7. Hoe houd ik mijn publiek geboeid tijdens een online presentatie?

Vrouw achter desktop in een online overleg.

Vrijwel alle presentaties vinden nu online plaats. Misschien een verademing, omdat je nu niet voor een groep hoeft te staan. Het kan ook zijn dat je het juist lastiger vindt, omdat je minder feeling hebt met het publiek, en moeilijker kunt inschatten of je boodschap overkomt. Een ding is zeker: In de online wereld is je publiek sneller afgeleid.

Het voorbereiden van je presentatie

Je kent ze vast wel. Van die oeverloze presentaties tijdens werkgroep bijeenkomsten. Als iemand je na afloop zou vragen waar de presentatie nou precies over ging, blijft het stil. Hoe komt dat? En wat kun je eraan doen? Het grootste probleem is de opvatting van de presentatieopdracht: Je moet je publiek ‘iets’ vertellen over een onderwerp of onderzoek. Dat resulteert dan in een voorgedragen versie van een geschreven artikel of een verhaal over alles wat er over een onderwerp te weten valt. Gevolg: Je publiek haakt af, of kan je verhaal op z’n minst minder goed volgen en onthouden. Onderstaande tips helpen je op weg bij het voorbereiden van je presentatie.

Formuleer een kernboodschap

Je kernboodschap is een specifieke uitspraak over een onderwerp, die je gebruikt als leidend principe bij het ontwerpen van je presentatie.

Een heldere kernboodschap is niet: “Ik ga iets vertellen over het hart”,

maar:

“Onderzoek toont aan dat het hart van langeafstandslopers tot 50% groter kan zijn dan dat van iemand die niet traint.”

Structuur van een presentatie. Inleiding (kernboodschap/vraag), Midenstuk (uitwerking/onderbouwing van je punt), slot (herformulering boodschap of antwoord op je vraag).

Een goede presentatie is dus een beargumenteerd antwoord op een vraag. Als je die vraag of de kernboodschap te pakken hebt, zal je presentatie overtuigender en interessanter worden! Vervolgens kun je dan gaan verklaren hoe dat komt.

Zorg voor een to-the-point structuur

Om te zorgen dat je publiek de kern onthoudt, zul je hier in je presentatie regelmatig naar moeten verwijzen. De volgende vuistregel helpt je bij het selecteren en structureren van je verhaal:

Betrek je publiek bij je verhaal

Een online presentatie voelt vaak veel meer als eenrichtingsverkeer, omdat je je publiek niet (goed) kunt zien. De aandacht voor en van je publiek is daarom van cruciaal belang. Bedenk manieren om mensen bij je verhaal te betrekken. Dit kun je op verschillende manieren doen, bijvoorbeeld door een pakkende opener te bedenken, waarin je je publiek een situatie voorlegt en hierover na laat denken. 

    Door je publiek regelmatig direct (met ‘je’) aan te spreken, houd je mensen scherp. Je kunt de interactie opzoeken door het publiek input te laten geven via de chat, de microfoon of door hen te laten stemmen. Denk daarbij wel goed na over de functie van je vraag, het soort antwoorden dat je kunt verwachten en hoe je die gaat gebruiken in je verhaal. Je kunt er ook voor kiezen om minder direct de interactie op te zoeken, door een retorische vraag te stellen of in te haken op een gemeenschappelijke ervaring.

    Voorbeelden van vragen om je publiek te betrekken bij de presentatie:

    • “Wat zie je hier?”
    • “Wat zou er gebeuren als …”
    • “Stel je voor… Wat zou je doen?”
    • “Je kunt je voorstellen dat…”

    Gebruik PowerPoint op een slimme manier

    Zorg voor een dynamische, visueel aantrekkelijke PowerPoint. Beperk de hoeveelheid tekst en laat je PowerPoint als het ware als decor bij je verhaal fungeren. Leid je publiek als een gids in een museum door de grafieken en afbeeldingen heen. Op die manier richt je de aandacht en gebruik je de PowerPoint als een instrument om je verhaal kracht bij te zetten. 

    Voorbeelden van verwijzingen naar de PowerPoint presentatie:

    • “Als je naar deze hond kijkt, zijn er waarschijnlijk een aantal dingen die je opvallen. Allereerst zie je dat hij… ”
    • “Ik wil met name met jullie kijken naar de linker kolom. Wat je hier ziet is…”

    Wees zichtbaar als presentator

    Je bent, als je een PowerPoint gebruikt, voor je publiek slechts een klein figuurtje onderin het scherm, maar toch. Als je meer wil opvallen en professioneler over wil komen als presentator, raden we een strakke, rustige achtergrond aan. Ook een (bij voorkeur) effen top in een sprekende kleur doet het goed op een scherm. Het belangrijkste is natuurlijk dat je je er lekker in voelt. 

    Het uitvoeren van je presentatie

    Normaal gesproken kun je met je houding, ondersteunende gebaren, expressie en ruimtegebruik je verhaal kracht bijzetten en je publiek geboeid houden. Nu moeten ze het vooral hebben van wat ze hóren. Om de aandacht vast te houden moet je de middelen die je voor handen hebt daarom heel bewust inzetten. Je stem is daarbij je belangrijkste instrument. De onderstaande tips helpen je om je woorden te laten spreken:

    Intonatie staat met stip op 1

    Je gebruikt intonatie om betekenis te geven aan gesproken zinnen, waardoor het de luisteraar minder moeite kost om de inhoud op te nemen. Een goede intonatie drukt expressie of levendigheid uit, waardoor je de aandacht van de luisteraar weet vast te houden. Je kunt met je stem de kernboodschap als het ware ‘uitlichten’, een punt maken, sfeer creëren en een verhaal zo vertellen dat je publiek er helemaal in zit. Denk na welke boodschap of welk gevoel je met je presentatie wilt overbrengen. Selecteer minstens 3 punten in je presentatie waar je ‘speelt’ met je intonatie.

    Articuleer

    Luisteren doe je niet alleen met je oren, maar ook met je ogen. Nu het publiek je gezicht niet kan ‘lezen’, mag je wel wat nadrukkelijker articuleren. Je hoeft dit niet te overdrijven, maar door woorden goed voorin je mond te plaatsen, klink je ‘dichterbij’ en hoef je niet per te harder te praten. Dit is ook handig als je van nature een zacht stemgeluid hebt.

    Varieer in tempo

    Het is niet per definitie zo dat je niet snel mag praten. Het is de kunst om af te wisselen in tempo. Hierdoor wordt je presentatie dynamischer. Als je complexe materie onthult of een kernuitspraak doet. is het handig om het tempo wat lager te leggen. Geef je daarna een voorbeeld of behandel je informatie die gemakkelijk te begrijpen is, dan mag je wat sneller spreken.

    Laat regelmatig goed getimede stiltes vallen

    Je publiek heeft tijd nodig om informatie te verwerken. Dus als jij doorratelt zonder enige pauze, zal je boodschap niet meer tot mensen doordringen. Las daarom na het formuleren van je kernboodschap, een belangrijk argument of een concluderende uitspraak een stilte in van ongeveer 3 seconden. Plan deze stiltes en oefen ze. Als je dit beheerst geef je woorden meer impact om kom je bovendien zelfverzekerder over.

    Mooie tips, maar hoe kun je dit leren? Kijk of luister de kunst af bij andere goede sprekers. Ted Talks, persconferenties, podcasts, televisiepresentatoren zijn een bron van inspiratie. Analyseer fragmenten op basis van de voorgenoemde punten. Wat doet een spreker? Wat is het effect hiervan op jou als luisteraar? En wat past bij jou? Vervolgens ga je hier zelf mee oefenen. Probeer nieuwe dingen uit en neem jezelf op! Vaak heb je het idee dat je heel erg overdrijft, maar als je opname bekijkt of beluistert blijkt in veel gevallen dat je er nog best een schepje bovenop kunt doen. Hoe vaker je het oefent, hoe natuurlijker het gaat aanvoelen. En als je op dat punt bent aanbeland, beheers je niet alleen de inhoud van je verhaal, maar ook je publiek.