Visueel zoeken bij jonge kinderen met CVI
Hoe zoeken jonge kinderen met Cerebral Visual Impairment (CVI), een visuele stoornis veroorzaakt door afwijkende hersenontwikkeling of vroege hersenschade? Marinke Hokken (docent bij de UU, onderzoeker bij het Erasmus MC en neuropsycholoog bij Koninklijke Visio) en Silke Verboom (masterstudent neuropsychologie bij de UU) onderzochten dit samen met collega’s van Visio, Erasmus MC en het MARCS Instituut (Australië).

CVI is de meest voorkomende visuele stoornis bij kinderen. Kinderen met CVI hebben vaak moeite om objecten in een drukke omgeving te vinden. In neuropsychologisch onderzoek worden daarom visuele zoektaken ingezet. Echter, hoewel het risico op CVI vaak al in het eerste levensjaar wordt vastgesteld, vindt de diagnose meestal pas rond zesjarige leeftijd plaats. Dit komt doordat neuropsychologische tests op jonge leeftijd lastig uit te voeren zijn.
In deze studie werden peuters en kleuters (3–5 jaar) met en zonder CVI onderzocht. Een bestaande papier-potlood zoektaak werd gebruikt, aangevuld met een nieuwe analysemethode die de zoekroute (cancellation path) van kinderen in kaart brengt. De resultaten laten zien dat jonge kinderen met CVI langer zoeken, minder targets vinden en minder efficiënt scannen, wat wijst op vroege visuele aandachtstekorten.
Deze methode biedt meer inzicht in de zoekproblemen bij CVI en kan bijdragen aan een eerdere diagnose. Door zoekstrategieën beter te begrijpen, kunnen klinische observaties verfijnd worden en kan CVI mogelijk al op jongere leeftijd herkend worden.