Blog: #I would stay home if I had one - De impact van de coronacrisis op ongedocumenteerde vreemdelingen in Amsterdam

Deel 3- door Mieke Kox en Ilse van Liempt

Stay Home (image: freepik)
(vectorafbeelding gemaakt door freepik - nl.freepik.com)

De huidige coronacrisis raakt ook ongedocumenteerde vreemdelingen, ofwel uitgeprocedeerde asielzoekers, informele arbeidsmigranten en anderen zonder verblijfsrecht. Aan het begin van de crisis stond een aantal ongedocumenteerden bijvoorbeeld letterlijk op straat. De gemeente Amsterdam bood hen - ondanks het RIVM-advies thuis te blijven - alleen nachtopvang. Informele arbeidsmigranten die momenteel niet kunnen werken en geen inkomsten hebben vrezen eenzelfde lot. In deel drie van dit drieluik bespreken we op basis van lopend onderzoek aan de Universiteit Utrecht de impact van de coronacrisis op ongedocumenteerden in Amsterdam.

#I would stay home if I had one

Bij het uitbreken van de crisis bood de gemeente Amsterdam ongedocumenteerden alleen nachtopvang. 24-uurs opvang zou volgens het advies van de GGD namelijk te grote besmettingsrisico’s met zich brengen. Sindsdien slapen circa 75 ongedocumenteerden op veldbedden in de Sporthallen Zuid. Zij worden om 9 uur ’s ochtends vanuit de opvang met een boterhamzakje en een kop thee de straat op gestuurd en kunnen dus de richtlijnen van het RIVM niet opvolgen. Dit leidt volgens een geïnterviewde betrokkene tot veel onrust onder deze ongedocumenteerden. Een groep van circa 80 ongedocumenteerden weigerde aanvankelijk van deze nachtopvang gebruik te maken. Volgens een betrokken vrijwilliger was het aanbod van de gemeente onvoldoende en ging dit ten koste van de gezondheid van deze ongedocumenteerden. Zij bleven daarom in de gekraakte parkeergarage De Kempering waar zij dicht op elkaar in tenten sliepen. 8 mei is de parkeergarage ontruimd waarna een deel van hen alsnog op nachtopvanglocaties verblijft.

Ongedocumenteerden in de nachtopvang konden de eerste dagen van de crisis overdag nergens heen doordat BOOST Amsterdam en het Wereldhuis, gemeenschappen waar velen voor de crisis hun dag doorbrachten, zich gedwongen zagen hun deuren te sluiten. “Het was niet verantwoord open te blijven” volgens een medewerker van het Wereldhuis. Het pand was te klein, social distancing niet mogelijk en hygiënische hulpmiddelen te beperkt. Een andere hulpverlener vertelt: “Deze groep kon nergens heen, er was niets voor hen.” Zo hadden ze nauwelijks toegang tot openbare toiletten en konden zij nergens hun handen wassen doordat ook daklozenvoorzieningen gesloten waren. Daarbij vreesden zij in toenemende mate discriminatie nu zij op straat verbleven terwijl zij hier eigenlijk niet mochten zijn. Zij gingen vaak in groepjes naar de Amsterdamse parken waar zij voetbalden om warm te blijven. Burgerinitiatieven als Here to Support en Amsterdam City Rights zochten hen daar op, brachten warme koffie en verstrekten cadeaubonnen van een supermarkt om de ergste nood te lenigen. #I would stay home if I had one, protesteerden zij gezamenlijk.

Bovengenoemde hulporganisaties en De Regenboog Groep hebben vervolgens binnen een week drie locaties gevonden waar zij – onder protest – dagopvang bieden aan kleine, vaste groepen ongedocumenteerden. Hier kunnen de organisaties de adviezen van het RIVM opvolgen, gezamenlijk koken, douchen en – voor zover met het beperkt aantal laptops mogelijk – online Nederlandse lessen volgen. Betrokkenen vinden het eigenlijk een taak van de overheid om opvang aan deze kwetsbare migranten te bieden. Tegelijkertijd bieden zij naar hun idee een fijnere – en veiligere – plek die gekenmerkt wordt door een grote onderlinge verbondenheid en solidariteit. Zij zouden dan ook graag zelf 24 uursopvang willen bieden, mits gefinancierd door de overheid. Dit lijkt hen ook logischer zoals een vrijwilliger aangeeft: “Dat is toch slimmer dan mensen ’s nachts allemaal op een hoop te gooien en overdag dan die strikte scheiding aan te houden?” Inmiddels ontvangen deze organisaties een tegemoetkoming van de gemeente om deze dagopvang te bieden en zijn ze niet meer afhankelijk van crowdfunding zoals in de beginfase van de crisis. Daarnaast zijn daklozenvoorzieningen weer geopend.

Angst voor uithuiszetting

Ook ongedocumenteerde arbeidsmigranten zijn bang dat ze op straat komen te staan. Zij kunnen als gevolg van de crisis niet meer op de informele arbeidsmarkt werken, hebben geen of nauwelijks inkomsten en mogen geen gebruik maken van de door de overheid opgerichte vangnetten voor zzp-ers. Meerdere geïnterviewde organisaties geven aan dat deze groep uithuiszetting vreest. “De nood is hoog. Zij kunnen vaak na één week hun huur al niet meer betalen maar hebben wel verplichtingen in hun herkomstland,” aldus een hulpverlener. Ook ongedocumenteerden die bij vrienden/familie in huis verblijven, vrezen hier niet langer te kunnen blijven nu hun vrienden/familie door de lockdown zelf ook veel thuis zijn en de ruimte binnenshuis beperkt is. Deze groep ondervindt momenteel bovendien problemen met betalen nu zij geen Nederlandse bankrekening mogen hebben maar op steeds minder plekken met contant geld kunnen betalen.

Sinds begin mei biedt de gemeente Amsterdam ongedocumenteerde gezinnen opvang, mits zij zich registreren waardoor ze in het zicht van de autoriteiten komen en na opheffing van de reisbeperkingen makkelijker uitzetbaar zijn. Dit roept de vraag op in hoeverre deze migranten hiervan gebruik zullen willen maken. Daarbij zeggen organisaties te willen voorkomen dat deze informele arbeidsmigranten in het opvangcircuit terecht komen. Zij vrezen langdurige afhankelijkheid vanwege de moeilijkheden om goedkope woonruimte op de krappe Amsterdamse woningmarkt te bemachtigen. Vanwege de angst voor uithuiszetting en zorgen om familieleden in het thuisland is – aldus een hulpverlener - een onbekend aantal ongedocumenteerden direct bij het uitbreken van de crisis teruggekeerd naar het herkomstland. Voor een substantieel deel van de ongedocumenteerden is dit echter geen optie volgens andere geïnterviewde hulpverleners. Bovendien is dit door de huidige reisbeperkingen veelal niet mogelijk.

Toegang tot de gezondheidszorg

Ongedocumenteerden hebben recht op medisch noodzakelijke zorg en de GGD heeft een quarantaineprotocol met afzonderingsmogelijkheden voor – onder andere – ongedocumenteerden. Geïnterviewde organisaties vragen zich echter af in hoeverre ongedocumenteerden coronaklachten zullen melden. Zo stelt een respondent dat sommige ongedocumenteerden ethische discussies in de samenleving over het recht op schaarse zorg en/of bedden op de Intensive Care voor ongedocumenteerden willen vermijden. Inmiddels is de druk op de gezondheidszorg afgenomen, maar geïnterviewde hulpverleners signaleren nog steeds terughoudendheid bij ongedocumenteerden om benodigde zorg te vragen. Zo vertelt iemand dat de ongedocumenteerden die hij ondersteunt nu minder paracetamol of ibuprofen vragen terwijl zij voor de crisis “grootgebruikers” van deze pijnstillers waren. Een andere respondent geeft aan dat er taboe lijkt te rusten op het hebben van coronaklachten vanwege het stigma dat volgens ongedocumenteerden aan coronaklachten kleeft. Zulke klachten zouden betekenen dat iemand zondig is of niet genoeg gebeden heeft. Daarbij is er ook angst voor quarantaine vanwege de herinneringen die afzondering oproept of juist de onbekendheid met afzondering. Tot slot zouden sommige ongedocumenteerden de gevolgen van hun hulpvraag in termen van vreemdelingenbewaring of uitzetting vrezen nu zij onrechtmatig in Nederland verblijven. Ondanks dergelijke terughoudendheid is het volgens betrokkenen onmogelijk voor ongedocumenteerden in de opvang om met klachten rond te lopen zonder dat betrokkenen dit zullen zien.

Ongedocumenteerden ervaren - net als asielzoekers en statushouders - problemen met de toegankelijkheid van informatie over de coronacrisis. Een deel van deze problemen beschreven we al eerder, maar deze groep wordt specifiek geraakt door het voorlichtingsmateriaal van de overheid. Zo vertelt een betrokkene: “Het is super goed dat er initiatieven ontstonden om de informatie te vertalen, maar zij vertaalden letterlijk het overheidsbeleid. Een jongen hier verscheurde de poster met die maatregelen want Regel 1 is ‘Blijf thuis’ maar hoe blijf je thuis als je geen huis hebt? Regel 2 is dat je bij klachten binnen moet blijven, maar deze mensen worden de straat op gestuurd! Regel 3 is dat je afstand moet houden, maar hoe moet je anderhalve meter afstand houden in een opvang voor 100 mensen? Er is veel meer maatwerk nodig.” Die inadequate informatie is gevaarlijk. Omdat ongedocumenteerden zich niet aan die maatregelen kunnen houden – zo vreest deze respondent – dreigen ze die aan hun laars te lappen, terwijl ze eigenlijk zeer solidair willen zijn. Die solidariteit blijkt volgens deze respondent ook uit het huidige mondkapjesproject. Ongedocumenteerden van verschillende opvanglocaties werken in dit project samen om alle Amsterdamse ongedocumenteerden vanaf 1 juni te laten beschikken over door hen gemaakte mondkapjes met bijbehorende instructies en – aangepaste – informatie om verspreiding van het virus tegen te gaan.

De pijn van onrechtmatig verblijf

Geïnterviewde organisaties maken zich tevens zorgen over de gezondheid van ongedocumenteerden, onder meer omdat het leven zonder verblijfsvergunning ook zonder coronacrisis gepaard ging met allerlei soorten pijn. Daarbij zouden tijdens de crisis essentiële benodigdheden als fruit – zonder burgerinitiatieven - onvoldoende beschikbaar zijn. Daarnaast blijkt uit eerder onderzoek dat de omstandigheden waarin ongedocumenteerden leven hun gezondheid negatief beïnvloedt. Bovendien is er ook bij deze groep veel onzekerheid over de toekomst. Verder verblijft er nog een groep ongedocumenteerden in vreemdelingenbewaring ondanks de versoberde omstandigheden en de beperkte kansen op uitzetting. Waar de directeur van het Rotterdamse detentiecentrum aangeeft dat het desondanks nog nooit zo rustig is geweest in het centrum, stelt het Meldpunt Vreemdelingendetentie zich zorgen te maken over de gedetineerde vreemdelingen.

Tot slot

In dit drieluik beschreven we de impact van de huidige coronacrisis op asielzoekers, statushouders en ongedocumenteerden in Amsterdam. We lieten zien dat maatschappelijke organisaties – soms (deels) door de overheid gesubsidieerd – zijn ingesprongen op problemen die door het tekortschieten van formele structuren zijn ontstaan. Zo hebben zij ongedocumenteerden dagopvang geboden, nieuwkomers begeleid naar medische zorg, overheidsinformatie over de crisis vertaald, online Nederlandse lessen, taalcafés en hulp bij homeschooling online aangeboden, en nog veel meer. Waar de inzet van dit soort initiatieven – voor en na de coronacrisis – eraan bijdraagt dat primaire levensbehoeften vervuld worden, mensen zich welkom voelen en onderdeel kunnen worden van een gemeenschap, werpt dit ook fundamentele vragen op. Want dienen zulke primaire taken als onderdak, onderwijs en toegang tot de zorg door informele initiatieven opgepakt te worden of behoort dit – juist in crisistijd – tot de primaire taken van de overheid?

Mieke Kox
Ilse van Liempt