Wat is het effect van micro- en nanoplastics in het menselijk lichaam?

Onderzoek naar plastic in menselijk lichaam

Microplastics in huisstof (Copyright © Dick Vethaak)

Overal in ons milieu zijn kleine plastic deeltjes aanwezig. We krijgen ze binnen via het voedsel dat we eten, het water dat we drinken of de lucht die we inademen. Wat betekent dit voor onze gezondheid? Een punt van grote zorg in de hele wereld. Nu gaat een Europees onderzoekscluster van wetenschappers, bedrijfsleven en beleidsmakers onderzoeken wat het effect van deze plastics in het menselijk lichaam is.

Micro- en nanoplastics (MNP’s) ontstaan uit de afbraak van grotere plastic voorwerpen en bij slijtage van bijvoorbeeld medische implantaten en autobanden. Ook zitten ze in commerciële producten zoals cosmetica, synthetisch textiel of verf. Ondanks de aanwezigheid van deze plastic deeltjes overal om ons heen weten we nog maar weinig over de blootstelling van de bevolking. Ook begrijpen we nog niet waar ze in ons lichaam terechtkomen en welke effecten ze op onze gezondheid hebben. Om dit nu te onderzoeken krijgt het Europese onderzoekscluster (CUSP) 30 miljoen euro van de Europese Commissie. De komende vijf jaar gaan CUSP-onderzoekers in vijf grote projecten methodieken ontwikkelen waarmee ze MNPs kunnen meten in lucht, water, voedsel en in het lichaam om de gevaren en risico’s voor de menselijke gezondheid te kunnen beoordelen.

Vijf CUSP-projecten

“Complexe verschijnselen, zoals de wereldwijde aanwezigheid van MNP’s in ons milieu, kunnen we alleen doeltreffend aanpakken door onze krachten te bundelen en ze op grote schaal aan te pakken”, zegt Roel Vermeulen, hoogleraar Milieu-epidemiologie en Exposoom analyse van het UMC Utrecht en de Universiteit Utrecht. In een online netwerkevenement georganiseerd door de 2021 EU-Green-Week legde Vermeulen uit: “Het samenbrengen van vijf onderzoeksinitiatieven in één groot cluster gaat enorm helpen om het wetenschappelijk bewijs te vinden dat we nodig hebben om een zorgvuldige risicobeoordeling te doen.” Het UMC Utrecht en de Universiteit Utrecht coördineren twee van de vijf CUSP-projecten: AURORA en POLYRISK.

AURORA – Zwangerschap en vroeg leven

Hebben de kleine plastic deeltjes in ons lichaam een schadelijke effect op zwangerschap en vroeg leven? Over deze onderzoeksvraag gaat het project AURORA, dat wordt gecoördineerd door Vermeulen vanuit het UMC Utrecht. “In dit project ontwikkelen we nieuwe meetmethodieken om micro- en nanoplastics in menselijk weefsel te meten en vervolgens sporen we hiermee eventuele plastic deeltjes op in placenta’s, bloed en navelstrengvloeistof”, vertelt Vermeulen. Vice-coördinator Virissa Lenters vult aan: “We gebruiken toxicologische testsystemen om te onderzoeken of micro- en nanoplastics de placentabarrière kunnen passeren en of ze schadelijke biologische reacties uitlokken. Door deze inzichten op moleculair niveau te combineren met onze studies naar de gevolgen voor de menselijke gezondheid, hopen we licht te werpen op de risico’s van micro- en nanoplastics voor de gezondheid in het vroege leven.” Met elf partners, waaronder de UU, uit acht Europese landen en één partner uit de Verenigde Staten heeft dit internationale en interdisciplinaire AURORA-project een looptijd van vijf jaar.

POLYRISK – luchtwegen en longen

In POLYRISK, het CUSP-project dat de UU coördineert, ontrafelen de onderzoekers de risico’s van microplastic en nanoplastic deeltjes die vanuit het milieu waarschijnlijk via inademing en inslikken in ons lichaam terechtkomen. “Uit dierproeven en testen met (in vitro) menselijke afweercellen weten we dat kleine plastic deeltjes in de lucht kunnen leiden tot irritatie van de luchtwegen en afwijkingen in de longen. Toch bestaan er nog geen specifieke protocollen voor de beoordeling van deze risico’s en er ontbreken essentiële gegevens, waardoor we geen wetenschappelijk gefundeerde besluitvorming kunnen doen”, zegt Associate Professor Raymond Pieters van de Universiteit Utrecht, Institute for Risk Assessment Sciences, die dit project coördineert. “Dat gaan we in POLYRISK met allerlei methoden onderzoeken. We zullen ons concentreren op belangrijke toxische gebeurtenissen die verband houden met verschillende chronische ontstekingsziekten”. Mede–onderzoeker en assistent professor Nienke Vrisekoop van het UMC Utrecht: “Zo kunnen we met POLYRISK eraan bijdragen, dat de volksgezondheid beter wordt beschermd tegen de mogelijke risico’s van MNP-verontreiniging.” Aan POLYRISK doen vijftien partners uit zeven landen mee, het project loopt vier jaar.