“Wetenschapscommunicatie avant la lettre”: hoe 16de-eeuwse drukkers en lezers gebruikmaakten van een gloednieuw medium
Hoe probeerden onze 16de-eeuwse voorouders gezond te blijven? Met welke interesses lazen ze medische boeken? Volgens boekhistoricus Andrea van Leerdam vertellen de lay-outs van en gebruikssporen in vroege gedrukte boeken ons meer dan je op het eerste gezicht zou denken. In haar proefschrift ‘Woodcuts as Reading Guides’ laat ze zien dat de houtsneden in deze boeken de leeservaring stuurden en zo bijdroegen aan kennisoverdracht.
Toegankelijk voor een breder publiek
In haar onderzoek richtte Van Leerdam zich op 16de-eeuwse Nederlandstalige boeken, die bedoeld waren om medische en astrologische kennis over te dragen aan een breed publiek. “Deze vroege drukken kun je zien als een vorm van wetenschapscommunicatie avant la lettre,” zegt ze. Het gebruik van de volkstaal in plaats van het Latijn maakte de boeken toegankelijk voor een breder publiek.
Ook het gebruik van afbeeldingen droeg daaraan bij. “In onze huidige beeldcultuur is het gebruik van beeldmateriaal als foto’s, diagrammen en filmpjes vanzelfsprekend bij wetenschapscommunicatie en kennisoverdracht. Rond 1500, toen het gedrukte boek als nieuw medium snel terrein won, was het gebruik van beelden nog niet zo gangbaar en waren zowel drukkers als lezers volop bezig met verkennen van de mogelijkheden.”
Visuele signalen
Ook al zijn veel van de houtsneden die Van Leerdam onderzocht klein, weinig verfijnd uitgevoerd en al talloze malen gekopieerd, toch hadden ze volgens de promovendus belangrijke retorische functies.
“De afbeeldingen in medisch-astrologische boeken communiceren niet alleen kennis, ze communiceren ook óver die kennis”, vertelt Van Leerdam. “Ze gaven allerlei visuele signalen af aan de lezers, bijvoorbeeld: wat voor soort boek heb je in handen, hoe betrouwbaar is de gepresenteerde kennis, en hoe is die kennis van nut in je dagelijks leven.”
Van Leerdam identificeert drie gebieden waarbinnen houtsneden bij uitstek een rol vervulden: de organisatie, de visualisatie en de betrouwbaarheid van kennis. Deze drie hoofdthema’s ziet ze terug in de strategieën van zowel producenten als lezers.
Sporen van vroegmoderne gebruikers
Van Leerdam bestudeerde enerzijds de bewuste en onbewuste ontwerpkeuzes van de boekproducenten (drukkers, illustratoren, zetters etc.) en de beoogde functies van de houtsneden.
Anderzijds onderzocht Van Leerdam vroegmoderne gebruikssporen zoals eigendomsnotities, aantekeningen, inkleuring en markeringen. Om inzicht te krijgen in de daadwerkelijke toepassing en de gebruikers van deze geïllustreerde boeken, bestudeerde ze in totaal 120 exemplaren van vijftien verschillende titels in tal van collecties in binnen- en buitenland.
Spiegel voor hedendaags mediagebruik
Het onderzoek naar historisch mediagebruik ziet Van Leerdam als een belangrijke spiegel voor ons huidige mediagebruik. “Juist nu afbeeldingen zo’n grote rol spelen in kennisoverdracht, moeten we goed nadenken. Niet alleen over de mogelijke effecten van die afbeeldingen op het publiek, maar ook over de impliciete boodschappen en vooronderstellingen die erin verscholen liggen. Onderzoek naar de omgang met ‘nieuwe media’ in voorgaande eeuwen kan ons bewuster maken van zulke processen en de historische wortels ervan.”