Vidi-subsidie voor onderwijskundige en babybreinonderzoeker
De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) heeft aan zowel onderwijskundige Lisette Hornstra als aan ontwikkelingspsycholoog Caroline Junge een Vidi-beurs toegekend. Met deze prestigieuze subsidie is 800.000 euro gemoeid, een bedrag dat de onderzoekers kunnen gebruiken om een eigen vernieuwende onderzoekslijn te ontwikkelen en daartoe zelf één of meer onderzoekers aan te stellen. Hornstra gaat gelijke onderwijskansen voor leerlingen onderzoeken, Junge wil achterhalen wat de rol van heel vroege breinontwikkeling is bij de verschillen in taalontwikkeling.
Hornstra merkt op dat onderwijs helaas niet de grote gelijkmaker is die het beoogt te zijn. “Veel kinderen met een migratieachtergrond of kinderen van lager opgeleide ouders beginnen hun schoolloopbaan met een achterstand. En die achterstand halen ze gedurende het basisonderwijs vaak niet meer in.” Met haar onderzoek wil Hornstra nagaan hoe leerkrachten, in hun dagelijkse interacties met basisschoolleerlingen met verschillende achtergronden, onderwijsachterstanden onbedoeld in stand houden. “En belangrijker nog: hoe ze die juist kunnen verkleinen.”
Zestig klassen volgen
De Utrechtse onderwijskundige wil met de subsidie twee promovendi aanstellen. “Samen met hen gaan we zestig diverse klassen in de bovenbouw van het basisonderwijs meerdere jaren volgen. We gaan door middel van observaties en vragenlijsten de dagelijkse interacties tussen leerkrachten en hun leerlingen nauwgezet in kaart brengen. En we gaan na hoe dat alles samenhangt met onderwijsuitkomsten zoals motivatie, betrokkenheid en schoolprestaties van verschillende groepen leerlingen. Hiermee krijgen we uiteindelijk meer inzicht in hoe leerkrachten onderwijsachterstanden kunnen verkleinen.”
Brein en taal
Junge wil zich in haar onderzoek richten op de individuele verschillen in hoe snel kinderen hun taal ontwikkelen. “We weten al dat het taalaanbod van de ouders erg belangrijk is. En hoe het kind zelf spraak verwerkt is eveneens van belang. Maar er moeten meer factoren zijn die de verschillen in taalontwikkeling voorspellen. De breinontwikkeling bijvoorbeeld.” In de vroegste kindertijd is het brein enorm in ontwikkeling. “In deze vroege breinontwikkeling zijn er ook veel individuele verschillen tussen de kinderen. Onbekend is echter of deze vroege verschillen in breinontwikkeling ook gelinkt zijn aan latere taalontwikkeling. Dat wil ik nu met mijn team goed gaan bekijken, zowel in de prenatale tijd, als in de vroege babytijd.”
Meer dan 2000 kinderen
Om dit te kunnen onderzoeken, haakt de Utrechtse jeugdonderzoeker aan bij de cohortstudie die de vroege breinontwikkeling vastlegt: het Youth Cohort. Binnen dit cohort is de afgelopen jaren van meer dan tweeduizend kinderen de hersenontwikkeling gemeten. Junge: “Die metingen werden al tijdens de zwangerschap van hun moeder verricht, met 3d-echo’s. En ook wat later, in de babytijd; met EEG. Aangezien deze kinderen inmiddels wat ouder zijn, is het voor ons nu mogelijk om hun complete taalvaardigheden in kaart te brengen.” Uiteindelijk hoopt de Utrechtse jeugdonderzoeker hiermee aan te tonen wat de rol van breinontwikkeling is op de verschillen in taalontwikkeling.
Nee, ik kon het eigenlijk niet geloven. Nog steeds niet helemaal.
Vlag uit
Beide onderzoekers hielden de afgelopen dagen hun mail ietwat nerveus in de gaten, in de hoop op het verlossende bericht dat ze de Vidi-beurs toegekend kregen. Toen dat mailtje kwam, reageerden ze beiden met enig ongeloof. Hornstra: “Nee, ik kon het eigenlijk niet geloven. Nog steeds niet helemaal. Ik heb meteen mijn partner dolblij gebeld.” Ook Junge informeerde haar partner zo snel mogelijk. “Thuis hing hij voor mij de vlag uit. Zo blij en trots was hij. De vlag hing naast die van het buurmeisje dat zojuist geslaagd was voor haar vwo.”