Tina Venema: “Het is niet een gebrek aan bereidwilligheid dat duurzame verandering in de weg staat”

In een wereld die steeds meer door mensen wordt gevormd, is het begrijpen van menselijk gedrag essentieel om tot een duurzamere toekomst te komen. Wat zit er achter de keuzes die mensen maken en de verantwoordelijkheid die ze daarbij voelen?

We spraken met sociaal psycholoog dr. Tina Venema, universitair docent aan het Copernicus Instituut voor Duurzame Ontwikkeling, over de relatie tussen identiteit en voedsel, de rol van creativiteit in de wetenschap en hoe we mensen kunnen stimuleren om keuzes te maken die bijdragen aan een betere wereld.

We weten inmiddels dat minder vlees eten gezonder is én beter voor het milieu – een win-winsituatie. Waarom eten mensen dan toch nog zoveel vlees, en hoe kunnen we dat veranderen?

Wat je eet is veel meer dan een rationele afweging van calorieën of smaak. Het hangt samen met hormonen in je lichaam, het type lichaam dat je wilt bereiken of juist vermijden, de verantwoordelijkheid die je voelt, en nog veel meer. Maar misschien wel het belangrijkste: je eetgedrag zegt iets over wie je bent. Het maakt deel uit van je sociale identiteit. Je eetpatroon veranderen betekent dus ook, in zekere zin, je identiteit aanpassen – en dáár zit vaak de weerstand.

Normalisatie is daarom cruciaal. Als je ziet dat mensen zoals jij vegetarisch eten, wordt het makkelijker om het zelf ook te doen. Stel je wordt uitgenodigd voor een etentje en krijgt een lekkere vegetarische maaltijd voorgeschoteld – dan is de kans groter dat je dat thuis ook eens probeert. Uiteindelijk wil niemand de ouderwetse zijn die blijft vasthouden aan gewoonten die niet meer van deze tijd zijn.

Je eetpatroon veranderen betekent ook je identiteit veranderen – dáár zit vaak de weerstand.

Je hebt aan ontzettend veel verschillende onderzoeksprojecten gewerkt – van nudging en persoonlijkheidspsychologie tot duurzame voedselsystemen. Wat zijn spannende dingen waar je momenteel mee bezig bent?

Wat ik mooi vind, is wanneer nieuwsgierigheid en creativiteit samenkomen. Op het Betweter Festival van de Universiteit Utrecht testten we bijvoorbeeld hoe mensen reageren op hun eigen onduurzame gedrag, met behulp van een balance board. Dat balance board maakte het innerlijke conflict van deelnemers fysiek zichtbaar – hun denkproces werd letterlijk in beweging omgezet. Aarzeling uit zich door dat mensen van links naar rechts wiebelen.

Op dit moment werk ik ook aan een theater productie van een ‘mock trial’. Samen met acteurs, criminologen, juristen en onderzoekers uit de geesteswetenschappen, literatuur en ecologie onderzoeken we hoe je ‘ecocide’ – het grootschalig vernietigen van ecosystemen, bijvoorbeeld door mijnbouw – juridisch zou kunnen definiëren, zodat het standhoudt in de rechtszaal.

Waarom is interdisciplinariteit zo belangrijk in jouw werk?

Nieuwsgierigheid brengt je in contact met allerlei verschillende mensen – dat is wat ik zo leuk vind aan mijn werk. De interdisciplinaire werkomgeving van het Copernicus Instituut voor Duurzame Ontwikkeling past daar perfect bij. Het levert ook wetenschappelijke voordelen op. Voordat ik hier begon, richtte ik me vooral op het individu. Maar individuele keuzes verklaren niet hoe samenlevingen functioneren of hoe beleid werkt. In een interdisciplinair team kun je misschien minder diep in één vakgebied duiken, maar je krijgt er wél een breder begrip van gedrag voor terug.

Hoe kunnen we mensen motiveren om duurzamere keuzes te maken?

Uiteindelijk draait het om beschikbaarheid en gemak. Als een duurzame keuze extra moeite kost – in tijd, geld of informatie – dan moet je motivatie wel heel sterk zijn om die keuze toch te maken. Slechts een kleine groep mensen heeft zulke uitgesproken overtuigingen dat ze daar niet vanaf wijken. De meeste mensen zitten ergens in het midden – hun gedrag wordt vooral gestuurd door gewoonte en gemak, niet zozeer door overtuiging.

Neem reizen als voorbeeld: als een treinkaartje twee keer zoveel kost als een vliegticket, lastiger te boeken is én gepaard gaat met vertragingen , dan kiezen alleen mensen met een sterk ideologische overtuigingnog voor de trein. Maar zulke sterke intrinsieke motivatie is zeldzaam. Wil je duurzame keuzes op grote schaal stimuleren, dan moet de duurzame optie de standaard worden – makkelijk, intuïtief en vanzelfsprekend. Pas dan wordt het gedrag minder afhankelijk van interne motivatie.

Het is niet een gebrek aan motivatie dat duurzame verandering belemmert – het is een gebrek aan toegankelijkheid. Duurzame keuzes moeten makkelijk, intuïtief en vanzelfsprekend worden.

Wat vind je het meest waardevol aan je werk?

Ik haal veel voldoening uit het samenwerken met mensen en het hebben van directe impact. Zo gaf ik workshops over gedragsinzichten aan een Deense gemeente om hen te helpen bij het vormgeven van beleid. En een ziekenhuis vroeg me om mee te denken over hoe ze hun CO2-uitstoot konden verlagen, door hun omgeving zo in te richten dat het duurzame gedrag stimuleert.

Mijn echte passie ligt echter bij fundamentele vragen, zoals: wanneer voelen we ons verantwoordelijk, en wanneer schuiven we die verantwoordelijkheid van ons af? Beïnvloeden verplichtingen in eenonder deel van ons leven – zoals werk – hoe verantwoordelijk we ons voelen in andere domeinen, zoals ons gezin? Met andere woorden: bestaat er een ‘verantwoordelijkheidspotje’ dat leeg raakt als we teveel gevraagd worden op één vlak? Of is verantwoordelijkheid meer een persoonskenmerk, waarbij iemand die zich in één rol verantwoordelijk voelt dat ook meeneemt naar andere contexten? Het beantwoorden van zulke fundamentele vragen helpt ons beter te begrijpen hoe menselijk gedrag en besluitvorming werken – en die kennis is cruciaal voor een duurzame toekomst.

Geïnteresseerd in de wetenschap achter duurzaam gedrag?

Lees meer over de Special Interest Group on Sustainable Behaviour van het Copernicus Instituut voor Duurzame Ontwikkeling – waar projecten en evenementen inzichten uit verschillende onderzoeksvelden samenbrengen.