Biodiversiteit is cruciaal om klimaatverandering het hoofd te bieden
Natuurbehoud
Deze week vind de conferentie over biodiversiteit plaats in Montreal, nadat hij afgelopen mei in de Chinese stad Kunming door Covid-19 was uitgesteld. Dat uitstel was zorgwekkend, vindt hoogleraar Landgebruik en Biodiversiteit Merel Soons, want de tijd dringt voor natuurbescherming.
Waarom onze biodiversiteit zo sterk afneemt, is bekend. De grootste bedreiging voor wilde planten en dieren is het verlies van hun leefgebieden. Waar geen plek meer is om te schuilen, te eten, jongen groot te brengen of simpelweg te groeien, kunnen planten en dieren niet overleven.
Op de tweede plaats komt ‘overbenutting’: het niet-duurzaam bejagen, bevissen, verzamelen en oogsten van in het wild levende dieren en planten. Op een gedeelde derde en vierde plaats komen vervuiling en klimaatverandering. Zo is vervuiling met overmatig stikstof een groot probleem in veel landen met intensieve landbouw. Klimaatverandering speelt wereldwijd een grote rol.
De ijsbeer is een icoon geworden van de gevolgen van de opwarming van de aarde: met het ijs verdwijnt zijn leefgebied. Maar ook het veranderen van neerslagpatronen, met extremer weer zoals hevige stortregens en drogere zomers, bedreigt het voortbestaan van veel soorten.
Graslanden
We hebben biodiversiteit juist hard nodig hebben om klimaatverandering het hoofd te bieden. Graslanden met een hogere diversiteit aan grassen en kruiden zijn stabieler in het leveren van ecosysteemdiensten onder sterk wisselende weersomstandigheden. Met name de productie van plantaardige biomassa, oftewel de hoeveelheid voer beschikbaar voor grazers zoals vee, is stabieler als het aantal plantensoorten in de vegetatie toeneemt.
Zo liet een overzichtsstudie in Nature al in 2015 zien dat graslanden met een hogere diversiteit veel weerbaarder zijn tegen klimaatextremen zoals intense zomerdroogte. En dat maakt ook onze voedselproductie weerbaarder tegen extreem weer. Hetzelfde effect van plantendiversiteit op stabiliteit wordt ook voor bossen gevonden. Die leveren niet alleen voedsel en hout, maar leggen ook koolstof vast en reguleren het klimaat.
Ook een hoge diversiteit aan diersoorten is belangrijk. Om klimaatverandering te overleven zullen veel plant- en diersoorten zich moeten verplaatsen van de huidige regio waarin zij voorkomen naar andere regio’s, die koeler en/of vochtiger zijn. Dieren kunnen zich vaak zelf verplaatsen. Maar planten, ook de planten die onze ecosystemen stabiliseren en ons weerbaarder maken tegen klimaatverandering, verspreiden zich maar éénmaal in hun leven, als zaad. De zaden van ongeveer de helft van alle plantensoorten worden door dieren verspreid.
Een recente studie in Science toont aan hoe planten afhankelijk zijn van verschillende diersoorten voor hun verspreiding. Sterft een diersoort lokaal uit door bijvoorbeeld jacht, dan kan een deel van de plantensoorten niet meer worden verspreid. Die soorten verliezen daarmee de mogelijkheid klimaatverandering te volgen. De studie berekent dat het huidige verlies aan diersoorten al heeft geleid tot een vermindering van 60 procent van de capaciteit van planten om klimaatverandering te kunnen bijbenen. Toekomstig verlies van bedreigde diersoorten zal nog tot een verdere afname met 15 procent leiden. Behoud van huidige populaties wilde dieren én herstel van verdwenen dierpopulaties is dus essentieel voor het weerbaar houden van onze ecosystemen tegen klimaatverandering.
Eilandjes van groen
Mijn collega’s en ik laten in een onderzoek zien dat bescherming van natuurgebieden gelukkig wel zin heeft. Met name in versnipperde landschappen, waar natuur voorkomt als eilandjes van groen tussen landbouw, infrastructuur en bebouwing, is het strikt beschermen van overgebleven natuur zinvol. Daarbij geldt, niet verrassend, dat hoe groter de natuurfragmenten zijn hoe meer diersoorten erin kunnen overleven. In strikt beschermde, grote fragmenten kunnen ook meer bijzondere soorten overleven, zoals bedreigde soorten en zaadverspreidende vogels. Vooral vogels die zaden over grotere afstanden kunnen verspreiden hebben baat bij grotere natuurfragmenten.
Het is dan ook cruciaal dat wereldwijd goede afspraken worden gemaakt voor het behoud en herstel van onze biodiversiteit. Maar met alleen afspraken komen we er niet. Ze moeten gevolgd worden door actie: bescherm natuurgebieden en werk aan het herstel van plant- en dierpopulaties, niet alleen in de natuur maar ook in landbouw- en bosbouwsystemen. Dit zijn no-regret maatregelen. We kunnen het ons niet permitteren op de volgende biodiversiteitstop te wachten. Dat doet het klimaat ook niet.
Dit opiniestuk van Merel Soons is op 5 mei 2022 gepubliceerd op de Klimaatblog van NRC Handelsblad.
Wetenschappers van de Universiteit Utrecht schrijven regelmatig over hun onderzoek in de klimaatblog van de NRC. Zij werken samen in het strategische thema Pathways to Sustainability.