Wetenschappers kritisch over corona-apps
Minister De Jonge kondigde tijdens een persconferentie op 7 april dat de overheid overweegt twee apps in te zetten bij de bestrijding van corona. In een brief aan het kabinet waarschuwen meer dan zestig wetenschappers voor de gevaren van tracking-, tracing- en gezondheidsapps bij de bestrijding van Covid-19. Zij roepen de regering met klem op om onze grondrechten te waarborgen bij design en implementatie van zogenaamde corona-apps. Vanuit de Universiteit Utrecht ondertekenden prof. dr. José van Dijck, prof. dr. Pinar Yolum, prof. dr. Janneke Gerards, prof. dr. Albert Meijer, prof. mr. dr. Anna Gerbrandy, Maranke Wieringa MA en dr. Mirko Tobias Schäfer de brief.
De wetenschappers willen dat een besluit over de apps niet alleen genomen wordt door experts op het gebied van app-ontwikkeling. Juist ook experts uit andere vakgebieden – zoals technologie, kunstmatige intelligentie, ethiek, recht, sociale wetenschappen en gedragswetenschappen moeten betrokken worden bij deze beslissing. Prof. dr. José van Dijck: “Bij het bedenken van een exit-strategie uit de coronacrisis moeten technische oplossingen kunnen bogen op maatschappelijke inzichten, anders krijg je er geen draagvlak voor.”
techniek als vehikel voor politiek beleid
“Met oog op de persconferentie viel op dat technologie als een oplossing voor sociale en politieke vraagstukken wordt gezien. Dat is een terugkerend fenomeen in de geschiedenis van (media)technologie” licht dr. Mirko Schäfer toe. “In de persconferentie vertoonden minister-president Mark Rutte en minister Hugo de Jong een schoolvoorbeeld van technocratisch beleid zonder enige kennis van technologie. Ik beweer niet dat een app niet zinvol kan zijn om de verspreiding van corona te beperken. Maar wat ik bekritiseer -en wat mij als mediawetenschapper opvalt- is het gebruik van techniek als een vehikel voor politiek beleid. Politici delegeren hun verantwoordelijkheden aan een soort black box. Ze riepen ‘app hier’ en ‘app daar’, maar wat de app eigenlijk zou moeten doen, hoe de app zou moeten worden ingezet en onder welke voorwaarden was helemaal niet duidelijk”.
Juist in crisistijd moet men zeer zorgvuldige maatschappelijke en juridische afwegingen maken om te bepalen of men een dergelijke zeer invasieve maatregel wil nemen.
Nut, noodzaak en effectiviteit
“De inzet van tracking- en tracingapps en gezondheidsapps is zeer ingrijpend. Belangrijk is daarom dat kritisch gekeken wordt naar het nut, de noodzaak en de effectiviteit van dergelijke apps, als ook naar de impact ervan op het brede sociale systeem inclusief onze fundamentele rechten en vrijheden”. Tevens stellen de wetenschappers dat het gebruik van deze apps niet verplicht mag worden gesteld.
Meer dan een privacy-kwestie
“Er werd in de persconferentie wel gerept over privacy als een harde eis waar de app aan zou moeten voldoen. Maar er zijn dus veel meer vragen die relevant zijn” stelt Schäfer. De impact van de apps op onze privacy gaat veel verder dan alleen onze data en anonimiteit. “Zelfs als de data volledig wordt versleuteld en onmiddellijk wordt verwijderd na het vastleggen, dringt de technologie nog steeds ons privéleven en onze psychologische en morele integriteit binnen” stellen de wetenschappers in hun brief aan het kabinet.
Schijnveiligheid
Effectiviteit en betrouwbaarheid van de trackingapp is van enorm belang, omdat ineffectiviteit en onbetrouwbaarheid juist kan leiden tot een groter risico op besmetting en schijnveiligheid.
Veilig tegen corona
Een tweede initiatief is het manifest dat op 8 april verscheen waarin deskundigen op het gebied van informatietechnologie, computerbeveiliging, privacy en de bescherming van fundamentele grondrechten hun zorgen uiten over de tracking-app. Dit manifest is medeondertekend door wetenschappers van de Utrecht Data School. Zij willen voorkomen dat een dergelijke app onze mensenrechten schendt. De wetenschappers geven aan zich tegen implementatie van de apps te verzetten als deze uitgangspunten niet worden meegenomen door het kabinet.