastic tasjes en flesjes voor eenmalig gebruik. Staten riepen elkaar op meer intensief samen te werken met elkaar, en met belanghebbenden, om de productie, marketing en gebruik van plastics aan te pakken. Tijdens de conferentie werd een aantal goede voorbeelden genoemd. Zo zijn er landen die plastic zakken, plastic flessen voor eenmalig gebruik en microplastics in cosmetica al volledig verbieden. Helaas is dat (nu nog) ad hoc; er is geen internationale regelgeving die iets dergelijks universeel voorschrijft.