WICS & WISE+ organiseren panel over diversiteit en stereotypering in de academische wereld
“Inclusie heeft meer nodig dan alleen beleid”

Wat is nodig voor een veilige omgeving in de academische wereld? Die vraag kwam meerdere keren naar voren tijdens een panel dat werd georganiseerd door WICS (Women in Information and Computing Sciences) en WISE+ (Women+ in Science Endeavour). Er schoven zes panelleden aan met verschillende achtergronden en het event stond in het teken van persoonlijke ervaringen met diversiteit, discriminatie en (subtiele) vooroordelen in onderwijs en onderzoek.
Een inclusievere en veiligere academische omgeving ontstaat niet alleen door regels of goede intenties, volgens het panel. Verandering begint pas wanneer mensen hun ervaringen delen, wanneer instellingen actie ondernemen, en wanneer de dagelijkse praktijk in collegezalen, laboratoria en sollicitatieprocedures serieus genomen wordt.
Beleid
Lynda Hardman, sinds 2015 hoogleraar aan de Universiteit Utrecht, blikte terug op de meer dan tien jaar waarin ze zich inzette voor verandering op de universiteit. Een belangrijke doorbraak kwam toen universiteiten de regel invoerde dat minimaal 35% van de nieuwe UD-aanstellingen uit vrouwen moest bestaan, vertelde ze “Toen ontstond er beweging.”
Stereotypering
Toch beïnvloeden genderstereotypen nog steeds het onderwijs en onderzoek, daarover waren de panelleden het eens. Gunnar Húni Björnsson, beleidsadviseur en voorzitter van Queer at UU, merkte op dat opleidingen die als ‘vrouwelijk’ worden gezien, zoals psychologie of toegepaste AI, vaak minder gewaardeerd worden. Iets dat Hugo van der Wilt (bestuurslid van studievereniging A-Eskwadraat, al sprak hij niet namens het bestuur of de vereniging tijdens het panel) ook binnen de bètawetenschappen herkent. “Vrouwen lijken vaker te kiezen voor toegepaste vakgebieden of klimaatwetenschap; velden die vervolgens als minder ‘moeilijk’ worden bestempeld.”

Toch is er langzaam verandering zichtbaar. Francisca Pessanha, promovendus bij de Human-Centered Computing-groep, ziet dat diens technische vakgebied aantrekkelijker wordt voor vrouwen, mede doordat het beeld van de ingenieur aan het veranderen is: “De afgelopen jaren is het in mijn thuisland meer sociaal geaccepteerd voor vrouwen om engineering te studeren.”
Goede bedoelingen
Maar vooroordelen verdwijnen niet vanzelf, zelfs niet als je het goed bedoelt. “Je kunt echt in gelijkheid geloven, en toch onbewust bevooroordeeld handelen,” legde universitair docent Fysische Oceanografie Claudia Wieners uit. “Daarom moeten we proberen om onze eigen bias zoveel mogelijk tegen te gaan.” Ze benadrukte ook hoe belangrijk het is om zorgvuldig om te gaan met gedrag dat als bevooroordeeld overkomt: “Als iemand zich bevooroordeeld gedraagt, komt dat niet altijd voort uit slechte bedoelingen. Maak dit soort gedrag bespreekbaar, maar vermijd beschuldigingen als iemand geen kwade bedoelingen heeft.” Bij sollicitaties, bijvoorbeeld, wordt zelfvertrouwen vaak verward met competentie. “Mannen komen vaak zelfverzekerd over. Dat betekent niet dat ze beter zijn,” voegde Hardman toe. “Dat is precies hoe bias zich kan uiten.”
Je kunt echt in gelijkheid geloven, en toch onbewust bevooroordeeld handelen. Daarom moeten we proberen om onze eigen bias zoveel mogelijk tegen te gaan.
Verhalen
Niet iedereen hecht waarde aan diversiteit en inclusie. Hoe zorg je ervoor dat mensen dan tóch betrokken raken? Wieners: “Mensen houden van verhalen. Ze haken af zodra je in abstracte termen gaat praten,” zei ze. “Maar als je het concreet houdt, luisteren ze wél.”
Volgens Barbara van den Berg, onderwijsdirecteur van de bachelor Wiskunde, kun je als docent veel verschil maken met hoe je je gedraagt in de dagelijkse praktijk. “We moeten zelf het gedrag laten zien dat we belangrijk vinden: vragen stellen, meedoen, open zijn,” zei ze. Ook studentennetwerken zijn belangrijk: “Studenten uit minderheidsgroepen vormen vaak kleinere groepjes, maar om je echt goed te kunnen ontwikkelen heb je een breder netwerk nodig. Probeer mensen met verschillende achtergronden in je netwerk op te nemen.”
Een laatste tip voor docenten: stel niet de vraag “Heeft iemand een vraag?”, maar “Welke vragen hebben jullie?” Die kleine aanpassing kan een groot verschil maken in hoe welkom mensen zich voelen om iets te zeggen.

Er sloten meer dan veertig mensen aan bij het evenement, waarvan de meesten afkomstig waren van de departementen Wiskunde en Informatica. Twee derde was bachelorstudent, naast medewerkers, promovendi en masterstudenten. Ook qua genderidentiteit was de groep divers: 60% identificeerde zich als vrouw, 34% als man, en 6% als non-binair. De deelnemers kwamen niet alleen uit Nederland, maar ook uit, onder andere, Duitsland, Roemenië, Afghanistan, België, Italië en Georgië. De discussie werd gemodereerd door Lauren Beehler.
WICS blijft panels, lezingen en netwerkbijeenkomsten organiseren om bij te dragen aan een inclusievere academische cultuur.