Joras Ferwerda over de rol van overheidsbeleid om het ‘goede’ in de samenleving te stimuleren en waarborgen

In deze rubriek zijn UUCePP onderzoekers geïnterviewd door Elisabetta Manunza en Fredo Schotanus. Vandaag is universitair hoofdocent Joras Ferwerda aan het woord.
Wie en wat ben je? Ik ben Joras Ferwerda, universitair hoofddocent aan de Utrecht University School of Economics. Ik noem mijzelf een publieke econoom, hetgeen betekent dat ik geïnteresseerd ben in hoe overheidsbeleid het welzijn van onze samenleving kan verbeteren. Veiligheid is één van de belangrijkste factoren voor het welzijn van iedereen in onze samenleving omdat die drastisch aangetast wordt door de negatieve invloeden van criminaliteit. Daarom doe ik al meer dan 20 jaar onderzoek naar beleid om criminaliteit te bestrijden. Ik ben opgeleid als econoom, maar ik publiceer ook in de literatuur van aanverwante disciplines, zoals criminologie, recht, en politicologie.
Waar werk je aan en waarom? Ik ben mijn academische carrière begonnen met onderzoek naar anti-witwasbeleid. Ik heb hier dan ook mijn proefschrift over geschreven. Ik word daarom nog steeds het meest gevraagd voor mijn onderzoek naar witwassen. Maar ik heb mijn onderzoek sindsdien uitgebreid naar aanverwante onderwerpen, zoals georganiseerde misdaad, belastingontduiking en corruptie.
Ons EU-project 'Bridgegap' bestudeert grensoverschrijdende corruptie
Publieke aanbestedingen zijn kwetsbaar voor corruptie en voor infiltratie door criminele organisaties (wat in UUCePP verband door andere onderzoekers wordt bestudeerd; zie o.a. dissertatie E.R. Manunza). Mijn eerste publicatie over corruptie was hier dan ook op gericht. Concreet onderzochten we (met Ioana Deleanu en Brigitte Unger als co-auteurs) corruptie-indicatoren, door 96 corrupte aanbestedingen te vergelijken met 96 aanbestedingen waarbij geen corruptie is vastgesteld. We onderzochten of er significante verschillen zijn tussen deze twee groepen voor een groot aantal indicatoren. Slechts acht van de onderzochte indicatoren leveren een significante bijdrage aan het voorspellen van de kans op corruptie bij publieke aanbestedingen, zoals gebrek aan transparantie en samenspanning van bieders.
Hoewel dit begon als een extra projectje uit nieuwsgierigheid, is dit nu één van mijn meest geciteerde publicaties en belangrijkste onderzoeksinteresses. Om verder onderzoek te doen naar corruptie, hebben we EU-financiering aangevraagd voor onderzoek naar anti-corruptiebeleid. De EU kende in 2022 financiering toe aan de Universiteit Utrecht en 14 internationale partners, waardoor we twee PhD-onderzoekers op dit onderwerp konden aannemen en vier jaar lang onderzoek kunnen doen naar corruptie binnen het EU-project Bridgegap. Promovendus Felix Alshut zal onderzoek doen naar grensoverschrijdende corruptiestromen en de determinanten daarvan. Andrea Longobucco gaat onderzoeken hoe AI corruptie kan helpen voorkomen en bestrijden, onder andere bij publieke aanbestedingen.
Onze wereld lijkt voortdurend in staat van crisis te verkeren: kun je voor één (of mogelijk meerdere) van deze crises aangeven hoe dit jouw onderzoek beïnvloedt? Goed anti-corruptiebeleid kan onze democratie beschermen in een tijd waarin kwaadwillende machthebbers deze democratie proberen te bedreigen en te ondermijnen. Nieuwe regels en beleid kunnen checks and balances toevoegen om de rechtsstaat te beschermen voordat het te laat is. Bij de meeste crises handelen we zodra we negatieve effecten zien. Het beschermen van de rechtsstaat moet echter gebeuren vóórdat we negatieve effecten zien, want één van de angstaanjagende scenario’s is dat nieuwe anti-corruptiewetten en -beleid niet worden aangenomen en geïmplementeerd als ze de positie van corrupte machthebbers bedreigen. Daarom moeten we onderzoeken hoe we corruptie effectief kunnen voorkomen en bestrijden voordat een dergelijke crisis zich voordoet.
Die nacht droomde ik over een extreem hoge school
Kun je jouw grootste ambitie of je mooiste droom noemen – of beide? Toen ik klein was, legde mijn vader me eens uit wat een universiteit is. Ik was nog te jong om zijn uitleg echt te begrijpen, maar ik onthield wel dat het de hoogste school van het land is. Dat leek me zo indrukwekkend. De hoogste school van het land! Oké, ik dacht dat het letterlijk over de hoogte van de school ging en begreep niet dat mijn vader het had over het niveau van de opleidingen, maar toch: het leek me zo indrukwekkend. Die nacht droomde ik over deze extreem hoge school, terwijl ik de volgende dag weer naar mijn kleine school zou gaan met alleen een begane grond en een plat dak. Ik vind het nog steeds verbazingwekkend dat ik uiteindelijk werk op deze “hoogste school”.
