Sociaal contact en communityvorming op afstand

Sociaal contact en communityvorming op afstand

Bij het herontwerpen van cursussen naar onderwijs op afstand, is ook het online vormgeven van sociaal contact heel belangrijk. Uit een evaluatie onder UU-studenten bleek dat zij zich zorgen maken om het contact met medestudenten en docenten. Ook voor docenten is het zoeken: hoe heet je studenten online welkom,  en hoe zorg je ervoor dat ze zich verbonden voelen met de opleiding en met elkaar?

Hanne ten Berge, Frans Prins en Willemijn Schot beschrijven hoe je sociaal contact en communityvorming op afstand vormgeeft, en waarom dit belangrijk is voor de leeropbrengst, motivatie en persoonsvorming.

 

Het belang van sociaal contact in onderwijs

   

Verbondenheid is een basisbehoefte van mensen

Volgens de zelfdeterminatietheorie van Deci en Ryan is verbondenheid, naast een gevoel van competentie en autonomie, een basisbehoefte van mensen. Als aan alle drie die basisbehoeften is voldaan, versterkt dit de motivatie. Motivatie zorgt voor diepgaand leren, wat een positief effect heeft op de leeropbrengst. Uit onderzoek van Tinto weten we dat sociale en academische binding uitval voorkomt in het eerste studiejaar (Kappe, 2017; Tinto, 1993; Tinto, 1975). Goede contacten met medestudenten (sociale binding), docenten en staf (academische binding) zorgen ervoor dat de student zich thuis voelt bij de opleiding, zich veilig voelt en (hulp)vragen durft te stellen.

Sociaal contact is behalve indirect via motivatie ook direct belangrijk, omdat voor het aanleren van verschillende competenties het contact met medestudenten nodig is. Denk bijvoorbeeld aan samenwerkingsvaardigheden, mondelinge presentaties (inclusief interactie), feedback geven en ontvangen. Daarnaast leren studenten door met elkaar te discussiëren, hun ideeën te verwoorden en daarop bevraagd te worden. Contact met medestudenten en de docent is dus belangrijk voor het bereiken van de eindtermen van academisch onderwijs.

Tot slot gaat groeien in een discipline ook over socialisatie en persoonsontwikkeling. Studenten worden via onderwijs deel van bestaande tradities en praktijken, en ontwikkelen zich tijdens hun studie verder tot zelfstandige, zelfverantwoordelijke, beginnende professionals. Hiervoor is het contact met docenten en medestudenten essentieel. Studenten spiegelen zich aan rolmodellen, zien hoe anderen beslissingen nemen en keuzes maken, en kunnen hun ideeën aan anderen toetsen. Ook deze vormende processen moeten een plek krijgen in online onderwijs.

Twee theorieën over (online) communityvorming

Om effectief samen te werken is vertrouwen en groepsvorming nodig. Tuckman (1965) beschrijft dat groepen zich in een bepaalde volgorde ontwikkelen: forming (oriëntatiefase), storming (machtsfase), norming (normeringsfase), performing (prestatiefase), adjourning (afscheidsfase).

In een groep nemen deelnemers eerst een afwachtende houding aan (forming). Dan probeert ieder zijn plek in de groep in te nemen, wat tot strijd kan leiden als deelnemers verschillende ideeën hebben (storming). Regels worden bepaald, doelen worden aangescherpt en er ontstaat een meer volwassen vorm van samenwerken (norming). Het team functioneert nu effectief. Teamleden vullen elkaar aan en er wordt gewerkt aan het gezamenlijke doel (performing). Na het behalen van de doelen wordt het team opgeheven (adjourning).

Stimuleer groepsvorming door tijd te geven voor groepsontwikkeling

Deze fases, waarin bijvoorbeeld interpersoonlijke conflicten worden opgelost en (machts)verhoudingen worden bepaald, zijn essentieel om tot goede samenwerking te komen. Je moet die groepsvorming dus stimuleren door tijd te geven voor groepsontwikkeling en in de opzet van je opdrachten meewegen dat de groep niet meteen effectief functioneert. Ook is het goed studenten te informeren over de fases en reflectie op de samenwerking in te plannen.

Het 5 stage model van Salmon (2010) beschrijft andere aspecten van groepsopbouw die ervoor zorgt dat deelnemers in een online leeromgeving (OLO) tot kennisconstructie en reflectie kunnen komen. Hierin gaat het meer over organisatie en didactiek. Het model is gericht op onderwijs aan professionals, maar de eerste 4 stappen passen zeker ook goed op de leersituatie van studenten.

Stap 1 is dat iedereen toegang heeft tot de OLO en de leermaterialen (iedereen weet waar wat staat!), weet waar ze hulp kunnen krijgen bij het werken met de OLO en dat jij als docent daarbij een verwelkomende rol inneemt. Stap 2 gaat om kennismaken en communityvorming. In stap 3 werken studenten aan nog weinig uitdagende opdrachten, waarin het gaat om kennisuitwisseling. Daarmee bouwen ze hun vaardigheden in online interactie en vertrouwen in de groep op. Dit is volgens dit model voorwaardelijk voor de volgende stappen in het model die langzaam opbouwen tot uitdagender leertaken. In stap 4 kunnen de opdrachten opbouwen naar opdrachten waarin studenten ontwikkelen, evalueren en reflecteren. In stap 5 kan de online lerende de ideeën die hij heeft opgedaan in de OLO vertalen naar zijn eigen (werk)omgeving en nieuwe online cursussen oppakken.

Het 5 stage model van Salmon
Bron: Salmon

Tips voor sociaal contact in je online cursus

Hieronder beschrijven we enkele ideeën om sociaal contact tussen studenten onderling en met de docent concreet vorm te geven in onderwijs op afstand.

Tot slot

De hoeveelheid online contact die we in deze tijd met elkaar hebben is voor de meesten van ons een uitdaging, zowel technisch als vanwege de intensiteit ervan. Houd het dan ook behapbaar voor jezelf en voor studenten. Zoek wat het beste bij je past. Experimenteer, probeer uit en benoem ook bij studenten dat je daarmee bezig bent. Zo kun je op gezette tijden peilen hoe het wordt ervaren door studenten en kun je er ook samen lol om hebben.

Eindig je cursus met ook aandacht voor de vijfde fase van Tuckman (adjourning of soms ook mourning genoemd), waarbij het studenten (als het allemaal goed is gegaan) zwaar valt de groep weer te verlaten aan het eind van de cursus, waar ze vrienden hebben opgedaan en zich al die weken verbonden hebben gevoeld aan de opleiding en de universiteit.

Referenties

Bransford, J. D., Brown, A. L., & Cocking, R. R. (2000). How People Learn. Washington, DC: National Academy Press. The National Academy Press. https://doi.org/10.17226/9853

Brindley, J., Blaschke, L. & Walti, C. (2009). Creating Effective Collaborative Learning Groups in an Online Environment. International Review of Research in Open and Distributed Learning, 10 (3). https://doi.org/10.19173/irrodl.v10i3.675

Grunefeld, H. Getting to know each other (from a distance) 

Kappe, F.R. (2017). Studiesucces: Verbinden als stap voorwaarts. Een oplossingsrichting op basis van een synthese van literatuur en eigen praktijkonderzoeken. Lectorale rede Hogeschool InHolland.

Khan A et al, “Active Learning: Engaging Students To Maximize Learning In An Online Course”. The Electronic Journal of e-Learning. Volume 15 Issue 2 2017, (pp107-115), available online at www.ejel.org.

Kirschner, F., Lam, I, Grunefeld, H. & Smit, K. (2020). Evaluatie ‘Onderwijs op afstand’ door studenten. Eindrapportage blok 3. Universiteit Utrecht, 9 juni 2020.

Salmon, G.: https://www.gillysalmon.com/five-stage-model.html 

Salmon, G., Nie, M. & Edirisingha, P. (2010). Developing a five-stage model of learning in Second Life. Educational Research, 52:2, 169-182, DOI: 10.1080/00131881.2010.482744

Irene van der Spoel (2020). Korte kennisclip van de webinar: Online een band opbouwen. HU, april 2020. 

Tinto, V. (1993). Leaving College: Rethinking the Causes and Cures of Student Attrition (2nd edition ed.). Chicago: The University of Chicago Press.

Tinto, V. (1975). Dropout from higher education: A theoretical synthesis of recent research. Review of educational research, 89–125.

Tuckman, B. W. (1965). Developmental sequence in small groups. Psychological Bulletin. https://doi.org/10.1037/h0022100

Sjirk Zijlstra (2020). Korte kennisclip van de webinar: Interactie in het onderwijs, HU, april 2020.