Hebben verwachtingen van leerkrachten invloed op de prestaties van kinderen? Of beïnvloeden die prestaties juist de verwachtinge

"Beide is het geval. De schoolprestaties van kinderen hebben invloed op de verwachtingen van hun leerkrachten. En dat geldt andersom ook, maar wel minder sterk.

Van prestaties tot verwachting

Kleuterjuf en kinderen aan een tekentafel

Leerkrachten baseren hun verwachtingen voor een groot deel op hoe hun leerlingen toetsen maken (Jussim & Harber, 2005; Südkamp et al., 2012). Maar niet alleen daarop. Het komt namelijk voor dat leerkrachten verschillende verwachtingen hebben voor kinderen met gelijke prestaties. Zij blijken dan vooral minder te verwachten van kinderen uit armere gezinnen, kinderen met een migratieachtergrond en kinderen met speciale leerbehoeften. Deze kenmerken van leerlingen beïnvloeden de verwachtingen dus eveneens (Gentrup et al., 2020; Wang et al., 2018). 

Van verwachting tot prestaties

Docent geeft box aan student.

Als leerkrachten lagere verwachtingen hebben, leidt dat tot slechtere schoolprestaties van leerlingen . Als ze hogere verwachtingen hebben, leidt dat tot betere prestaties van leerlingen (Gentrup et al., 2020; Jussim & Harber, 2005; Wang et al., 2018). Leerkrachten die alle kinderen in hun klas optimaal willen laten presteren, doen er dus goed aan om van állemaal hoge verwachtingen te hebben (Rubie-Davies, et al., 2015). En daarbij hoeven die verwachtingen niet precies te kloppen bij wat kinderen daadwerkelijk kunnen. Een overschatting van hun vermogens leidt tot betere prestaties dan een juiste inschatting (Gentrup et al., 2020). 

Leerkrachten die alle kinderen in hun klas optimaal willen laten presteren, doen er goed aan om van állemaal hoge verwachtingen te hebben.

Tussenstap: de rol van gedrag

Het is nog niet helemaal duidelijk hóé verwachtingen van leerkrachten precies leiden tot prestaties. Maar het vermoeden is dat het gedrag van leerkrachten een belangrijke rol speelt. Het kan zijn dat zij zich anders gedragen naar kinderen van wie ze hogere verwachtingen hebben. Dat hun interactie met die leerlingen bijvoorbeeld warmer is. En dat zij uitdagendere leerstof aan hen geven, betere feedback en vaker de mogelijkheid om vragen te beantwoorden. Zo leren deze kinderen meer en komen ze tot betere prestaties. Dit is in elk geval de theorie van Robert Rosenthal, één van de grondleggers van onderzoek op dit gebied. Wetenschappers hebben aanwijzingen gevonden dat leerkrachten zich inderdaad anders (stimulerender) gedragen naar kinderen van wie ze hogere verwachtingen hebben (Gentrup et al., 2020; Wang et al., 2018). Ook is bekend dat zij kunnen leren om hoge verwachtingen te hebben en tonen – richting alle kinderen in hun klas (Rubie-Davies, et al., 2015). Maar hoe die verwachtingen precies hun gedrag beïnvloeden en via dit gedrag de prestaties van leerlingen beïnvloeden? Daar is nog weinig onderzoek naar gedaan.

Bronnen

Gentrup, S., Lorenz, G., Kristen, C., & Kogan, I. (2020). Self-fulfilling prophecies in the classroom: Teacher expectations, teacher feedback and student achievement. Learning and Instruction, 66, 101296. https://doi.org/10.1016/j.learninstruc.2019.101296

Jussim, L., & Harber, K. D. (2005). Teacher expectations and self-fulfilling prophecies: Knowns and unknowns, resolved and unresolved controversies. Personality and Social Psychology Review9(2), 131–155. https://doi.org/10.1207/s15327957pspr0902_3

Rubie-Davies, C. M., Peterson, E. R., Sibley, C. G., & Rosenthal, R. (2015). A teacher expectation intervention: Modelling the practices of high expectation teachers. Contemporary Educational Psychology40, 72–85. https://doi.org/10.1016/j.cedpsych.2014.03.003

Südkamp, A., Kaiser, J., & Möller, J. (2012). Accuracy of teachers' judgments of students' academic achievement: A meta-analysis. Journal of Educational Psychology, 104(3), 743–762. https://doi.org/10.1037/a0027627

Wang, S., Rubie-Davies, C. M., & Meissel, K. (2018). A systematic review of the teacher expectation literature over the past 30 years. Educational Research and Evaluation, 24(3–5), 124–179. https://doi.org/10.1080/13803611.2018.1548798

 

Astrid Poorthuis

Deze vraag is beantwoord door: 

Dr. Astrid Poorthuis
Universitair Docent Ontwikkelingspsychologie
a.m.g.poorthuis@uu.nl