Verantwoord investeren in vastgoed

De Universiteit Utrecht staat voor een grote vastgoedopgave: lagere kosten, minder vierkante meters en slimmer gebruik van de ruimte. Alleen zo houden we voldoende financiële ruimte voor wat écht telt — onderwijs en onderzoek.Inmiddels zijn de eerste besluiten genomen en lopen er verkenningen naar mogelijke maatregelen. Het doel is een vastgoedportefeuille die past bij de financiële ruimte én bij het daadwerkelijke gebruik: compacter, efficiënter en toekomstbestendig.

Wat zijn de opgaves?

De bezuinigingsopgave voor vastgoed geldt voor de hele universiteit en raakt alle faculteiten en diensten, direct of indirect. Kort samengevat gaat het om:

• Structurele reductie van vierkante meters, met name in kantoren.
• Intensiever gebruik van ruimtes, bijvoorbeeld door slimmer roosteren en delen van voorzieningen.
• Actief terugdringen van leegstand en versneld afstoten van gebouwen.
• Alleen nog investeren in gebouwen als dit strikt noodzakelijk is voor onderwijs of onderzoek.
• Kritisch beoordelen of geplande projecten kunnen worden uitgesteld of versoberd.

Deze opgave is vertaald naar een scenario met maatregelen per faculteit of locatie.

Waar gaan we mee door?

Enkele keuzes zijn al gemaakt. Hieronder een aantal voorbeelden van wat doorgaat, vanwege strategisch belang of directe verduurzaming:

• Het voormalig Kromhout-terrein blijft behouden, met intensiever gebruik door meerdere UU-onderdelen.
• Een nieuw gebouw voor de faculteit Sociale Wetenschappen en de Universitaire bestuursdienst en de ontwikkeling van het Anna Maria van Schurmangebouw.
• De nieuwbouw voor de faculteit Diergeneeskunde. Deze ontwikkeling maakt het mogelijk om de energieverslindende gebouwen Nieuw Gildestein en Androclus (samen goed voor circa 25% van de totale energievraag van de UU) af te stoten.
• Duurzame aanpassingen en renovaties aan bestaande gebouwen zoals Drift 21 en Janskerkhof 13/13a.

Deze keuzes dragen bij aan het toekomstbestendig maken van de universitaire huisvesting.

Wat wordt onderzocht?

Samen met Campus & Facilities verkennen faculteiten en directies de haalbaarheid van de voorgestelde maatregelen. Denk aan herhuisvesting, efficiënter gebruik van gebouwen of het versneld afstoten van panden. Deze verkenning is geen vrijblijvende stap, maar een serieuze voorbereiding op keuzes die nodig zijn.

De kaders liggen vast, maar binnen die grenzen is ruimte om het scenario aan te scherpen op basis van nieuwe inzichten. Details zoals planning en invulling kunnen dus nog veranderen. Daarom is het belangrijk om flexibel te blijven en steeds goed af te wegen wat écht nodig is op de lange termijn.

Voorbeelden van lopende onderzoeken zijn:

• Voor het Kruytgebouw wordt onderzocht of de geplande investering in de herontwikkeling kan worden verlaagd. Daarbij worden verschillende scenario’s verkend, van aangepaste vormen van herontwikkeling tot de mogelijkheid dat het gebouw op termijn niet langer door of voor de UU wordt gebruikt. De impact van de scenario’s op onderwijs, onderzoek en huisvesting wordt zorgvuldig in kaart gebracht, in samenwerking met de faculteit Bètawetenschappen.
• Het afstoten van verschillende gebouwen in de binnenstad, zoals Muntstraat 2a, Kromme Nieuwegracht 20/22, Bijlhouwerstraat en Kruisstraat 201. Over de afstoot is formeel nog geen besluit genomen. Tegelijkertijd is het aanhouden van het voormalig Kromhout-terrein een strategische keuze die het uitgangspunt versterkt om bijvoorbeeld de Bijlhouwerstraat op termijn af te stoten. In dat geval moet departement USBO een nieuwe plek krijgen. Het voorkeursscenario gaat uit van verhuizing naar het voormalig Kromhout-terrein. Die verkenning past binnen het streven om het campusterrein optimaal te benutten.
• Tijdelijke panden — zoals Israëlslaan, Newtonlaan en Daltonlaan — worden afgestoten zodra de tijdelijke functie vervalt en vervangende huisvesting beschikbaar is.

Wat is het vervolg?

De komende weken gaat Campus & Facilities in gesprek met directeuren en managers huisvesting om de onderzoeksopdrachten per locatie of project te bespreken. Het doel is om, in goede afstemming, faculteiten en diensten te ondersteunen bij het onderzoeken van de haalbaarheid van maatregelen, waarbij zij zelf eigenaar zijn van de opgave. De uitkomsten vormen de basis voor vervolgstappen.

De Vastgoedboard, met vertegenwoordiging vanuit de faculteiten, adviseert over de koers en toetst voorgestelde aanpakken op financiële haalbaarheid, praktische uitvoerbaarheid en impact op onderwijs en onderzoek. Het formele besluit over het aangepaste SHP-programma volgt in het najaar. Zodra er definitieve besluiten zijn, worden betrokkenen daar tijdig en gericht over geïnformeerd.