Spelen = gezond opgroeien
Waarom is spelen belangrijk voor een gezonde ontwikkeling?
Spelen begint al vanaf de jongste ontwikkeling. Baby’s ontwikkelen hun zintuigen door op voorwerpen te sabbelen of met knisperboekjes te spelen. Spelen prikkelt de kinderfantasie en logisch nadenken. Via samenspel leren kinderen bovendien sociale vaardigheden en teleurstelling incasseren.
Hoe helpt spelen kinderen gezond te ontwikkelen en met tegenslag of ziekte om te gaan?
Door te spelen, leren kinderen sociale omgangsvormen, motorische vaardigheden en hoe ze problemen kunnen oplossen. Daarnaast bevordert spelen de ontwikkeling van emotionele capaciteiten en creativiteit. Via spelen experimenteren kinderen met hun eigen (sociale) gedrag door verschillende situaties en omstandigheden na te bootsen. Spelen is dus essentieel voor een gezonde ontwikkeling. Helaas is spelen niet voor alle kinderen vanzelfsprekend, zoals kinderen met een chronische ziekte.
Multidisciplinair onderzoek
Binnen de hub Spelen = gezond opgroeien bundelen multidisciplinaire wetenschappers met maatschappelijke partners hun expertise. Vanuit de faculteiten Bètawetenschappen, Diergeneeskunde en Geneeskunde zijn onderzoekers aangesloten.
Chronisch zieke kinderen
Sanne Nijhof behandelt als kinderarts in het UMC-WKZ kinderen met jeugdreuma, kinderkanker of taaislijmziekte. Ziektes die niet alleen fysiek een zware tol eisen, maar ook op psycho-sociaal vlak. Sanne Nijhof: “Veel kinderen ervaren stress, voelen zich eenzaam en missen regelmatig de aansluiting met gezonde kinderen. Kinderen met een chronische ziekte kunnen aanhoudende gevolgen ervaren in hun sociale, cognitieve en emotionele ontwikkeling. Een tekort aan spel lijkt hier een belangrijke factor in te zijn. Dat gaan we verder onderzoeken.” Omgekeerd kan het bevorderen van speelmomenten juist bijdragen aan het voorkomen of verlichten van de gevolgen van hun ziekte op de lange termijn.
Diermodellen
Hoe belangrijk spelen is in de eerste levensfase, blijkt uit vergelijkingen met diermodellen. Hier werpt de expertise van Heidi Lesscher, onderzoeker bij de faculteit Diergeneeskunde meer licht op. “Wij kunnen de rol van spelen nauwkeurig onderzoeken bij knaagdieren. Als ratten niet kunnen spelen, daalt hun weerbaarheid. Ook laten ze onaangepast sociaal gedrag zien en kunnen ze minder goed problemen oplossen dan dieren die wel speelden op jonge leeftijd”, aldus Heidi Lesscher.
Applied game
Aan de andere kant van het Utrecht Science Park werkt Beta-wetenschapper Sander Bakkes aan de ontwikkeling van een applied game voor chronisch zieke kinderen. ‘Deze game is geen therapie, maar vooral een tool die de kinderen kan helpen om beter met hun ziekte om te gaan. Uit de interacties van kinderen binnen zo’n game kun je mogelijk bepaalde behoeftes of juist individuele obstakels afleiden. Het meest uitdagende is om vervolgens spel-interacties zó te ontwerpen dat ze zich vertalen naar een positief effect in de echte wereld.’
Lopende onderzoeksprojecten:
Promotieonderzoek Tara Pimentel: Hoe verandert sociaal spelgedrag de sociale, emotionele en neurocognitieve ontwikkeling? En wat voor inzicht bieden diermodellen daarbij?
Postdoctoraal onderzoek Esmé Möricke : Ontwikkeling instrument om de speelsheid van kinderen te kunnen meten en vergelijken.
Onderzoek Sanne Nijhof: Wat is de relatie tussen spelgedrag en de ontwikkeling van kinderen met een chronische ziekte. Bijvoorbeeld op het gebied van sociale ontwikkeling, maatschappelijke participatie en stressgevoeligheid. In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van data uit de cohortstudie PROactive.
Promotieonderzoek Dionysis Alexandrisis: Ontwikkeling van een applied game gericht op eenzaamheid bij kinderen met een chronische ziekte.
Sluit je aan!
Zie jij mogelijkheden om bij te dragen aan het onderzoek? Neem dan contact op met dr. Heidi Lesscher via H.M.B.Lesscher@uu.nl of 030 253 9876.
Wij werken samen met deze partners: