Utrechtse studenten mikken op goud bij synthetische biologie-wedstrijd

Studententeam neemt deel aan iGEM-wedstrijd

iGEM Utrecht 2017 team
Het iGEM Utrecht 2017 team

Dit jaar doen voor het eerst studenten van de Universiteit Utrecht mee aan de international Genetically Engineered Machine-wedstrijd (iGEM). We spraken twee van de teamleden: Kewin, derdejaars Bachelorstudent Biologie, en Leander, eerstejaars Masterstudent Molecular and Cellular Life Sciences. De studenten doen niet alleen mee voor de prijzen, maar willen ook echte problemen oplossen. “We ontwikkelen een simpelere en goedkopere manier om ziekteverwekkers in het bloed te detecteren”, legt Leander uit.

“Synthetische biologie is het ontwerpen van nieuwe biologische systemen”

“IGEM is een internationale interdisciplinaire wedstrijd op het gebied van synthetische biologie,” vertelt Kewin. “Er doen meer dan 300 teams mee. De wedstrijd gaat om het oplossen van echte problemen met synthetische biologie.” Het bijzondere aan de wedstrijd, legt hij uit, is dat de studenten alles zelf doen, van het zorgen voor financiering tot communicatie en PR.

“Synthetische biologie is het ontwerpen van nieuwe biologische systemen”, licht teamgenoot Lishi toe. “Dit betekent dus het genetisch aanpassen van micro-organismen om ze een nieuwe of aangepaste functie te geven. Een voorbeeld hiervan is de productie van insuline voor diabetespatiënten. Insuline voor therapeutisch gebruik wordt gewonnen uit bacteriën die zo zijn aangepast om insuline te kunnen produceren. Voorheen werd insuline namelijk gewonnen uit varkens, paarden en koeien.”

DNA-sequenties herkennen

Leander: “We zijn in januari begonnen met vormen van een team, en hebben de lente vooral besteed aan brainstormen en regelen van van financiering.” Het team bedacht eerst een interessante techniek en kwam pas daarna op mogelijke toepassingen, geeft hij toe. “We realiseerden ons dat we cellen kunnen gebruiken om DNA te herkennen. En toen bedachten we dat we dat kunnen gebruiken om ziekteverwekkers in het bloed te detecteren.” Het detecteren van DNA van ziekteverwekkers in het bloed kan diagnose van ziekten mogelijk maken. “Onze methode is simpeler dan de huidige technieken. We gebruiken cellen met synthetische receptoren om het DNA te binden, en dan versterken de cellen het signaal. Dat betekent dat we misschien lagere concentraties van ziekteverwekker-DNA kunnen detecteren dan met andere methoden.”

“Huidige methoden gebruiken vaak een techniek genaamd PCR om deze signalen te versterken,” legt Kewin uit. “Die methode werkt goed, maar is overal niet beschikbaar.” Leander vult aan: “We gebruiken menselijke cellen omdat ze geen celwand hebben, wat ze makkelijker te gebruiken maakt. Dat maakt ons systeem simper en goedkoper, en dat betekent dat we het ook geschikt kunnen maken voor gebruik in derdewereldlanden.”

Vijftien leden

Andere Nederlandse universiteiten hebben eerder deelgenomen aan de iGEM-wedstrijd, maar Utrecht maakt 2017 zijn debuut. “Het is grappig gelopen”, vertelt Kewin. “Er waren eigenlijk twee studenten die het idee kregen, en ondertussen was Niels Geijssen van het Hubrecht Instituut al met een ander team bezig met het organiseren van financiering. Toen hebben we elkaar opgezocht en samen één team gevormd. Nu hebben we vijftien leden vanuit life sciences, biologie, farmacie en biomedische wetenschappen.”

De iGEM-wedstrijd eindigt in november met een grote jamboree in Boston, waar het hele team aanwezig zal zijn. Er zijn medailles en prijzen te winnen in verschillende categorieën. Voor de prijzen moeten de teams met elkaar concurreren, maar de medailles worden uitgereikt aan alle teams die aan bepaalde eisen voldoen. Het team is optimistisch over hun kansen. “We geven een mondelinge presentatie en presenteren een poster”, vertelt Leander. “We willen in ieder geval genomineerd worden voor de prijs voor het beste model. Daar zouden we een goede kans op moeten hebben. En we hebben zo veel mensen geïnterviewd dat we al voldoen aan de eisen voor een gouden medaille in human practices.”

Blijf op de hoogte van het team via Facebook of Twitter. Voor meer informatie kun je terecht op de website of je kunt contact opnemen met het team via email.