Onderzoek Bestrijdingsmiddelen en Omwonenden

De Universiteit Utrecht (UU) brengt in kaart in hoeverre mensen die in de buurt van fruitpercelen wonen, worden blootgesteld aan chemische bestrijdingsmiddelen. Het is een deelproject van het Onderzoek Bestrijdingsmiddelen en Omwonenden (OBO). 

Het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en vindt plaats in Zuid-Gelderland, in gebieden met fruitteelt. Het onderzoek bestaat uit twee meetrondes, verspreid over één jaar. De eerste metingen, waarbij de onderzoekers samenwerken met zowel omwonenden als telers, vinden plaats in het voorjaar van 2025. 

Het onderzoek wordt gedaan om een beeld te krijgen van de mogelijke blootstelling aan bestrijdingsmiddelen bij omwonenden van fruitpercelen. Door praktijkmetingen uit voeren, controleren de onderzoekers of het model dat een inschatting maakt van de blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen, nauwkeurig is.

Praktijkmetingen

Om de praktijkmetingen mogelijk te maken, werken zowel omwonden als fruittelers vrijwillig mee aan het onderzoek. Bij omwonenden en telers die meedoen aan het onderzoek, meten de onderzoekers zeven dagen lang de concentratie gewasbeschermingsmiddelen in de lucht en in het huisstof. In het spuitseizoen vormt het moment waarop een fruitteler het te meten gewasbeschermingsmiddel toepast, de start van de metingen bij omwonenden. Voor de metingen buiten het seizoen kiezen de onderzoekers het moment.

Modelberekeningen

De onderzoekers vergelijken de uitkomsten van de metingen in de praktijksituatie met de uitkomsten van de modelberekeningen. Ze kunnen met deze metingen ook zien hoe bestrijdingsmiddelen zich verspreiden, bijvoorbeeld via de lucht en stof. Dit is kennis die nu nog niet beschikbaar is in gebieden met fruitpercelen. Het is belangrijk om dit wel te weten. Het maakt het straks ook mogelijk om voor andere delen van Nederland een goede inschatting te maken van de blootstelling aan bestrijdingsmiddelen.

Dit onderzoek kijkt enkel naar de mogelijke blootstelling aan bestrijdingsmiddelen. Op basis van alleen deze gegevens kan geen uitspraak worden gedaan over mogelijke gezondheidseffecten op korte of langere termijn. Deze gegevens maken het wèl mogelijk om te weten te komen of verder onderzoek zinvol is.