Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts) is niet toekomstbestendig

 Hoog water in de Rijn bij Doorwerth. Foto: Rijk van de Kaa via Unsplash.
Hoog water in de Rijn bij Doorwerth. Foto: Rijk van de Kaa via Unsplash.

De Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts) biedt slechts beperkt antwoord op overstromingsschade, klimaatrisico’s en daaruit voortvloeiende rampen. Dat blijkt uit een onderzoek, geleid door de Universiteit Utrecht. “De overheid staat voor een politieke keuze”, zegt Esther Engelhard, die het onderzoek heeft geleid. “De wet zou vervangen kunnen worden door een verplichte verzekering, of de wet wordt aangepast op een aantal punten en consistent toegepast.” 

De overheid liet de wet, die een vangnet is voor schade, evalueren, na de overstromingen van juli 2021 in Limburg. Veel slachtoffers van waterschade voelden zich toen in de kou staan. De schadeafhandeling was complex, traag en trad soms buiten de Wts om. De wet is een vangnet en vergoedt zeker niet de gehele schade. De overheid gaat er, ook bij toepassing van deze wet, vanuit dat burgers zichzelf ook verzekeren.

Grote risico’s nu vrijwel niet te verzekeren

Maar in Nederland is het verzekeren tegen overstromingen van grote rivieren, een overstroming van de zee, of de aantasting van dijken, op dit moment bijna niet mogelijk. Bovendien is het onzeker voor burgers of de Wts door de overheid wordt ingezet. Daarnaast worden sommige schades door de Wts niet vergoed, zoals dubbele woonlasten vanwege een te beschadigd huis. Met het oog op klimaatverandering, neemt de kans op natuurrampen toe, schrijven de onderzoekers  Alles bij elkaar genoeg aanleiding voor de onderzoekers om te concluderen dat de Wet tegemoetkoming schade bij rampen niet toekomstbestendig is.
 

Een nieuwe, verplichte verzekering zou een mogelijke oplossing kunnen zijn. In België en Frankrijk gebeurt dit al.

Lessen uit Frankrijk en België

Onderzoeksleider Esther Engelhard: “Een nieuwe, verplichte verzekering, of een opslag op bestaande verzekeringen zou een mogelijke oplossing kunnen zijn. Dit soort samenwerkingen tussen overheid en verzekeraars gebeuren al in België en Frankrijk. Daar kunnen we van leren.” Als de overheid besluit de Wts te behouden, dient hij volgens de onderzoekers aangepast te worden op essentiële punten. “Een ruimer begrip van het woord “zoetwateroverstroming”  vinden wij absoluut nodig, plus een uitbreiding van schadevormen, zoals tijdelijke dubbele woonlasten. Daarnaast moet uitbetaling versnellen en versoepelen.”

Caribisch Nederland

De overheid had de onderzoekers ook gevraagd of de Wts ook bruikbaar zou zijn op de BES-eilanden (Bonaire, St. Eustatius en Saba) omdat inwoners daar gelijk behandeld dienen te worden ten opzichte van inwoners in het Europese deel van Nederland. De huidige wet is daar niet bruikbaar, concluderen de wetenschappers. “De Wts is ingericht op zoetwaterrampen en niet (primair) voor risico’s van zout water, stormen, hevige regen en branden”, licht Esther Engelhard toe. “Op de eilanden heersen andere risico’s. Bovendien zit de verzekeringsmarkt daar heel anders in elkaar.” Er is maatwerk nodig op de BES-eilanden en  nader onderzoek naar de verzekerbaarheid van (ramp)schade op die eilanden.

Opdracht voor dit onderzoek

De evaluatie van de wet is gedaan door een samenwerkingsverband van de Universiteit Utrecht (Het Utrecht Centre for Accountability and Liability Law (UCALL), de Erasmus Universiteit Rotterdam en onderzoeksbureau Andersson Elffers Felix, in opdracht van het WODC. Dat is het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum, Kennisinstituut voor de rechtsstaat; is een onafhankelijk kennisinstituut dat valt onder het ministerie van Justitie en Veiligheid.