Vici-beurs toegekend aan Gerben Meynen voor onderzoek naar verantwoord gebruik van neurotechnologie voor een veiliger samenleving

Gerben Meynen, hoogleraar Forensische psychiatrie. Foto: Ed van Rijswijk.

Misdrijven brengen de maatschappij veel schade toe. Neurotechnologie zou kunnen helpen recidive te verminderen en de maatschappij veiliger te maken. Maar deze technieken – waarbij hersenen van veroordeelden zelfs zouden kunnen worden veranderd – brengen aanzienlijke risico's met zich mee, bijvoorbeeld voor iemands lichamelijke integriteit. Hoe kunnen ze verantwoord worden toegepast? De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) heeft een Vici-beurs toegekend om dit te onderzoeken aan Gerben Meynen, hoogleraar Forensische psychiatrie aan de Universiteit Utrecht.

De beurs is met 1,5 miljoen euro één van de hoogste persoonsgebonden wetenschappelijke premies van Nederland. Gerben Meynen is sinds 1 augustus 2018 hoogleraar Forensische psychiatrie aan het Willem Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen. Zijn onderzoek richt zich met name op toerekeningsvatbaarheid en neurorecht. Hij is naast zijn werk in Utrecht ook bijzonder hoogleraar Ethiek en psychiatrie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Het juridische gedeelte van het onderzoek dat hij met de Vici-beurs zal uitvoeren, doet hij aan de Universiteit Utrecht, het ethiek deel aan de VU.

Professor Meynen is blij dat hij een Vici-beurs ontvangt, met name omdat zijn onderzoek een interdisciplinaire insteek heeft. “Het bijzondere aan dit project is dat er vanuit recht en ethiek samen gekeken wordt naar de betekenis van neurotechnologie voor het strafrecht.”

Het bijzondere aan dit project is dat er vanuit recht en ethiek samen gekeken wordt naar de betekenis van neurotechnologie voor het strafrecht.

Neurorecht

"Kunnen hersenscans iets zeggen over de toerekeningsvatbaarheid van een verdachte?" Die vraag wierp professor Meynen op bij zijn oratie voor de aanvaarding van het ambt van hoogleraar Forensische psychiatrie aan de Universiteit Utrecht. "Laat de neurobiologie zien dat vrije wil en verantwoordelijkheid niet bestaan? Kunnen de neurowetenschappen helpen om recidive beter te voorspellen?" Deze vragen worden gesteld en kritisch onderzocht binnen het vakgebied neurorecht. 

Enerzijds is neurorecht nieuw, anderzijds confronteert het ons met oude vragen over het grensgebied van strafrecht en psychiatrie. Én het laat de noodzaak zien om over de grenzen van de eigen discipline samen te werken.