Blind varen op de oplossingen van het IPCC ondermijnt echte verandering
Met drie dagen vertraging is maandag het nieuwste rapport van het IPCC gepubliceerd, het wetenschappelijke klimaatpanel van de Verenigde Naties. Met conclusies over wat haalbaar is, wat er moet gebeuren en waarschuwingen dat we nu toch echt aan de bak zullen moeten. Lisette van Beek onderzoekt bij de Urban Futures Studio, Universiteit Utrecht, de rol van klimaatmodellen en artistieke verbeeldingsvormen. Jeroen Oomen is onderzoeker aan de Urban Futures Studio, Universiteit Utrecht. Hij onderzoekt de relatie tussen klimaatwetenschap, klimaatbeleid, en beelden van de toekomst.
Ja, klimaatverandering is een gigantisch probleem. En ja, we zullen onze uitstoot in een ongeëvenaard tempo omlaag moeten brengen. Maar als het om oplossingsrichtingen gaat – waar dit nieuwste rapport over schrijft – gaat er bij de interpretatie van de conclusie vaak veel mis. Het IPCC geeft expliciet geen beleidsvoorschriften, maar in de praktijk is dit wel hoe de rapporten worden geïnterpreteerd.
Hoewel het IPCC probeert een breed pallet aan oplossingsrichtingen te bieden, geven ze zéker niet alle opties weer. De scenario’s in het rapport gaan namelijk niet over politieke vragen – ze gaan puur over wat technisch haalbaar is binnen de grenzen van de huidige kapitalistische markteconomie. Eigenlijk draaien vrijwel alle scenario’s van het IPCC om systeembehoud, terwijl er juist een systeemverandering nodig is.
Meer dan de beide andere rapporten is het rapport van werkgroep 3 namelijk een beleid sdocument, het resultaat van onderhandelingen tussen verschillende landen met heel verschillende visies op klimaatbeleid. De scenario’s waarop auteurs zich baseren zijn geen neutrale verkenningen. Ze zijn het resultaat van aannames over wat realistisch is, wat politiek acceptabel is en wat past binnen het huidige systeem. Wat niet past in die dominante aannames krijgt geen plek in IPCC-scenario’s.
Illustratieve voorbeelden
Die scenario’s zijn bedoeld om beleidsmakers te helpen keuzes te maken om de doelen van het klimaatakkoord van Parijs te halen. Voor wetenschappers zijn deze scenario’s slechts ‘illustratieve voorbeelden’. In de politieke praktijk doen ze echter veel meer. Impliciet hebben ze een sturende werking op het klimaatdebat, omdat de politiek ervan uitgaat dat dit de enige opties zijn om de klimaatdoelen te halen. Kijk naar het 1,5-gradenrapport uit 2018. Een belangrijk inzicht uit deze 1,5-gradenscenario’s was dat de wereld in 2050 ‘netto nul’ emissies zou moeten hebben. Wereldwijd namen overheden en bedrijven dit net-zero by 2050 over als ogenschijnlijk ambitieus doel. Maar is dit wel zo ambitieus?
In de logica van IPCC-scenario’s en de onderliggende modellen moet klimaatbeleid namelijk vooral ‘kosten-efficiënt’ zijn, oftewel zo goedkoop mogelijk. Kolencentrales vroegtijdig afschrijven: onmogelijk. Radicale overheidssturing: onwaarschijnlijk. Technologische vooruitgang: lineair en economisch optimaal. De blik beperkt zich tot de grenzen van de huidige kapitalistische markteconomie
En dus gingen ‘netto-nul’-scenario’s ervan uit dat er in de toekomst technologieën beschikbaar zullen zijn om broeikasgassen uit de lucht op te vangen. Deze technologieën zouden op (korte) termijn moeten zorgen voor benodigde ‘negatieve emissies’. Maar die technologieën bestaan helemaal nog niet op grote schaal – sterker nog, niemand weet of het kán op die schaal. Om over de mogelijke effecten op biodiversiteit en landbouwgronden nog maar te zwijgen.het vertrouwen in deze technologieën daarom zelfs een vorm van greenwashing .
Als de politiek blind vertrouwt op IPCC-scenario’s ontstaat er dus een soort ‘ magical thinking ’: de hoop op magische technologieën die de pijn van écht klimaatbeleid verzachten. Dit zorgt voor uitstelgedrag. Uitstoot verminderen kan altijd nog, waarom nu veel investeren als deze toekomstige technologieën onze uitstoot toch wel op kunnen vangen?
IPCC-scenario’s hebben een selectieve kijk op wat er in de toekomst mogelijk is. Alleen wat binnen het huidige economische en politieke systeem past wordt meegenomen. Bij het maken van scenario’s anticiperen modelleurs op wat ze denken dat politiek en beleidsmakers zullen accepteren, uit angst om niet-relevant te worden gevonden. Politiek gevoelige onderwerpen, zoals no-growth of ingrijpende leefstijlveranderingen worden daarom liever vermeden. Zo beperkt de blik zich tot de grenzen van de huidige kapitalistische markteconomie. ‘ There is no alternative ’, zou Margaret Thatcher zeggen.
Vastklampen aan modellen
Het gevolg van die nauwe blik, van het vastklampen aan IPCC-modellen, is een krampachtig geloof in de beloftes van technologie en de markt. Krampachtig, omdat het vasthoudt aan een systeem dat niet meer werkt. De bosbranden, overstromingen, verdwijnende koraalriffen, en slinkende biodiversiteit vertellen een ander verhaal: het is tijd voor een radicale omslag.
Maar als we blind varen op de suggesties van werkgroep 3 van het IPCC, krijgen we een armoedige klimaatpolitiek. Armoedig, omdat het alle échte politieke keuzes uit de weg gaat, omdat het doet alsof we onszelf technocratisch uit deze crisis kunnen managen. Business-as-usual dus, meer van hetzelfde, meer van dat wat al dertig jaar niet werkt.
Dit opiniestuk van Jeroen Oomen en Listette van Beek is op 5 april 2022 gepubliceerd op de Klimaatblog van NRC Handelsblad.
Wetenschappers van de Universiteit Utrecht schrijven regelmatig over hun onderzoek in de klimaatblog van de NRC. Zij werken samen in het strategische thema Pathways to Sustainability.