Artikel 16 – Trouwen en een gezin stichten

Pas getrouwd stel, op het Binnenhof in Den Haag (foto: Roel Wijnants, Flickr)

Artikel 16

  1. Zonder enige beperking op grond van ras, nationaliteit of godsdienst, hebben mannen en vrouwen van huwbare leeftijd het recht om te huwen en een gezin te stichten. Zij hebben gelijke rechten wat het huwelijk betreft, tijdens het huwelijk en bij de ontbinding ervan.
  2. Een huwelijk kan slechts worden gesloten met de vrije en volledige toestemming van de aanstaande echtgenoten.
  3. Het gezin is de natuurlijke en fundamentele groepseenheid van de maatschappij en heeft recht op bescherming door de maatschappij en de Staat.

Wat betekent dit recht?

Artikel 16 beschermt het recht om te trouwen. De overheid mag mensen niet verbieden met elkaar te trouwen vanwege hun ras, nationaliteit of godsdienst. Kern van het recht is: twee mensen van huwbare leeftijd hebben het recht met elkaar te trouwen als zij elkaar wederzijdse toestemming geven. In de meeste landen betekent dit dat mensen meerderjarig moeten zijn.

Door mensen de toegang tot het huwelijk te ontzeggen, ontzeg je hen de status en waardigheid van een normale burger in de maatschappij.

Wat is de geschiedenis van dit recht?

Huwelijken tussen mensen van verschillend ras

Het recht om te trouwen is de afgelopen eeuwen in veel landen enorm uitgebreid. Toen de Universele Verklaring werd opgesteld, bestond op veel plekken in de wereld discussie of mensen van verschillende rassen wel met elkaar mochten trouwen. Dat speelde bijvoorbeeld in sommige delen van de Verenigde Staten, waar rassenwetten een huwelijk tussen twee rassen nog verboden. Ook in Zuid-Afrika was dit het geval. En in Europa lag de nazi-wetgeving nog vers in het geheugen, waarin was bepaald dat huwelijken ‘raszuiver’ moesten zijn.

Huwelijken tussen mensen van hetzelfde geslacht

Andere beperkingen op huwelijken werden in die tijd nog heel gewoon gevonden door de meeste mensen, ook door de onderhandelaars van de UVRM. Het recht om te trouwen tussen mensen van hetzelfde geslacht is bijvoorbeeld niet opgenomen in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Het duurde lang voordat dit in sommige landen werd toegestaan.

In 2001 werd Nederland het eerste land ter wereld waar huwelijken mochten worden gesloten tussen twee mensen van hetzelfde geslacht. Daarna is dat ook in een aantal andere landen toegestaan. Toch verandert het internationaal recht maar langzaam. Een echt universeel recht op een vrij huwelijk bestaat (nog) niet.

Gelijkheid van mannen en vrouwen

Een ander heel belangrijk onderdeel van het recht op huwelijk is de gelijkheid van mannen en vrouwen: alleen met de vrije en volledige toestemming van de beide huwelijkspartners mag een huwelijk worden gesloten. En dus niet als maar één van de twee wil trouwen of als de ouders willen dat hun kind trouwt. Met deze regel wilden de opstellers van de UVRM zorgen dat er geen dwanghuwelijken meer werden gesloten. Ook tijdens het huwelijk en bij scheiding geeft de UVRM mannen en vrouwen gelijke rechten.

Visie op maatschappij en gezin

Artikel 16 laat zien hoe de meeste mensen in die tijd keken naar de betekenis van maatschappij en gezin: het huwelijk was de basis en voorwaarde voor de vorming van een gezin. Dus: eerst trouwen en dán kinderen krijgen – niet andersom.

Het gezin werd vervolgens gezien als ‘natuurlijke en fundamentele groepseenheid van de maatschappij’. Kortom: trouwen was niet zomaar een vrije keuze van twee mensen, maar was ook een bouwsteen voor de maatschappij als geheel. Niet alleen iets individueels, maar ook iets sociaals dus. Daarom staat in de Universele Verklaring dat iedereen er recht op heeft dat het huwelijk door maatschappij én staat wordt beschermd.

Waar en hoe is dit recht vastgelegd?

Recht om te trouwen

Het recht om te trouwen werd al in 1950 opgenomen in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). In artikel 12 van dat verdrag staat dat mannen en vrouwen van huwbare leeftijd het recht hebben te trouwens volgens de nationale wetten van het land waar ze wonen. Ditzelfde recht is later ook opgenomen in artikel 23 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (1966).

Recht op vrij huwelijk – wederzijdse toestemming

Het recht op een vrij huwelijk is wereldwijd vastgelegd in het Verdrag inzake de huwelijkstoestemming, de minimum-leeftijd waarop een huwelijk mag worden aangegaan en de registratie van huwelijken (1962). In dit verdrag staat dat het belangrijkste principe voor het huwelijk is: wederzijdse toestemming tussen mannen en vrouwen die allebei de huwbare leeftijd hebben bereikt. Landen bepalen zelf welke leeftijd geldt als huwbare leeftijd. In de meeste landen is dat achttien jaar. Net als in de Universele Verklaring staat in dit Verdrag dat iemands ras, nationaliteit of godsdienst het recht op huwelijk niet kan beperken.

Bescherming van het gezin

De bescherming van het gezin als ‘natuurlijke en fundamentele kern van de maatschappij’ is vastgelegd in artikel 10 in het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (1966).

Respect privéleven en gezinsleven

Het recht om te trouwen heeft ook te maken met het recht op respect voor het privéleven en gezinsleven. Dat recht wordt beschermd in artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Dit artikel houdt in dat mensen hun leven mogen invullen zoals zij dat willen. Deze rechten hangen ook samen met het verbod op discriminatie uit artikel 14 EVRM.

Hoe actueel is dit mensenrecht?

Het Nederlands recht van nu beschermt meer soorten huwelijk dan in 1948 toen de Universele Verklaring werd aanvaard. Mensen mogen trouwen, waarbij het niet uitmaakt wat hun godsdienst, nationaliteit of ras is. Ook maakt hun geslacht niet uit: er mogen huwelijken worden gesloten tussen mensen van hetzelfde geslacht.

Minimumbescherming

Deze erkenning in de Nederlandse wet is zelfs breder dan wat in mensenrechtenverdragen staat. In het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) worden in artikel 12 ‘mannen en vrouwen’ genoemd, terwijl in andere artikelen wordt verwezen naar ‘iedereen’. Het EVRM gaat dus nog uit van huwelijken tussen een man en een vrouw. Er wordt ook nog niet verwezen naar een huwelijk ongeacht geaardheid en gender maar alleen naar geloof, nationaliteit of ras. Dit is een voorbeeld van het feit dat internationale mensenrechten een minimumbescherming bieden, een ondergrens waar landen niet onder mogen zakken. Maar ze mogen wel verder gaan en juist meer bescherming bieden. Dat heeft Nederland gedaan.

Een gezin: rechten en plichten

Mannen en vrouwen hebben het recht een gezin te stichten. Dat staat ook in artikel 12 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Maar betekent dat ook een plicht voor de overheid om ouders te helpen bij het vervullen van een kinderwens? Of kan het juist ook gaan om het beschikbaar maken van voorbehoedsmiddelen?

In Nederland wordt anticonceptie aangeboden en biedt de overheid tegelijkertijd allerlei mogelijkheden tot het krijgen van een kind. Dit is niet in alle landen zo geregeld. Anticonceptie wordt niet standaard vergoed in Nederland. In landen waar anticonceptie ingaat tegen religieuze of culturele overtuigingen, zal dat zeker niet worden vergoed. Ook zorgen verschillen in welvaart voor verschillen in alternatieve manieren om een kind te krijgen.

En hoe zit het met abortus? De verschillen in de toelaatbaarheid van abortus worden steeds groter tussen landen: valt abortus onder het recht tot het starten (of niet starten) van een gezin?

De moderne invulling van wat het betekent het gezinsleven mogelijk te maken en te beschermen is dus volop in ontwikkeling en verschilt sterk per land.