Vinvis in Terneuzen heeft vlak voor overlijden nog gegeten
UPDATE 5 augustus 2021 - Veterinair pathologen hebben de verzamelde weefsels onder de microscoop bekeken. Daaruit konden ze opmaken dat de vinvis een nierontsteking had, vermoedelijk door wormen. De onderzoekers kunnen niet inschatten of en in hoeverre dat een nadelige invloed op het dier heeft gehad, maar dat is wel mogelijk. De staat van ontbinding waarin de vinvis verkeerde ten tijden van het bemonsteren, bemoeilijkt het microscopisch onderzoek. De conclusies van het onderzoek ter plaatse veranderen echter niet: dat het dier vermoedelijk door de aanvaring om het leven is gekomen. Het dieetonderzoek wordt na de zomer uitgevoerd bij Wageningen Marine Research.
Nieuwsbericht 28 juli 2021 - De gewone vinvis die op 27 juli in Terneuzen op de boeg van een zeeschip werd ontdekt, leefde waarschijnlijk nog toen het dier in contact kwam met het schip en heeft vlak voor het overlijden nog gegeten. Dat zijn de voorlopige conclusies van het onderzoek op locatie door Lonneke IJsseldijk en collega’s van de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht.
“In de slokdarm van de vinvis vonden we onverteerd voedsel: een soort planktonkreeftjes, kril noemen we dat”, vertelt Lonneke IJsseldijk, bioloog bij de Universiteit Utrecht. “Dat de kril niet in de maag van de vinvis terecht is gekomen, geeft aan dat deze waarschijnlijk vlak voor of tijdens het overlijden is opgegeten. Dat wijst erop dat de vinvis waarschijnlijk niet ziek was.”
Onderhuidse bloeding
Op de plek waar de vinvis in contact is gekomen met het schip, vonden de onderzoekers een grote onderhuidse bloeding. “Dat is een teken dat de vinvis nog leefde, toen die in contact kwam met het schip”, weet IJsseldijk. Tot nu toe zijn geen botbreuken gevonden, maar het onderzoek is nog in volle gang en de resultaten kunnen nog veranderen.
Aanvullend onderzoek
Alle bevindingen moeten de komende dagen nog worden bevestigd met behulp van microscopisch onderzoek en labonderzoek, uitgevoerd door de Universiteit Utrecht en Wageningen Marine Research (dieetonderzoek).
De Utrechtse onderzoekers werken in Terneuzen samen met de snijploeg van Naturalis. Zij verzamelen materialen zoals skeletdelen, zeepokken en parasieten voor de natuurhistorische collectie van hun instituut. De onderzoekers verwachten halverwege de middag klaar te zijn met de autopsie. Dan gaan ze opruimen, inpakken en worden de overblijfselen van de vinvis in containers naar een bedrijf gebracht dat de resten via verbranding omzet in groene energie.