Wat doen de digitale communicatiemiddelen met de ontwikkeling van een kind?
"Het is moeilijk om een eenduidig antwoord te geven op deze vraag. Digitale communicatiemiddelen zoals een smartphone kunnen positieve en negatieve effecten hebben op de ontwikkeling van kinderen. Maar 1 ding is duidelijk. Deze effecten zijn niet voor elk kind hetzelfde en even sterk. De invloed van digitale communicatiemiddelden is namelijk afhankelijk van drie soorten factoren: kindfactoren, omgevingsfactoren en mediafactoren.
Kindfactoren
Onder kindfactoren verstaan we alle kenmerken van een kind, zoals leeftijd, persoonlijkheid, interesses enzovoort. Deze factoren bepalen hoe gevoelig een kind is voor de effecten van een smartphone of sociale media. Denk bijvoorbeeld aan de leeftijd. Jonge kinderen zijn vaak minder mediawijs en zien minder de risico’s van sociale media, zoals reclame en in-app aankomen of dat niet alles echt is. Zeer recent onderzoek laat zien dat er kwestbare periodes zijn en dat die voor jongens en meisjes verschillend zijn. Zo zijn meisjes tussen 11 en 13 het meest gevoelig voor de negatieve effecten van sociale media. Voor jongens is dit tussen de 14 en 15 jaar (Orben et al 2022). Maar ook de persoonlijkheid van kinderen kan hun gevoeliger of juist weerbaarder maken voor de negatieve effecten van sociale media. We weten dan kinderen die van zichzelf al erg onzeker zijn ook sneller onzeker worden van sociale media.
Omgevingsfactoren
Omgevingsfactoren van een kind zijn bijvoorbeeld de ouders, broertjes en zusjes, maar ook leeftijdsgenootjes. Ouders spelen een belangrijke rol in het mediagebruik van hun kinderen en de effecten daarvan. Ze kunnen regels stellen over hoeveel media hun kinderen mogen gebruiken en welke media (Geurts et al., 2022). Maar ze kunnen ook met hun kinderen helpen en advies geven over dingen die ze meemaken.
Mediafactoren
Tot slot zijn mediafactoren erg belangrijk. Op sociale media kun je heel veel verschillende dingen doen en met veel verschillende mensen communiceren.
Communiceren met vrienden die je ook offline ziet kan positieve effecten hebben omdat vriendschappen versterkt worden en sociale vaardigheden worden geoefend (Reich et al., 2012). Maar onderzoek toont ook aan het gebruik van sociale media om je te vergelijken met anderen en om feedback te zoeken gerelateeerd is aan depressieve gevoelens (Nesi & Prinstein, 2015)
Al deze factoren tezamen bepalen óf en in welke mate een kind wordt beïnvloed door digitale communicatiemiddelden. Wel zien we dat als kinderen worden beinvloed, dat vooral het problematisch gebruik hiervan (niet kunnen stoppen, nergens anders aan kunnen denken) een negatieve impact heeft, terwijl alleen de tijd dat jongeren er mee bezig zijn niet per se slecht is."
Bronnen
Orben, A., Przybylski, A.K., Blakemore, SJ. et al. Windows of developmental sensitivity to social media. Nat Commun 13, 1649 (2022). https://doi.org/10.1038/s41467-022-29296-3
Reich, S.M., Subrahmanyam, K., Espinoza, G. (2012). Friending, IMing, and hanging out face-to face: overlap in adolescents’ online and offline socialnetworks. Developmental Psychology, 48(2):356-68. https://doi.org/10.1037/a0026980
Geurts, S. M., Koning, I. M., Vossen, H. G. M., & van den Eijnden, R. J. J. M. (2022). Rules, role models or overall climate at home? Relative associations of different family aspects with adolescents' problematic social media use. Comprehensive Psychiatry, 116, 1-15. [152318]. https://doi.org/10.1016/j.comppsych.2022.152318