“Wees niet kleurenblind in de opvoeding”

Meet... Ymke de Bruijn

Portretfoto van Ymke de Bruijn

Hoe ontstaan vooroordelen bij kinderen? Ymke de Bruijn, werkzaam als universitair docent Interdisciplinaire Sociale Wetenschappen bij de Universiteit Utrecht, doet hier al een aantal jaar onderzoek naar. “Het niet benoemen van diversiteit of racisme in je opvoeding, helpt niet om vooroordelen te verminderen. Kinderen zien op vrij jonge leeftijd al dat er verschillen zijn tussen mensen met verschillende etniciteiten. Als ouders dit niet benoemen, wordt het voor kinderen heel verwarrend.”

Waar begon jouw interesse naar vooroordelen bij kinderen?

Moeder en dochter lezen samen een prentenboek.

Sinds mijn promotieonderzoek ben ik bezig met het onderzoeken van vooroordelen bij kinderen. Ik keek toen vooral naar de ontwikkeling van vooroordelen: hoe worden vooroordelen overgebracht op kinderen? Welke boodschappen brengen ouders over? We lieten ouders bijvoorbeeld samen met kinderen een soort platenboek lezen, waar personages in stonden met verschillende culturele achtergronden. Er stond geen tekst in de boeken, dus de ouders moesten hun eigen draai geven aan het verhaal. We waren benieuwd of ouders diversiteit zouden benoemen of niet. Vervolgens hebben we vooroordelen bij kinderen gemeten om te zien hoe het gedrag van de ouders zich verhoudt tot de mening van kinderen.

Hoe worden vooroordelen overgebracht op kinderen?

Veel volwassenen lijken te denken dat kinderen geen verschillen zien tussen mensen met diverse etnische achtergronden. En dat kinderen daardoor ook geen vooroordelen kunnen hebben. Met het gevolg dat sommige ouders diversiteit of culturele verschillen niet met hun kinderen bespreken. Dat kan bijvoorbeeld zijn omdat ze bang zijn dat ze culturele verschillen teveel benadrukken en dat kinderen hierdoor juist vooroordelen krijgen. Maar dat blijkt uit onderzoek niet waar. Kinderen van ouders die verschillen juist meer benoemen en op een positieve manier bespreken, de multiculturalistische houding, hebben minder vooroordelen.

Hoe meten jullie vooroordelen bij kinderen?

We laten kinderen foto’s zien van leeftijdsgenootjes met verschillende etnische achtergronden, bijvoorbeeld witte kinderen, zwarte kinderen, en kinderen met een Midden-Oosters/Noord-Afrikaans voorkomen. We stellen de kinderen vragen, zoals: “Naast wie zou je het liefst willen zitten in de klas?” en “Wie zou je willen uitnodigen op je verjaardagsfeestje?” Maar ook negatief gestelde vragen, zoals: “Met wie zou je niet willen spelen?” We stelden deze vragen in één van onze onderzoeken aan 140 witte kinderen tussen de zes en acht jaar oud. Op de positieve en uitnodigende vragen werden de witte kindjes op de foto’s het meest gekozen en de kinderen met een Midden-Oosters/Noord-Afrikaans voorkomen het minst vaak. Bij de negatieve en afwijzende vragen, werden de witte kinderen op de foto’s het minst vaak aangewezen.

Zijn er andere manieren waardoor vooroordelen meer of minder worden overgebracht op kinderen?

Drie diverse kinderen lezen met elkaar een boek.

Een beroemde theorie stelt dat hoe meer interetnisch contact kinderen of mensen hebben, hoe minder vooroordelen ze hebben. Dit hoeft niet per se contact met echte kinderen te zijn, maar het kan ook via verhalen, bijvoorbeeld in kinderboeken. Als kinderen zien dat andere kinderen interetnische vriendschappen hebben, kan dat hun vooroordelen verminderen. Dit lijkt zowel te werken bij het observeren van vriendschappen in het echte leven, als bij het lezen over vriendschappen in boeken. Het gaf mij reden om ook kinderboeken te onderzoeken.

Wat vond je in je onderzoek naar kinderboeken?

We hebben een selectie van 64 populaire kinderboeken uit 2009-2018 geanalyseerd. Hierin zagen we ten eerste dat mensen van kleur ondervertegenwoordigd waren. We hebben een diepere analyse gedaan bij een kleinere selectie van boeken, waarin personages van kleur een grotere rol hadden. Heel expliciete grote stereotypen, zoals we ze kennen uit boeken uit de jaren ‘50, zagen we niet. Wel vonden we wat subtielere patronen, die stereotyperend zouden kunnen werken. Bijvoorbeeld dat de drukke kinderen in de klas juist jongetjes van kleur waren. In het merendeel van de boeken was er weinig aandacht voor de specifieke achtergronden van de personages van kleur. Het lijkt erop dat niet alleen ouders, maar ook kinderboeken schrijvers het soms lastig vinden om etnische diversiteit en culturele verschillen te benoemen.

Het lijkt erop dat niet alleen ouders, maar ook kinderboeken schrijvers het soms lastig vinden om etnische diversiteit en culturele verschillen te benoemen.

Wat hoop je in de toekomst te onderzoeken?

In mijn eerdere onderzoek focuste ik vooral op het doorgeven van vooroordelen. Een volgend interessant onderwerp zou zijn: Wat maakt dat sommige kinderen zich gaan inzetten om sociale ongelijkheid te verminderen? Vooroordelen gaan vooral over interpersoonlijk contact. Ongelijkheid is veel groter dan dat. Ik zou graag naar de positieve en actieve kant willen kijken. Hoe kunnen we kinderen en jongeren helpen om hun stem te vinden om op te komen voor zichzelf en voor anderen?

Wat zou je ouders mee willen geven als opvoedtip als het gaat om diversiteit?

Kinderen krijgen te maken met racisme en horen erover. Het er niet over hebben, biedt kinderen heel weinig begeleiding in hoe ze over het onderwerp moeten denken. Ouders van kleur hebben er vaak al meer gesprekken over. Maar ook voor witte ouders, die misschien denken dat racisme of diversiteit geen grote rol speelt voor hun kind, is het belangrijk. Racisme en diversiteit zijn nou eenmaal steeds grotere thema’s in onze maatschappij. Kinderen krijgen er vroeg of laat mee te maken. Ze zijn misschien zelf getuige van discriminatie, merken tekenen van sociale ongelijkheid of horen erover op televisie. Ouders moeten goed nadenken over wat voor signaal ze afgeven. Wees je er bewust van dat niks zeggen ook een boodschap is.